Samenvatting Psychopathologie:
WEEK 1: Geschiedenis,
classificatie, behandelmethoden
,Samenvatting psychopathologie
WEEK 1: Geschiedenis, classificatie, behandelmethoden
Week 1:
Normaal versus abnormaal gedrag (criteria voor afwijkend gedrag)
Criteria voor afwijkend gedrag: Wanneer gedrag nou normaal of abnormaal is kun je
bekijken vanuit 6 criteria:
- Uitzonderlijk
- Sociaal afwijkend
- Foute perceptie of interpretatie van de realiteit
- Aanzienlijk emotioneel lijden van de persoon
- Ongepast of contraproductief gedrag
- Gevaar (voor zichzelf of anderen)
Theoretische perspectieven kort toelichten
WEEK 2: Stemmingsstoornissen
KOP-model
Week 2:
- Verschil tussen een dip en depressie (langdurig, belemmerend voor dagelijkse
functioneren)
- Welke stoornissen vallen over stemmingswisselingstoornissen (bipolaire stoornissen)
- Diagnostische kenmerken van depressieve episode
- Seizoensgebonden depressie
- Manische episode
- Theoretische perspectieven
- KOP-model
Stemmingsstoornissen Bij mensen met deze stoornis is de stemming langdurig of
ongewoon ernstig verstoord, waardoor ze niet normaal meer kunnen functioneren. Ze zijn
ernstig gedeprimeerd, zelfs als alles goed lijkt te gaan of wanneer ze worden geconfronteerd
met licht verstorende levensgebeurtenissen waar anderen makkelijk overheen stappen.
Onder te verdelen in 2 categorieën: depressieve en bipolaire stoornissen. Elk heeft ook weer
2 types.
,Depressieve stemmingsstoornissen 2 soorten: depressieve stoornis & persisterende
depressieve stoornis (dysthymie).
Depressieve stoornis :
Symptomen:
- Veranderingen van emotionele toestand: Veranderingen van stemming (langdurige
periodes van sombere, deprimerende, bedroefde of trieste gevoelens).
Duidelijk huilerig zijn of echt huilen.
Verhoogde prikkelbaarheid, gespannen of opvliegend zijn.
- Veranderingen van motivatie: Ongemotiveerd zijn, ’s morgens moeilijk op gang
komen of zelfs niet uit bed komen.
Verlaagde mate van sociale participatie of belangstelling voor sociale activiteiten.
Verlies van plezier of interesse in plezierige activiteiten.
Verminderde belangstelling voor seks.
Niet reageren op complimenten en beloningen.
- Veranderingen van het (lichamelijk) functioneren en het motorisch gedrag:
Langzamer dan gewoon bewegen of spreken.
Veranderingen van slaapgewoonten (te veel of te weinig slapen, eerder wakker
worden dan normaal en moeilijk weer in slaap kunnen vallen in de vroege
morgenuren, zogenoemd vroeg ontwaken).
Veranderingen in eetlust (te veel of te weinig eten).
Gewichtsveranderingen (aankomen of afvallen).
Op het werk of school minder effectief functioneren dan normaal
- Cognitieve veranderingen:
Zich moeilijk kunnen concentreren of moeilijk helder kunnen nadenken.
Negatieve gedachten over zichzelf of de eigen toekomst.
Zich schuldig voelen of wroeging hebben over wandaden uit het verleden.
Gebrek aan zelfvertrouwen of gevoelens te kort schieten.
Gedachten over de dood of zelfdoding.
Omgeving: Niemand weet waarom de klachten toenemen maar speculaties richten zich op
de verandering van de sociale omstandigheden en van de omgeving. Hierbij kun je denken
aan gezinnen die uit elkaar gaan als gevolg van verhuizingen, blootstelling aan oorlog en
interne conflicten, toename van gewelddadige misdaden. Ook speelt waarschijnlijk een rol
dat het taboe om over je gevoelens te praten opgeheven begint te worden.
- Financiële problemen
- Ongelukkig huwelijk
- Slachtoffer van huiselijk geweld
- Ontbreken van sociale steun etc.
Seizoensgebonden depressie: Onze stemmingen kunnen afhankelijk zijn van het weer dus in
de herfst en winter kan het leiden tot deze soort depressie. Dit is een depressie die vaak
voorkomt tijdens de overgang naar de winter. Gekenmerkt door prikkelbaarheid, een
sombere stemming, concentratieverlies, vermoeidheid, lusteloosheid, reactie op sociale
afwijzing, behoefte aan koolhydraten, gewichtstoename en hypersomnia (overmatig slapen).
Oorzaken zijn mogelijk het gevolg van een verstoring van de interne centrale klok.
, Persisterende depressieve stoornis (dysthymie): Mensen met deze stoornis voelen zich het
grootste deel van de tijd slecht of in de put, maar zijn niet zo ernstig gedeprimeerd als
mensen met een ernstige depressie. Is gematigd en duurt meestal meerdere jaren. Doordat
het matig is valt het niet meteen op en lijkt het ooit alsof het in de persoonlijkheidsstructuur
zit van de persoon.
Premenstruele stemmingsstoornis: Deze diagnose is bedoeld voor vrouwen die een reeks
significante psychologische symptomen ondervinden in de week voor de menstruatie en een
lichte verbetering daarvan een paar dagen na het begin van de menstruatie. Hierbij horen
een aantal symptomen zoals: stemmingsschommelingen, plotseling huilen of verdrietig zijn,
een sombere stemming of een hopeloos gevoel, prikkelbaarheid of woede, angstgevoelens,
spanning, ongedurigheid, zich sneller afgewezen voelen en negatieve gevoelens over
zichzelf. Deze symptomen moeten dan ook samenhangen met het belemmeren van
functioneren in school, werk of dagelijkse activiteiten.
Bipolaire stoornis Een psychologische stoornis die wordt gekenmerkt door
stemmingswisselingen tussen een toestand van extreme euforie (manisch) en depressie.
Er wordt onderscheid gemaakt tussen bipolaire stoornis I en bipolaire stoornis II.
Bipolaire stoornis I: Patiënt beleeft minstens één volledige manische episode. In veel
gevallen ervaart de patiënt stemmingswisselingen tussen euforie en depressie met
tussengelegen periodes waar de stemming normaal is. In enkele gevallen doen manische en
depressieve episodes zich tegelijk voor.
Bipolaire stoornis II: Van toepassing op mensen die hypomanische episodes hebben gehad
naast ten minste één episode van depressie, maar nog nooit echt een manische episode.
Hypomanische episodes zijn minder heftige episodes, tijdens zo’n episode kan iemand zich
ongewoon energiek voelen, zeer actief, zelfingenomen en prikkelbaar zonder dat dit echt het
dagelijks leven belemmerd.
Manische episode: Een episode van onrealistisch versterkte euforie, extreme rusteloosheid
en buitensporige activiteit die wordt gekenmerkt door chaotisch gedrag en een verminderd
beoordelingsvermogen. Begint meestal abrupt en kan erg toenemen in een aantal dagen.
Symptomen kunnen zijn:
- Toenemende activiteit en energie
- Plotselinge verbetering van stemming en uitzonderlijk vrolijk zijn
- Heel sociaal (soms in mate dat het dominant en veeleisend wordt)
- Ratelen
- Extreem zelfvertrouwen
- Plotselinge beslissingen (ontslag nemen om rechten te studeren)
- Gebrek aan oordeelvorming
- Minder slaap nodig