100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting Medische Theorie 1.2 Huidtherapie €6,49   In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting Medische Theorie 1.2 Huidtherapie

3 beoordelingen
 114 keer bekeken  4 keer verkocht

Samenvatting medische theorie 1.2 huidtherapie. Met de onderwerpen: bloed, ontsteking, infectie, besmetting, huidafwijkingen, hyper- en hypopigmentatie, huid, geslacht en leeftijd. Ook de werkcollege vragen zijn toegevoegd. Het bevat alles wat je moet weten voor het tentamen. Ik heb zelf een 9,5 ge...

[Meer zien]

Voorbeeld 8 van de 41  pagina's

  • 30 januari 2017
  • 41
  • 2016/2017
  • Samenvatting
Alle documenten voor dit vak (1)

3  beoordelingen

review-writer-avatar

Door: imane1701 • 1 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: petra1995 • 7 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: gzmg • 7 jaar geleden

avatar-seller
MargauxVos
Medische theorie 1.2
Samenstelling bloedplasma
55% bestaat uit plasma (van het bloed):
- 91% water
- 7% eiwitten
- 2% glucose, vetzuren, vitamines hormonen, afbraakproducten enz.




3 soorten bloedcellen
- Leukocyten
- Erytrocyten
- Trombocyten (zijn eigenlijk geen cellen, maar uiteen gevallen cellen ook wel afgesnoerde
deeltjes van een cel)




Erytrocyten
Bouw: biconcave (dubbelholle) schijfjes zonder celkern
Functie: zuurstoftransport d.m.v. binding van zuurstof aan de rode bloedkleurstof hemoglobine (Hb)
Productie: rode beenmerg
Afbraak: milt en lever

,Trombocyten
Bouw: onregelmatig, grillige vorm
Functie: bloedstolling
Productie: in rood beenmerg vanuit megakaryocyten
(reuskernige cellen)

Bloedstolling
a. Capillair en trombocyten zijn beschadigd
b. Eerste propvorming door trombocyten
c. Fibrinedraden vangen bloedcellen en
veroorzaken bloedstolling (gele draden zijn
eiwitten, dit wordt een stolsel waardoor er geen
bloed meer weg kan lekken)
 Zie plaatje hiernaast


Leukocyten (afweer) 3 soorten
- Vormveranderlijke cellen (ze kunnen veranderen van vorm)
- Worden gemaakt in beenmerg en lymfatisch weefsel
(leuko)diapedese:
Leukocyten bewegen zich door de capillairwand heen

Er is een signaleersysteem in je lichaam en die reageert als er bacteriën binnen zijn gekomen. De
leukocyten persen zich door de capillairwand heen (diapedese) om daar bacteriën te verwijderen.
Type leukocyt Functies bij de afweer
Granulocyten en monocyten Aspecifieke afweer: is niet gericht op bepaalde
ziekteverwekker, is aangeboren
Lymfocyten Specifieke afweer: is gericht op een bepaald
ziekteverwekker

Granulocyten
Bouw: grote gelobde kern
Functie: fagocytose
Productie: rode beenmerg

Monocyten
Bouw: groot, c-vormige kern
Functie: veranderen in macrofagen; fagocytose (ze eten troep op)
Productie: rode beenmerg

Lymfocyten
Bouw: kleine cel, grote celkern
Functie: zorgen voor de specifieke afweer = immuniteit
Productie: in het rode beenmerg, lymfatisch weefsel

Specifiek versus aspecifiek
Je lichaam heeft:
- Een algemene aspecifieke aangeboren weerstand die tegen alle antigenen is gericht
- En een verworven specifieke weerstand, die tegen bepaalde antigenen is gericht

,Antigenen kunnen zijn:
- Bacteriën
- Virussen
- Cellen

Wat gebeurt er wanneer pathogenen ons lichaam bedreigen?
Fysieke barriere: 1e afweerlinie
Huid (hoe beschermd de huid je tegen pathogenen?)
- Intacte huid
- Lage pH van de huid, waardoor bacteriedodend effect (zuur)
- Flora (vaste bacteriën of schimmels)
Slijmvliezen
- Lysozym (bacteriedodend) bv. in traanvocht (zit een bepaald stofje in dat bacterie dodend is)
- Maagzuur in de maag (ouderen hebben vaak minder maagzuur, daardoor zijn ze sneller
kwetsbaarder)

Inwendige niet-specifieke immuniteit = 2e afweerlinie
(als de eerste afweerlinie niet voldoende heeft gewerkt en er toch pathogenen binnen zijn
gedrongen)
Aspecifieke afweer bewaakt voortdurend het lichaam tegen pathogenen
- Macrofagen: fagocytose van pathogenen
- Granulocyten: fagocytose van pathogenen
- Naturalkiller-cellen: dit zijn T lymfocyten die (geïnfecteerde) cellen opruimen
- Eiwitten (interferon, complementsysteem)

Specifieke afweer= 3e afweerlinie
Immuunapparaat wordt geactiveerd door de T helper cel:
- Deze activeert de B lymfocyten: deze veranderen in plasmacellen die immunoglobulines
maken (humorale afweer)
- Deze activeert de cytotoxische T cellen: deze ruimen (door een specifieke m.o. geïnfecteerde
cellen) op
- Deze bevordert het ontstaan van geheugen cellen

Specifieke afweer = immuniteit 2 soorten
Humorale immuniteit Cellulaire immuniteit
Door middel van immunoglobulines: Ig Door middel van cytotoxische T-lymfocyten
Gemaakt door plasmacellen (ontstaan uit de B Deze richten zich tegen vreemde cellen en door
lymfocyten) virus geïnfecteerde cellen
De lg zijn gericht tegen vooral virussen, Tegelijk worden geheugen T-lymfocyten
bacteriën en toxines gemaakt
Tegelijk worden geheugen B lymfocyten
gemaakt

,Humorale immuniteit
(zie plaatje)




Specifieke weerstand samengevat:
- Humorale immuniteit berust op de vorming van immunoglobulines tegen antigenen m.b.v. B-
lymfocyten
- - cellulaire immuniteit berust op de vorming van T-lymfocyten die geïnfecteerde en
abnormale (lichaams) cellen aanvallen

Primaire immuunreactie
- Treedt op bij het 1ste contact met een antigeen (=lichaamsvreemde stof)
- Duurt 3-6 dagen
- De persoon kan ziek worden
- Er worden immunoglobulines of cytotoxische T-lymfocyten gemaakt om de antigenen te
bestrijden
- Bij deze primaire reactie worden ook geheugencellen gemaakt
- Hierdoor ligt het recept voor de aanmaak van afweerstoffen voortaan klaar

Secundaire immuunreactie
- Treedt op bij de volgende contact(en) met het antigeen
- Er worden onmiddellijk immunoglobulines of cytotoxische T-lymfocyten gemaakt
- De persoon wordt niet ziek

Immuniteit
Actieve immuniteit is blijvend
Passieve immuniteit is tijdelijk
Tabel (via inspuiten van immunoglobulines) = ( nadat je een prikaccident hebt gehad bijvoorbeeld
nadat je iemand hebt geprikt met HIV)
Actief Passief
Natuurlijk Na doormaken ziekte Via bloed van de moeder
Kunstmatig Na vaccinatie Via inspuiten van
immunoglobulines

,Uitwisseling van stoffen tussen capillairen en weefselvocht




De stoffen die worden uitgewisseld:
- Kleine stoffen: water, zouten, glucose, aminozuren etc.
Welke stoffen er moeilijk of niet worden uitgewisseld:
- Grote stoffen: eiwitten cellen
- Uitzonderingen: er is altijd eiwitlekkage door de vaatwand, deze gaan via de lymfevaten
terug en leukodiapedese

Lymfevaten
Vroeger dacht men:
- 85% van de vloeistof die het bloed verlaat, wordt even later in de bloedbaan opgenomen
- De overige 15% wordt via de lymfevaten opgenomen en naar de bloedbaan teruggevoerd
Huidige inzichten:
- Vrijwel totale afvoer van vocht uit weefsels gaat via
de lymfevaten

Figuur: stoffentransport tussen capillair en weefselvocht 

, ontsteking, besmetting en infectie
Wat gebeurt er nu verder wanneer pathogene micro-organismen het lichaam binnen dringen en
schade aanrichten…
Ontsteking
Wanneer het lichaam beschadigd wordt, treedt er een ontstekingsreactie op
Een ontsteking= een plaatselijke reactie op weefselbeschadiging
Een ontsteking= een reactie op een schadelijke prikkel
Doel: beperken schade en bevorderen herstel van weefsel
 Een ontsteking is dus juist nuttig!
Oorzaken ontsteking
- Micro-biologische prikkel (bacteriën, virussen, schimmels)
- Chemische (irriterende stoffen)
- Mechanisch (trauma)
- Fysisch (hitte, radioactieve straling, UV-straling, bevriezing)
- Immunologisch (bv allergie, auto-immuniteit
Wanneer weefsel beschadigd wordt komen ontstekingsmediatoren vrij bv. histamine, interferon,
cytokinen
Histamine leidt tot:
- Vaatverwijding (=versterkte doorbloeding)  rubor + calor
- Verhoogde permeabiliteit van de capillairwand: exsudatie  tumor
- Prikkeling zenuwuiteinden  dolor
-  functio laesa
Hierboven staan de lokale ontstekingsverschijnselen
- Rubor= roodheid
- Calor= warmte
- Tumor= zwelling
- Dolor = pijn
- Functio laesa = gestoorde functie
Rubor, Calor, Tumor
Bv: Trombosebeen: in het begin een diepe pijn waarna een zwelling optreedt.

Gevolgen mediatoren (een lichaamseigen stof die bij een afweerreactie van het lichaam vrijkomt)
- Chemotaxis (aantrekken leukocyten)
- Gevolgd door leukodiapedese (granulocyten, monocyten, lymfocyten)

Algemene ontstekingsverschijnselen: systemische reactie
- Koorts, verhoging, moeheid, malaise
- Leukocytose (verhoogd aantal witte bloedcellen)
- Verhoogde BSE (bezinkingssnelheid van de erytrocyten)
- Verhoogde CPR (C reactief proteïne)

Voorbeelden ontsteking
fysische oorzaak:
- 1e graads verbranding van de huid door UV-straling
mechanische oorzaak:
- Ontsteking ten gevolge van trauma
Chemische oorzaak:
- Ontsteking huid ten gevolgen van een chemische peeling
Immunologische oorzaak:
- Allergische reactie op cosmetica
Microbiologische oorzaak:

, - Ontsteking door ziekteverwekkers (infectie) impetigo

Mogelijk verloop van een ontsteking
- Het lichaam probeert de ziekteverwekker te verwijderen en het weefsel te herstellen
Drie mogelijke wegen die ingeslagen kunnen worden:
1. Herstel
2. Infiltraatvorming (verdikt weefsel t.g.v. vocht, eiwitten en cellen)
3. Uitbreiding van de ontsteking, vooral bij microbiologische oorzaak; b.v. abces, sepsis,
erysipelas, cellulitis etc.
Herstel na een ontsteking:
Hoe dit gaat is afhankelijk van:
- Aanwezigheid/omvang van weefselverlies
- Aard van het weefsel, m.n. of het weefsel nog kan delen
Epitheel en bot zijn in staat tot deling
Spierweefsel en zenuwweefsel zijn niet in staat tot delen

Indien er geen weefselverlies was, treedt genezing op door middel van resorptie
Bij beperkt weefselverlies in weefsel dat nog kan delen treedt genezing door middel van regeneratie
op; weefsel wordt in de oude staat hersteld
Bij een groter weefselverlies of bij weefselverlies in weefsel dat niet meer kan delen treedt genezing
door middel van reparatie met fibroblasten op; dit leidt tot bindweefselvorming (litteken)

Newt= salamander
- Heeft de gave van zelfgenezing
- Als z’n poot geamputeerd is groeit die vanzelf weer aan

Herstel d.mv. resorptie
- Bij een 1e graad verbranding van de huid door UV-straling
Herstel door middel van regeneratie
- Bij een chemische peeling
Herstel d.m.v. reparatie
- Ontsteking ten gevolge van trauma
- Acne littekens

Definities besmetting:
- Een besmetting is het overbrengen van levende ziekteverwekkers van de ene plaats naar de
andere
- Een besmetting is de aanwezigheid van pathogene micro-organismen in of op de mens
Definities infectie
- Een infectie is het zich na de besmetting handhaven en vermenigvuldigen van
ziekteverwekkers, leidend tot beschadiging van weefsel
- Een infectie is een ziekte t.g.v. beschadiging van het menselijk weefsel door micro-
organismen
- Een infectie wordt veroorzaakt doordat micro-organismen in of op het lichaam leven en daar
weefselbeschadiging geven (klinische pathologie)
Besmetting
- Aerogeen: praten, zoenen, niezen en hoesten
- Cutaan: handen schudden
- Faeco-oraal: via besmette handen, besmet water
- Seksueel contact
- Hematogeen: naalden, drugs, tattoo, piercing
Een besmetting kan direct of indirect plaatsvinden

, Leidt een besmetting tot een infectie?
Afhankelijk van:
- Weerstand (aspecifiek en specifieke afweer)
- Porte d’entrée
- Aantal micro-organismen: besmettingsdruk
- Virulentie (ziekteverwekkend vermogen) van de ziekteverwekker


Welke infecties kom je als huidtherapeut tegen?
Naam infectie Beschrijving Symptomen Foto
Erysipelas Wondroos= een Een scherp
bacteriële infectie van begrensde vuurrode
de dermis, een Acute en gezwollen huid,
ontsteking van de diepe pijn, hoge koorts met
lagen van de dermis en koude rillingen,
de subcutis. vermoeidheid,
Voorkeursplaatsen: de duizeligheid, flauwte,
onderbenen, gelaat hoofdpijn en soms
(rond oor) braken.
Cellulitis Een bacteriële infectie Gekenmerkt door
van de diepe dermis en een onscherp
subcutis, een ontsteking begrensde en snel
van de dieper gelegen uitbreidende
delen van het roodheid en zwelling
onderhuidse van de huid, pijn,
bindweefsel koorts en malaise
Herpes Virale infectie (virus) Tasten de huid en
simplex het virus moet toegang slijmvliezen aan.
krijgen tot een Meestal in de vorm
gastheercel. Het virus van koortsblaasjes.
zal binden met de Sommigen hebben
receptor eiwitten van het virus maar het uit
de cel. Het virus plaats zich niet
zich in het erfelijke
materiaal
Flegmone Een acute etterige Er kan zich pus
infectieuze ontsteking ontwikkelen, het
die zich steeds verder geen van buitenaf
uitbreidt via niet te zien is, maar
weefselspleten, tussen soms wel te voelen.
spieren, pezen en Patiënten zijn vaak
dergelijke, onder het acuut ziek en de
niveau van de huid ontsteking kan zeer
snel voortschrijden

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper MargauxVos. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,49. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 77254 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€6,49  4x  verkocht
  • (3)
  Kopen