Juridische Aspecten van Kennismanagement 2016/2017
Juridische Aspecten van Kennismanagement
Bron: J.J. Dijkstra en E.M Kneppers-Heijnert, Juridische Aspecten van Kennismanagement
(2016/2017)
Edwin van der Velde Rijksuniversiteit Groningen
,Juridische Aspecten van Kennismanagement 2016/2017
Inhoudsopgave
Inhoudsopgave ..................................................................................................................................... 2
Hoofdstuk 1, Inleiding .............................................................................................................................. 4
Hoofdstuk 2, Kennismanagement ............................................................................................................ 4
2.1 Inleiding .......................................................................................................................................... 4
2.2 Gegevens, informatie en kennis..................................................................................................... 4
2.3 Informatiemanagement en kennismanagement ........................................................................... 4
2.4 Expliciete en impliciete kennis ....................................................................................................... 4
2.5 Ware kennis.................................................................................................................................... 5
2.6 De doelstellingen van kennismanagement .................................................................................... 5
2.7 Ontwikkeling in kennismanagement ............................................................................................. 6
Hoofdstuk 3, Rechten op expliciete kennis .............................................................................................. 6
3.1 Inleiding .......................................................................................................................................... 6
3.2 Auteursrecht op kennis .................................................................................................................. 6
3.3 Databankenrecht op kennis ........................................................................................................... 7
3.4 Octrooirecht op kennis................................................................................................................... 7
3.5 Geheimhouding en het geheimhoudingsbeding ........................................................................... 8
3.6 Conclusie ........................................................................................................................................ 8
Hoofdstuk 4, Strategisch gebruik van octrooirechten ............................................................................. 9
4.1 Inleiding .......................................................................................................................................... 9
4.2 Octrooirecht en innovatie .............................................................................................................. 9
4.3 Octrooirecht en kennisvergaring ................................................................................................... 9
4.4 Octrooirecht en bedrijfsstrategie ................................................................................................. 10
4.5 Conclusie ...................................................................................................................................... 10
Hoofdstuk 5, Rechten op impliciete kennis ........................................................................................... 10
5.1 Inleiding ........................................................................................................................................ 10
5.2 Van wie is de impliciete kennis? .................................................................................................. 10
5.2 Het concurrentiebeding ............................................................................................................... 10
5.4 Het relatiebeding ......................................................................................................................... 11
5.5 Het opleidingsbeding ................................................................................................................... 11
5.6 Conclusie ...................................................................................................................................... 11
Hoofdstuk 6, De ontwikkeling van rechten op kennis ........................................................................... 12
6.1 Inleiding ........................................................................................................................................ 12
6.2 Digital Rights Management .......................................................................................................... 12
Edwin van der Velde Rijksuniversiteit Groningen
,Juridische Aspecten van Kennismanagement 2016/2017
6.3 Uitbreiding octrooirechten: het softwareoctrooi ........................................................................ 12
6.4 Bosman: het recht op vrije arbeidskeuze .................................................................................... 12
6.5 Wetsontwerp concurrentiebeding............................................................................................... 13
6.6 Conclusie ...................................................................................................................................... 13
Hoofdstuk 7, Intellectueel kapitaal ........................................................................................................ 13
7.1 Inleiding ........................................................................................................................................ 13
7.2 Wat is intellectueel kapitaal ......................................................................................................... 13
7.3 Het voorzichtigheidsbeginsel ....................................................................................................... 14
7.4 Immateriële activa ....................................................................................................................... 14
7.5 Intellectueel kapitaal rapportage ................................................................................................. 14
7.6 Conclusie ...................................................................................................................................... 14
Hoofdstuk 8, Kennismanagement voor juristen .................................................................................... 14
8.1 Inleiding ........................................................................................................................................ 14
8.2 Drie modellen van juridisch kennismanagement ........................................................................ 15
8.3 Geautomatiseerde juridische informatieverwerking ................................................................... 15
8.4 Juridische aspecten van de drie modellen ................................................................................... 15
8.5 Conclusies ..................................................................................................................................... 15
Hoofdstuk 9, De rol van juridische aspecten bij kennismanagement ................................................... 16
Edwin van der Velde Rijksuniversiteit Groningen
,Juridische Aspecten van Kennismanagement 2016/2017
Hoofdstuk 1, Inleiding
Men kenmerkt de huidige economie als een kenniseconomie. Kennis is namelijk een belangrijke
productiefactor in het bedrijfsleven. De omgang met die kennis noemt men kennismanagement. Het
recht kan de kennismanagement beïnvloeden door beschermingsmogelijkheden voor kennis te bieden
(juridische aspecten van kennismanagement). Andersom is ook de ontwikkeling van de
kenniseconomie van invloed op het recht. Kennis binnen een bedrijf kan kwetsbaar zijn, namelijk als
de kennis besloten ligt in (schaarse) specialisten. Het recht biedt nauwelijks bescherming ten aanzien
van deze persoonsgebonden (impliciete) kennis, waardoor het vaak niet rendabel is te investeren in
mensen en diens opleidingen. Daarentegen kan investeren in onderzoek naar nieuwe kennis lucratief
zijn in de vorm van octrooirechten. Naast intellectuele eigendomsrechten op (expliciete) kennis, wordt
impliciete kennis voornamelijk beschermd via het arbeidsrecht (denk aan het opleidings- en
concurrentiebeding). Ook wordt de relatie tussen de juridische mogelijkheden om kennis te
beschermen en intellectueel kapitaal (de waarde van kennis) besproken.
Hoofdstuk 2, Kennismanagement
2.1 Inleiding
Kennismanagement is in de kenniseconomie van nu een belangrijk aandachtspunt voor
ondernemingen, juist omdat kennis een belangrijke productiefactor is. Hierbij maakt men onderscheid
tussen impliciete kennis, besloten liggend in (de hoofden van) personen, en expliciete kennis,
vastgelegd in materiaal dat aan anderen ter beschikking kan worden gesteld (denk aan boeken en
computersystemen).
2.2 Gegevens, informatie en kennis
Van het begrip ‘kennis’ bestaat geen eenduidige definitie. In het vervolg wordt aangenomen dat het
datgene is wat iemand in staat stelt om informatie te verwerken. Op grond van iemands kennis kan
deze persoon de relevante gegevens, de informatie selecteren. Met behulp van kennis worden
conclusies getrokken. Dit is informatieverwerking: de combinatie van informatie en kennis leidt tot
nieuwe conclusies. Kennis is van belang bij zowel de selectie als verwerking van informatie. Om tot
juiste conclusies te komen is voorts nodig dat de informatie en kennis juist en volledig is.
2.3 Informatiemanagement en kennismanagement
Men onderscheidt middelen ter ondersteuning van informatievoorziening en middelen ter
ondersteuning van kennisvoorziening. Het geheel, de goede en efficiënte verwerking van informatie,
noemt men ook wel informatieverwerkingsmanagement. Informatiemanagement is gericht op het
optimaliseren van de informatievoorziening en –overdracht. Kennismanagement is gericht op het
aanwenden van de juiste kennis binnen het informatieverwerkingsproces (zowel bij de selectie van
relevante gegevens als de informatieverwerking). Zowel informatie- als kennismanagement zijn nodig
voor optimale informatieverwerking.
2.4 Expliciete en impliciete kennis
Kennis is dus datgene wat iemand in staat stelt om informatie te verwerken. Die kennis is impliciet of
expliciet en beide vormen spelen een belangrijke rol binnen het kennismanagement. Men onderscheidt
vier processen met betrekking tot kennisoverdracht:
1. Explicitatie: men maakt iemands impliciete kennis expliciet door het vast te leggen;
2. Internalisatie: iemand maakt zich expliciete kennis eigen, waardoor deze kennis deel uit gaat
maken van diegene zijn impliciete kennis;
3. Socialisatie: mensen leren direct van elkaars impliciete kennis, zonder tussenkomst via
explicitatie;
4. Combinatie: verschillende expliciete kennis wordt samengevoegd tot een waardevoller geheel.
Edwin van der Velde Rijksuniversiteit Groningen
, Juridische Aspecten van Kennismanagement 2016/2017
Bij het begrip contentmanagement, verstaat men onder ‘content’ gegevens, informatie en expliciete
kennis. Overigens is het onderscheid tussen gegeven, informatie en kennis niet scherp en vaak
subjectief van aard.
2.5 Ware kennis
Bij methoden van kennismanagement onderscheidt men die waarbij de nadruk meer ligt op expliciete
kennis en die waarbij meer aandacht uitgaat naar impliciete kennis. Daarbij moet worden opgemerkt
dat absoluut ware kennis niet bestaat. Het gaat om een gerechtvaardigde ware overtuiging. Bedrijven
legden zich aanvankelijk vaak toe op het expliciteren van kennis ter zekerheid. Ook dan blijft het
probleem spelen welke kennis wordt geaccepteerd en welke wordt verworpen. Ook kan een
onderneming erg inflexibel worden, terwijl weinig ruimte meer bestaat voor afwijkende denkbeelden.
Men moet een balans vinden tussen traditie en innovatie. Probleem bij impliciete kennis is echter dat
het belang daarvan niet direct zichtbaar is terwijl het moeilijk meetbaar is. Pogingen tot meting van
impliciete kennis leidt bovendien vaak tot het expliciteren daarvan.
2.6 De doelstellingen van kennismanagement
Kennismanagement richt zich op het beheer van kennis in de organisatie als productiefactor voor
informatieverwerking. Bij kennismanagement moet aandacht worden besteed aan drie processen. Bij
alle drie nader te bespreken processen speelt het delen van kennis een grote rol.
Het delen van kennis vormt de brug tussen individuele kennis en kennis van de organisatie.
Kennisuitwisseling is evenwel niet vanzelfsprekend, omdat kennis juist vaak datgene is dat de ene
medewerker van de andere onderscheidt. Socialisatie is de meest directe vorm van kennisdeling
maarheeft als nadeel dat het maar ten aanzien van enkele personen tegelijk kan geschieden.
Externalisatie daarentegen leidt tot ter beschikkingstelling aan iedereen, maar is wel indirect en
kostbaar en soms zelfs onmogelijk. Bovendien heeft het alleen zin als anderen er vervolgens ook van
leren. Bij het delen van kennis spelen tegengestelde belangen tussen werkgever en werknemer een rol.
Ook werknemers onderling kunnen strijdige belangen hebben (als het ware concurrenten). De
bedrijfscultuur is daarom bepalend voor de mate waarin kennis wordt gedeeld. In een open cultuur zal
hiervoor meer ruimte en tijd bestaan dan in een gesloten cultuur.
Het eerste proces heeft betrekking op het borgen van kennis. Dit proces is gericht op het voorkomen
van verlies van kennis. Dit kan bereikt worden door het expliciteren van kennis, maar lang niet alle
kennis laat zich expliciteren. Bovendien kan dit erg duur en tijdrovend zijn. Ook willen mensen vaak
hun (impliciete) kennis niet prijsgeven en zou voortdurend op actualiteit moeten worden
gecontroleerd. Voorts moet worden geselecteerd en moet voor gebruik van de geëxpliciteerde kennis
worden geïnternaliseerd. Een andere wijze van kennisborging is socialisatie: in dat geval is de kennis
immers niet meer aan een persoon verbehouden zodat bij vertrek van een persoon de kennis niet aan
het bedrijf wordt onttrokken. Hoe deze methode werkt, hangt af van de wijze van samenwerking. De
resultaten zullen daarom weinig concreet zijn.
Het tweede proces heeft betrekking op het toepassen van kennis. Belangrijk is dat men zorgt dat de
juiste kennis op de juiste plaats en het juiste tijdstip in het informatieverwerkingsproces wordt
toegepast. Daarvoor is in ieder geval nodig dat men weet wie over welke kennis binnen de organisatie
beschikt. Culturele problemen kunnen er soms toe leiden dat wordt geweigerd bepaalde kennis toe te
passen. Het in kaart brengen van het informatieverwerkingsproces kan helpen bij het toepassen van
kennis.
Het derde proces heeft betrekking op het vergaren van kennis. Om in de toekomst concurrerend te
blijven, zal een organisatie ook nieuwe kennis moeten verwerven. Dit kan door het aantrekken van
nieuwe kennis, maar deze kan ook zelf worden ontwikkeld. Innovatiemanagement heeft betrekking op
het vergaren, ontwikkelen en implementeren van nieuwe kennis. Hierbij is meer aandacht voor
verandermanagement dan bij kennismanagement: om nieuwe ideeën te kunnen toepassen is nodig dat
een organisatie zich gemakkelijk kan aanpassen.
Edwin van der Velde Rijksuniversiteit Groningen