Leerproblemen literatuur
College 1 - Inleiding
Ruijssenaars, Minnaert, Ghesquiere. (2014). Leerproblemen en leerstoornissen
Het onderscheid tussen een leerprobleem en een leerstoornis (zijn blijvend basale vaardigheden raken
niet geautomatiseerd) is gradueel en gebaseerd op ernst, langdurigheid en hardnekkigheid van de
problematiek.
De Commissie Dyslexie van de Gezondheidsraad in NL spreekt van dyslexie als de automatisering van
woordidentificatie (lezen) en/of schriftbeeldvorming (spellen) zich niet, dan wel zeer onvolledig of zeer
moeizaam ontwikkelt.
- Definitie beperkt zich tot het Technisch lezen en foutloos spellen op woordniveau, onafhankelijke
van het taalbegrip
- Nadruk ligt op automatisering, blijkens uit snelheid en accuratesse
- Sprake van individu gebonden factoren
- Zelfs bij een redelijk leesniveau, kan de problematische automatisering weer herkenbaar zijn bij
nieuwe en complexe taken
- Dyslexie kan meer of minder ernstig zijn (ernstig: je blijft in zwakste 10%).
Dyscalculie: stoornis die gekenmerkt wordt door hardnekkige problemen met het leren en vlot/accuraat
oproepen/toepassen van reken-/wiskundekennis (feiten/afpsraken).
IQ < 70 kan niet meer van leerstoornis gesproken worden.
Vroegtijdige kenmerken:
- Dyscalculie: het niet kunnen onderscheiden van kleine hoeveelheden
- Dyslexie: het niet kunnen discrimineren tussen minimale klankverschillen verder pas te
merken vanaf 4 jaar
voor beide ontwikkelingsvertraging in linkerhemisfeerfuncties (snel en correct oproepen uit LTG)
De 3 psychologische basisbehoeften zijn de behoefte aan autonomie, de behoefte aan sociale
ondersteuning en de behoefte aan competentiebeleving. gevolg voor motivatie, ontwikkeling en
prestaties
Pennington onderscheidt een integratief, transactioneel ontwikkelingsmodel van psychopathologie, 4
niveaus
1. Etiologie specifieke waarneembare gedragingen
2. Hersenmechanismen specifieke waarneembare gedragingen
3. Neuropsychologie hypothetische (neuro)psychologische processen
4. Gedrag specifieke waarneembare symptomen
Leerstoornis zwakker werkgeheugen compenseren door gebruik te maken van metacognitieve
strategieën
Temporele informatie: informatie over de chronologische volgorde van gebeurtenissen in de tijd;
tijdslogica
Voordelen transactioneel ontwikkelingsmodel:
- Duidelijk onderscheid tussen observeerbare leerprestaties, de veronderstelde psychologische
processen alsook de rol van de hersenen en de etiologie (oorzaken).
- Genuanceerd beeld van wat verstaan wordt onder oorzaak en verklaring
- Er bestaat geen 1-op-1 relatie tussen oorzaak en gevolg in het geval van ontwikkelingspathologie
- Model maakt duidelijk dat omgevingsinvloeden van elkaar verschillen en tot een onderscheiden
expressie leiden
, - Een effectieve behandeling die tot gedragsverandering leidt zal ook waarneembaar van invloed
zijn op het functioneren van de hersenen.
- Wetenschappelijk onderzoek naar de aard en achtergronden van leerstoornissen vanuit het
geschetste model multidisciplinair van aard
Typen diagnoses in de diagnostiek:
- Onderkennende diagnose: classificatie op basis van een aantal objectief waarneembare,
beschrijvende kenmerken van het probleem
- Verklarende diagnose: geeft een samenhangend beeld van de condities die de stoornis
oproepen, in stand houden of versterken reden kan duidelijk worden
- Indicerende diagnose: globale richtlijnen voor de best passende aanpak
College 2 - Genen & omgeving en hun rol in vroege
gecijferd- en geletterdheid
Little, Hart (2022). Genetic and Environmental Influences on Learning to Read.
Nature 50%, nurture 50% voor leesvaardigheid wisselwerking
Gedeelde omgeving: niet-genetixche invloeden waardoor broers en zussen meer op elkaar lijken.
Niet-gedeelde omgeving: laat verschillen tussen tweelingen zien
Hoe onderscheid maken tussen goede lezers en mensen met moeilijkheden met lezen?
- Afkap-criteria
- DeFries-Fulker-methode genetische invloeden goede en zwakkere lezers
- Generalistische genenhypothese: geeft aan dat dezelfde genen het hele continuüm va
leesvaardigheid beïnvloeden, wat leidt tot het gebruik van een dimensionele benadering ipv een
categorische benadering van leesvaardigheid en beperkingen hiervan
- Genetische gevoelige kwantielregressie wordt niet gecategoriseerd of gedichtomiseerd in
vaardigheidsgroepen
De implicaties van verschillende onderzoeken suggereren dat genetische en omgevingsinvloeden op
leesvaardigheid mogelijk niet kwalitatief verschillen tussen lezers met een laag, gemiddeld of hoog
vaardigheidsniveau.
Er zijn zowel overlappende als unieke genetische en omgevingsinvloeden daarom brede benadering
- Multiple Deficit Model
- Genetische gevoelige studies
Domein-algemene risicofactoren
De resultaten van de moderatoranalyses gaven aan dat de rang en/of leeftijd van de deelnemers een
significante bron was van verschillen in de genetische en omgevingsschattingen, met een algemeen
patroon van toenemende genetische invloeden in de loop van de tijd en vervolgens afnemende gedeeld
omgevingsinvloeden.
Actieve gen-omgevingscorrelatie: individuen kiezen omgevingen die passen bij hun genetische aanleg
naarmate ze ouder worden en meer autonomie krijgen.
Veel onderzoeken genetische als gedeeld omgevingsinvloeden belangrijk voor leesgroei
Simplex-modellering: toenemende verandering wordt gemeten ipv gemiddelde groeipercentages in de
loop van de tijd verandering in de tijd grotendeels door genetische factoren
, Dual change score-model (Little) onderzoekt het aandeel van genetische en omgevingsinvloeden op de
gezamelijke ontwikkeling van 2 primaire leesvaardigheden (begrijpend en vloeiend lezen) focussen op
omgeving.
Environmental Mediation Model (EMM): onderzoeken welke aspecten van de omgeving bijdragen aan
gedeeld omgevingsvariantie, terwijl tegelijkertijd erfelijkheid, gedeeld omgeving en niet-gedeelde
omgevingsinvloeden worden geschat invloed SES, gezinsomgeving, buurt onderzoeken
Leraren en klaslokalen hebben niet direct invloed
Invloeden buiten klaslokaal groter op lezen
Gen-voor-omgevingsinteractie (GxE)-modellen: modererende invloed van sociaaleconomische factoren
thuis en op school
Gedragsgenetische studies invloed tussen leesvaardigheid en omgevingscomponenten?
- Print exposure: de hoeveelheid lezen die een persoon doet buiten het formele onderwijs
Onderzocht door direction of causation primaire richting van invloed was van leesvaardigheid
tot print exposure.
MZ-discordant ontwerp: rol van specifieke aspecten van de niet-gedeelde omgeving onderzoeken niet-
gedeelde omgevingscomponenten zijn verantwoordelijk voor een klein tot matig deel van de individuele
verschillen.
Trickett, Batchelor, Brittle, Foulkes, Pickering, Slocombe, Gilmore. (2022). The role of parent-led and child-
led home numeracy activities in early mathematical skills.
Spontaan focussen op getallen = SFON
Wiskundige thuisomgeving (HNE) numerieke als niet-numerieke activiteiten
Belangrijk voor 3-6 jarige
Multi-methodische benaderingen om te onderzoeken, vragenlijsten, observaties, gesprekken.
Het gebruik van individuele taken maakt het mogelijk om specifieke relaties te identificeren, terwijl het
gebruik van samengestelde scores aangeeft of het concept van de wiskundige thuisomgeving , als
algemene omgeving, nuttig en voorspellend is.
- Frequentie en aard van input, beide opnemen voor beoordeling
Een manier om de invloed van kinderen op hun omgeving te meten, is door rekening te houden met hun
- Spontaneously Focusing On Numerosity (SFON): een proces van spontaan de aandacht vestigen
op het aspect van het exacte aantal items of incidenten en het gebruik van deze info in iemands
actie. deze kinderen zullen meer oefenen en heeft dus invloed op ontwikkeling
Wordt geassocieerd met gelijktijdig beoordeelde symbolische en niet-symbolische rekenkunde
- Cijfertaal tijdens spelinteracties stimuleren door gebruik van prompts door ouders
Onderzoekers voorspelden dat metingen van de wiskundige thuisomgeving gerelateerd zouden zijn aan
de numerieke vaardigheden van kinderen
Coderingsschema (Ramani, 2015), 6 verschillende soorten cijfertaal
1. Kardinaliteit
2. Tellen
3. Ordinale relaties
4. Cijfers identificeren
5. Grootte
6. Rekenkunde
Resultaten:
- Opvallend is de beperkte waarneming van SFON-uitingen