Burenrecht
Week 1 – Inleiding burenrecht, beplanting, erfafscheiding, bebouwing, erfdienstbaarheid en
verjaring
Art.6:162 lid 1 BW => hij, die jegens een ander een onrechtmatige daad pleegt, welke hem
kan worden toegerekend, is verplicht de schade, die de ander
dientengevolge lijdt, te vergoeden.
Eigendom (art.5:1 lid 1 BW) => het meest omvattende recht dat een persoon op een zaak
kan hebben.
Burenrecht => titel 4 Boek 5 BW
=> richt zich in beginsel tot ‘eigenaren’
=> richt zich in beginsel tot de ‘eigenaren van erven’
=> erf = een onroerende zaak, waaronder de grond valt, met de zich daarop bevindende
opstallen, maar kan ook alleen een opstal betreffen (art.3:3 lid 1 BW)
=> de regels van het burenrecht zijn niet dwingend rechtelijk voorgeschreven
=> eigenaren kunnen van de regels afwijken
Het mogen afwijken van de wettelijke regeling kan ook gebeuren bij overeenkomst, waarbij
de partijen elkaar wederzijds iets beloven
=> gronden op grond waarvan de buurman de met de andere buurman gesloten
overeenkomst kan aantasten:
bedreiging => art.3:44 lid 2 BW => wanneer iemand een ander tot het verrichten van
een bepaalde rechtshandeling beweegt door onrechtmatig deze of een derde met
enig nadeel in persoon of goed te bedreigen
bedrog => art.3:44 lid 3 BW => wanneer iemand een ander beweegt tot het verrichten
van een bepaalde rechtshandeling door enige daartoe gedane opzettelijke onjuiste
mededeling of door het daartoe opzettelijk verzwijgen van enig feit dat de verzwijger
verplicht was mede te delen of door een andere kunstgreep
misbruik van omstandigheden => art.3:44 lid 4 BW => wanneer iemand die weet of
moet begrijpen dat een ander door bijzondere omstandigheden, noodtoestand,
afhankelijkheid, lichtzinnigheid, abnormale geestestoestand of onervarenheid,
bewogen wordt tot het verrichten van een rechtshandeling, het tot stand komen van
een rechtshandeling bevordert, ofschoon hetgeen hij weet of moet begrijpen hem
daarvan zou behoren te weerhouden
dwaling => art.6:228 lid 1 BW => een overeenkomst die tot stand gekomen is onder
invloed van dwaling en bij een juiste voorstelling van zaken niet zou zijn gesloten is
vernietigbaar:
indien de dwaling is te wijten aan inlichtingen van de wederpartij, tenzij deze
mocht aannemen, dat de overeenkomst ook zonder die inlichtingen zou zijn
gesloten;
indien de wederpartij in verband met hetgeen zij omtrent de dwaling wist of
behoorde te weten, de dwalende had behoren in te lichten;
indien de wederpartij bij het sluiten van de overeenkomst van dezelfde onjuiste
veronderstelling als de dwalende is uitgegaan, tenzij zij ook bij een juiste
voorstelling van zaken niet had behoeven te begrijpen dat de dwalende
daardoor van het sluiten van de overeenkomst zou zijn afgehouden.
Het kan ook zijn dat de overeenkomst anders uitpakt dan een van de buren had gedacht,
terwijl er geen sprake van is dat een van de buren de overeenkomst niet heeft gewild.
hr. Gorsselse bomen => voorop wordt gesteld dat de bijzondere positie, welke de aan een
overheidslichaam toebehorende en ten openbare nut bestemde zaken vanouds in recht