Interne communicatie
Collegeaantekeningen
Hoorcollege 1
Between-subjectdesign (tussenproefpersoonontwerp) : alle groepen andere manipulatie
- Verschillen tussen groepen in de gate houden. 2 groepen gelijk maken: bv in leeftijd, geslacht,
etc
- Geen volgorde effecten
- Meer respondenten nodig
Within subjectsdesign (binnenproefpersoonontwerp): allemaal zelfde manipulatie
- Je kan biased zijn op basis van een eerdere manipulatie: proberen volgorde zo te maken dat dit
niet gebeurt (= volgorde effecten)
- Minder respondenten nodig
- Geen verschillen tussen groepen
- Doel van onderzoek: als dit te duidelijk is kan dit invloed hebben op antwoorden
Onafhankelijk variabelen
1. Aanwezigheid vs afwezigheid (wel emoji - niet emoji)
- Wel of geen experimentele behandeling: is er effect van OV?
- Vergelijking tussen groepen op AV
- Voorbeeld: geneesmiddel vs placebo
2. Hoeveelheid (3 emojis - 10 emojis)
- Onderzoeken effecten van verschillende hoeveelheden AV
- Voorbeeld: dosering medicatie
3. Type variabele
- Veroorzaken verschillende typen variatie in AV?
- Bv: type leiderschap
- Gebruik passende controleconditie: bv geen leiderschap
Significantie - statistisch gezien is verschil groot genoeg
Casus: Di Stefano et al. (voorbeeld voor groepsopdracht: deze structuur volgen!)
—> Nieuwe medewerkers: hoe inwerken?
Manier aanleren manipuleren: kijken wat invloed is op uitkomst inwerken (10 dagen inwerken)
2 condities: reflectie (vanaf dag 6 elke dag 15min reflecteren op dag) vs training (meelopen, geen
15min reflectie)
AV: prestatie op toets na 10 dagen
—> score van medewerkers in reflectieconditie significant hoger. Dus: manipulatie had effect. Dus
beter voor toekomstige medewerkers om te reflecteren
—> na maand nog een test: effect werkte nog. Na een maand werkte het langzaam uit. Maar toch:
sneller/effectiever ingewerkt
Stakeholder in dit geval = medewerkers
Hoorcollege 2
H7 en H19
,2 themas:
- Communicatie
- Veranderingen
- Een van moeilijkste dingen om te communiceren (intern en extern)
1. Communicatie
Organizational communication
- Organisaties proberen om medewerkers te sturen en te beïnvloeden middels communicatie
- Gedrag medewerkers vaststellen via communicatie (bv functioneringsgesprekken)
- Interne werving (voor bv projectgroepen) via communicatie
- Geen organisaties zonder communicatie
- Struikelblok: als communicatie niet effectief is —> organisatiedoelen worden niet bereikt
Organisaties hebben meerdere manieren om te communiceren —> wat is effectief? —> afhankelijk
van doel
Communication Escalator
- Hoe groot verandering is
- Hoe veel betrokkenheid er vereist is van medewerkers
—> grotere verandering —> meer betrokkenheid vereist —> groter belang van goede communicatie
- Afhankelijk hiervan: kiezen voor bepaald communicatiemiddel (via email, persoonlijke uitleg,
teamvergadering, etc.)
Interpersonal communication
- Communicatie = uitwisseling van informatie en van (diepere) betekenis tussen mensen
- Tussen minstens 2 mensen
- Communicatie voldoet aan social imperatives (sociale normen)
- Voorkeuren wat betreft mondelinge en schriftelijke communicatie (vaak cultureel bepaald) —>
diep verankerd. Bv lengte van stiltes in gesprek, etc.
- Ondanks dat we ons hieraan houden —> toch miscommunicatie, ruzies, etc. Communicatie is erg
fouten gevoelig
Why communication is so hard
Shannon & Weaver
Communication proces:
Zender: stuurt bericht naar ontvanger. Moet bericht coderen (hoe uitdrukken?)
Kanaal: boodschap uitgedrukt via dit medium (mondeling, digitaal, etc.). Zender kiest dit.
Ontvanger: boodschap decoderen. Interpreteren wat er gezegd wordt: verstaat / begrijpt hij het?
Perceptuele filters: zaken in hersenen die communicatie kunnen verstoren. Bijvoorbeeld: niet goed
opletten, herrie op de achtergrond, niet hetzelfde referentiekader
Referentiekader = associaties, aannames, attitudes die onze cultuur/waarden/voorkeuren bepalen.
Zelfde boodschap wordt anders geïnterpreteerd op basis van referentiekader.
Feedback: van ontvanger naar zender. Verbaal of non-verbaal. Hieruit blijkt hoe ontvanger berichten
interpreteert. Zender weet of bericht succesvol is ontvangen.
Dit alles gebeurt binnen context. Succes van communicatie/interpretatie van bericht hangt ook af
van context waarbinnen deze plaatsvindt.
,Interferentie mogelijk: ruis (noise). Factoren die communicatie verstoren. Zoals gebrek aan feedback
(bij digitale communicatie: lastig om te zien hoe iemand iets echt bedoelt, want gebrek aan non-
verbale communicatie). Kan ook letterlijke ruis zijn: achtergrondgeluid.
Voor goed communicatie proces: bericht moet sterker zijn dan ruis.
Communicatie kan misgaan in alle stappen van het communicatieproces: bij zender (coderen),
ontvanger (decoderen), perceptuele filters, feedback, ruis, etc…..
Why communication is so hard
Factoren die communicatie verstoren
- Machtsverschillen (praat je met andere studenten of met je baas?)
- Gender verschillen (is oud onderzoek naar, maar tegenwoordig twijfel hierover)
- Fysieke omgeving (bv opstelling tijdens sollicitatiegesprek —> creëert bepaalde sfeer)
- Taal (tussen landen, maar ook binnen landen (dialecten))
- Culturele verschillen (verschillen in social imperatives (normen), verbaal en non-verbaal)
Media Richness theory
Verschillende media, verschillen in ‘rijkheid’
Bepaalt door 4 factoren:
- Aantal signalen die je kunt verzenden en ontvangen (cues): communicatie auditief, visueel,
schriftelijk, etc….
- Hoeverre is er de mogelijkheid om meteen te reageren (feedback)
- Synchrone media: wel meteen reageren
- Asynchrone media: niet meteen reageren
- In hoeverre kun je je aandacht wijden aan communicatie?
- In hoeverre kun je ‘natuurlijke taal’ gebruiken (zoals mondeling taalgebruik, handgebaren, etc)
Complexe en ambigue zaken —> beter communiceren via rijkere media
Verbale communicatie = alle communicatie met woorden (mondeling, schriftelijk). Gebruiken om
informatie over te brengen.
- Ook gebarentaal (je maakt woorden met handen, is doordacht, voor overbrengen van
informatie)
Non-verbale communicatie = communicatie zonder woorden (handgebaren, gezichtsuitdrukkingen,
kleding, etc.). Over het algemeen: minder doordacht en minder inhoudelijk.
Verbal communication
—> Kunnen niet alleen communicatie maar ook gedrag beïnvloeden
Questioning techniques (hoe bereik je wat je wil?)
- 7 soorten vragen
- Gesloten
- Open
- Probe: doorvragen
- Reflective
- Multiple
- Leading: suggestief
- Hypothetisch
- Stellen van vraag in bepaalde vorm kan tot andere antwoorden leiden
, - Interne communicatie: niet teveel suggestieve vragen voor open dialoog en stimuleren van
creatief denken en informatie die niet bevooroordeeld is —> meer open, probe en hypothetisch
- Loftus & Palmer: afhankelijk van vraag die je stelt en woordkeuze —> andere antwoorden. Dus
hoe je vraag stelt bepaalt hoe mensen antwoorden en wat mensen onthouden. Dus: geheugen
van mensen kan gestuurd worden door stellen van bepaalde vragen.
- Hoe je vraag stelt kan dus invloed hebben op antwoorden, communicatie en gedrag van mensen
Conversation controls (welke signalen geef je af?) —> vallen onder feedback
- Signalen waarmee je gesprekken stuurt (back channeling signals)
- Bv geluidjes, knikken, pauzes etc.
- Bewust en/of onbewust
- Verbaal en/of non-verbaal
- Sommige geven aan dat je het ergens mee eens bent, anderen juist dat je iets in twijfel trekt
- Cultureel bepaald
Non-verbal communication
- Houding
- Gezichtsuitdrukkingen
- Handgebaren
- Oogbewegingen (verwijding van pupillen)
- Gebruik van de ruimte (bewegen, etc)
- Para-language: intonatie, volume, nadruk, etc.
- Afstand van gesprekspartner
—> allemaal ook cultureel bepaald
Over algemeen: geïnterpreteerd in cluster. Gaat om set/combinatie van non-verbale signalen. Op
basis daarvan conclusies trekken
Power tell: non-verbaal signaal dat laat zien hoe belangrijk/dominant iemand is of hoe
belangrijk/dominant iemand gevonden wil worden
Cultural differences
Voor organisatie met afdelingen/contacten in buitenland —> belangrijk om hier rekening mee te
houden. Andere manieren leren kennen en respecteren om effectief zaken te doen
2 groepen:
Hoge context culturen
- Non-verbale signalen belangrijk
- Meer rituelen, houden aan bepaalden geboden/normen
- Japan, China, Aziatisch
Lage context culturen
- Belangrijk wat verbaal of geschreven wordt
- Nederland, Scandinavië, ‘Westers’
Communication climate
Communicatie naast nationale cultuur ook afhankelijk van organisatiecultuur. Van impact op hoe
medewerkers zich voelen en op doorvoering van veranderingen
Open: medewerkers voelen zich vrij om kritiek te uiten, suggesties te geven, mensen praten vrijuit,
informatie stroomt open door organisatie
Gesloten: mensen durven niet te zeggen wat ze vinden, meer hiërarchisch, minder eerlijk/open
Tevredenheid/verzuim, etc: afhankelijk van klimaat. Hoe meer open: hoe prettiger