‘Het diner’ – Herman Koch
Biografie
Herman Huibert Koch is de bekende schrijver van het boek ‘Het diner’.
Herman Koch wordt geboren in Arnhem op 5 september 1953. Al snel verhuist het gezin naar
Amsterdam. Al op jonge leeftijd schrijft hij verhalen en tekent hij
gretig strips. Herman is een notoir verlegen jongen. Zijn ouders
sturen hem naar het Montessori Lyceum in Amsterdam-Zuid, maar hij
heeft moeite te aarden. Hij is dun, kan niet voetballen, is slecht in
gymnastiek, maar ook in rekenen. Hij is — zoals hij later optekent —
“nergens goed in.”
Herman wordt een leerling met twee gezichten. Als
overlevingsmechanisme cultiveert hij zijn gevoel voor humor. Waar hij namelijk
wel goed in blijkt te zijn: grappen maken. En schrijven. Docenten Nederlands
zijn onder de indruk van zijn opstellen en verhalen. Van zijn humor houden ze
minder. Herman zit vaak achter in de klas en regelmatig roept hij iets
om zijn verlegenheid te maskeren. De schoolleiding beschouwt
hem als een leerling met een negatieve invloed op de rest van
de school en stuurt hem naar een psycholoog. Van hem hoort
Koch dat hij vooral moet doorgaan met het schrijven van
verhalen. Als de situatie in de klas onhoudbaar wordt, stuurt de leiding Herman van school,
waarna hij wordt aangenomen op het Spinoza Lyceum.
Kochs moeder overlijdt als hij zeventien is, na een ongeneeslijke ziekte, een gebeurtenis die
grote indruk maakt. Herman gaat door met het schrijven. In 1972 doet hij eindexamen, maar
hij verknalt zijn opstel. Zijn leraar Nederlands laat de gecommitteerde die het examen moet
beoordelen vijf andere teksten van Koch lezen als bewijs dat zijn leerling echt kan schrijven.
Na zijn examen gaat hij naar Finland, waar hij hard moet werken op een boerderij. Koch
zoekt bezigheden die niet bij hem passen, juist om datgene te doen wat hij niet kan of durft.
Nadat hij terugkeert uit Finland houdt hij zich onder andere in leven met het vertalen van
detectives, maar hij durft niet te werken aan zijn debuutroman. Als hij vijfentwintig is
overlijdt zijn vader. Koch komt hierna terecht in Londen, waar hij doorgaat met vertalen en
samenleeft met een geliefde. Hij is ongelukkig en gaat gebukt onder stress en aanvallen van
hyperventilatie. Op de dag dat zijn vriendin de relatie beëindigt krijgt hij te horen dat een
literair tijdschrift een verhaal van hem gaat plaatsen. Zijn eerste boek ‘De voorbijganger’
werd in het jaar 1985 uitgebracht wat zijn doorbraak is geweest.
Bibliografie
- 1985 – De voorbijganger, verhalen
- 1989 – Red ons, Maria Montanelli, roman
- 1991 – Hansaplast voor een opstandige, de beste verhalen van Menno Voorhof
- 1996 – Eindelijk oorlog, roman
- 1998 – Geen agenda, verhalen
- 1999 – Het evangelie volgens Jodocus, columns
- 2000 – Eten met Emma, roman
- 2001 – Schrijven & drinken, verzamelde verhalen
- 2001 – Dingetje, columns
- 2003 – Alle verhalen, verhalen
- 2003 – Odessa Star, roman
- 2005 – Denken aan Bruce Kennedy, roman
, - 2009 – Het diner, roman
- 2010 – De ideale schoonzoon, columns
- 2011 – Zomerhuis met zwembad, roman
- 2012 – Korte geschiedenis van het bedrog, de verhalen, verzamelde verhalen
- 2014 – Geachte heer M. Roman
- 2016 – De greppel, roman
- 2021 – Een film met Sophia, roman
- 2022 – Het Koninklijk Huis, roman
Samenvatting
Het zou maar andere bezoekers trekken.
Hij gaat eerst met zijn vrouw Claire wat drinken in een naburig café. Daar vraagt ze hem of
hij de laatste tijd iets aan hun zoon Michel heeft gemerkt. Paul moet dan terugdenken aan het
bericht dat hij vlak voor ze weggingen op de mobiel van zijn zoon heeft gezien. Dat wekt
spanning: er is blijkbaar in het verleden iets ergs gebeurd. Ze gaan dan naar het restaurant
waar ze hebben afgesproken, want Serge wilde iets met hen bespreken. Serge heeft het imago
van de “doe-maar-gewoon-politicus,” maar ook dat lijkt een aangeleerde pose. Serge heeft
ook een vijftienjarige zoon Rick en bovendien heeft hij een zoon uit Burkina Faso
geadopteerd, wat zijn imago als politicus heeft verbeterd. Ook aan deze Beau ergert Paul zich
flink.
Ze drinken een aperitief: een roze champagne van maar liefst 10 € per glas. Ook dit wordt
door Paul belachelijk gemaakt. Hij ziet bovendien dat Babette betraande ogen heeft.
Voorgerecht
De beide paren bestellen een voorgericht, dat ook al heel duur is. Paul ergert zich tijdens deze
eerste fase aan van alles: de opzichtig acterende gerant met zijn culinaire praatjes over
achterlijk kleine maar dure porties, de flauwe grappen die er verteld worden, de te dure
chablis, de anekdote over het vakantiehuisje van Serge in de Dordogne, waar ze in het
verleden een barbecue met andere Nederlanders organiseerden en Paul van mening is dat zijn
broer en schoonzus “Frankrijkje speelden.” Paul wil even weg van tafel en hij gaat naar de wc
waar hij een man ontmoet die aan hem vraagt of zijn dochter een foto zou mogen maken van
de politicus. Paul denkt dat het wel mag. Wanneer hij terugkeert naar de tafel, ziet hij dat de
vrouwen weg zijn gegaan. Serge zegt dat ze over hun kinderen moeten praten.
Hoofdgerecht
De vrouwen zijn nog steeds niet terug, maar het hoofdgerecht wordt door de gerant
opgediend. Serge wil alvast aan zijn tournedos beginnen: aan hem is eigenlijk het dure eten
niet besteed. Paul gaat vervolgens de vrouwen zoeken en hij denkt daarbij terug aan het
fotomoment met de dochter van de wc-man. Serge is één en al voorkomendheid tegenover de
man (vanwege zijn politieke aspiraties) maar wanneer de man blijft “plakken” wordt hij toch
ongeduldig en wat onbeleefder. Hij doet dan net of hij mobiel wordt gebeld en breekt het
gesprek af.
Dan gaat ineens ook een mobiel bij Paul af: het is die van Michel die hij per ongeluk in zijn
zak heeft gestoken. Op het toilet bekijkt hij wie het is. Het is Michel zelf die zijn mobiel mist
en hem graag wil terug hebben. Maar Paul bekijkt op het toilet nog een keer naar de mobiele
video die erop staat en die hij al eerder die dag heeft gezien. Het is een opname van een