Propositio
10-11
Welke onrechtvaardige dood kan een belager en een rover werkelijk worden aangedaan?
Wat betekenen onze escortes, wat betekenen zwaarden? Het zou zeker niet geoorloofd zijn
die te hebben als het in geen enkel geval geoorloofd zou zijn die te gebruiken. Deze wet is
dus, rechters, niet geschreven, maar aangeboren, die wij niet hebben geleerd, die hebben
wij niet ontvangen, die hebben wij niet gelezen, maar die hebben wij ons toegeëigend,die
hebben wij in ons ingedronken, die hebben wij uitgedrukt, waarin zijn we niet onderwezen
maar gegroeid, we zijn niet opgevoed maar doordrenkt, zodat iedere manier om redding te
bewerkstelligen eerzaam zou zijn, als ons leven terecht zou komen in sommige hinderlagen
als het in geweld en in de wapens of haar rovers of vijanden zou terechtkomen. Wetten
zwijgen immers temidden van wapens en ze bevelen niet dat er op hem gewacht wordt.
Omdat door hem die wil wachten eerder een onrechtvaardige straf moet worden ondergaan
dan dat er door hem een rechtvaardige straf kan worden geëist.
Narratio
25 26
De gedachte kwam bij hem op dat zijn praetuur verlamd en krachteloze zou zijn als Milo
consul zou zijn. Hij zag hem verder consul worden met de hoogste instemming van het
Romeinse volk. Hij begaf zich bij de tegenkandidaten van hem, maar zodat hij zijn gehele
campagne zelf alleen organiseerde, terwijl zij zelf niet willend waren, zodat hij de gehele
verkiezingen op zijn schouders hoog hield, zoals hij herhaaldelijk zei. Hij riep de
kiesdistricten bijeen, hij bemoeide zich ermee, hij schreef de nieuwe Collina door de lichting
van zeer verdorven burgers. Hoe meer hij overhoop haalde, des te meer hij (Milo) met de
dag sterker werd. Zodra de tot iedere misdaad zeer voorbereide man zag dat een zeer
dapper man, zijn aartsvijand, zeer zeker consul zou zijn en hij begreep dat dit niet alleen in
gesprekken maar ook door stemmingen van het Romeinse volk vaak uitgesproken was,
begon hij openlijk te handelen en begon hij openlijk te zeggen dat Milo gedood moest
worden. 26 Hij had de slaven uit het boerenland en barbaars waren uit de Appenijn naar
beneden geleid, met wie hij de openbare bossen had verwoest en de Etrurië had gekweld,
die jullie hebben gezien, de zaak was allerminst onduidelijk. En openlijk zei hij immers
herhaaldelijk dat het Consulaat aan Milo niet kon ontnomen worden, maar het leven wel. Hij
gaf dit vaak te kennen in de senaat, hij zei het in de volksvergadering. Hij antwoordde zelfs
aan Marcus Favonius, en zeer dapper man, terwijl hij aan hem vroeg met welke hoop hij
tekeer ging terwijl Milo levend was dat hij binnen drie dagen of hoogstens binnen 4 dagen
zou omkomen. Favonius bracht deze uitspraak van hem meteen naar deze Marcus Cato.
27
Intussen omdat Clodius wist - het was immers niet moeilijk te weten - dat er een jaarlijks
terugkerende wettelijk vastgestelde noodzakelijke reis was voor Milo op 18 januari naar
Lanuvium om een priester te benoemen [omdat Milo de dictator van Lanuvium was], is hij
plotseling zelf de dag ervoor uit Rome vertrokken opdat hij voor zijn landgoed een
hinderlaag voor Milo plaatste, wat uit de zaak begrepen is. En hij is zo vertrokken dat hij een
roerende volksvergadering achterliet waarin zijn razernij werd verlangd, die hij nooit zou
hebben verlaten als hij niet had willen voldoen aan de tijd en plaats van de misdaad.
28