Werkgroepopgaven week 3
Box 3 en eigen woning
Onderwerpen
• Box 3
• Kerstavondarrest 2021
• Overbruggingswet box 3 (vanaf 2023)
• Toekomst box 3?
• Eigen woning in box 1
• Eigenwoningforfait
• Eigenwoningschuld
• Fiscaal partnerbegrip
• Inkomenstoerekening bij partners
Wetsartikelen
• Art. 1.2, art. 2.3, art. 2.4, art. 2.7, art. 2.17, art. 2.13, art. 2.14, art. 3.111, art. 3.112, art.
3.113, art. 3.114, art. 3.119a, art. 3.119aa, art. 3.120, art. 5.1, art. 5.2, art. 5.3, art. 5.5, art.
5.8, art. 5.10, art. 5.19, art. 5.20 art. 5.24 Wet IB 2001.
• Art. 5a Algemene wet inzake rijksbelastingen.
Literatuur
• I.J.J. Burgers (red.), Belastingrecht in Hoofdlijnen, Kluwer, Deventer, 2023, par. 2.3.4,
par. 2.7.3, par. 2.9.
Jurisprudentie
• HR 24 december 2021, ECLI:NL:HR:2021:1963 (Box 3 in strijd met eigendomsrecht).
Open vraag
Kim (45 jaar, alleenstaand) heeft op 1 januari 2023 een rendementsgrondslag van € 200.000.
Haar rendementsgrondslag bestaat uit banktegoeden (€ 150.000), overige bezittingen (€
100.000) en aftrekbare schulden (dus na aftrek van de schuldendrempel) van € 50.000.
Vraag a
Wat is Kims totale forfaitaire rendement in box 3? Maak een onderscheid tussen
banktegoeden, overige bezittingen en schulden.
Vraag b
Wat is Kims effectieve rendementspercentage in de zin van art. 5.2, lid 2 Wet IB 2001?
Vraag c
Wat is Kims grondslag sparen en beleggen?
Vraag d
Wat is Kims voordeel uit sparen en beleggen?
Vraag e
Hoeveel bedraagt de belasting op Kims belastbare inkomen uit sparen en beleggen?
1
, Vervolg van de opgave. Het blijkt dat de € 150.000 aan spaartegoeden die Kim op 1 januari
2023 op haar rekening had staan, volledig voortkwam uit de verkoop van aandelen Shell op
31 december 2022. Op 2 januari 2023 koopt zij voor hetzelfde bedrag (€ 150.000) aandelen in
Adyen.
Vraag f
Wat zijn de fiscale gevolgen van bovenstaande gang van zaken? Er is geen berekening vereist.
Meerkeuzevragen
Opgave 1
Welke bezitting kan niet tot de rendementsgrondslag van box 3 behoren?
a. Cryptovaluta.
b. Een vakantiehuisje op de Veluwe.
c. Een Bol.com giftcard van € 1.000.
d. Een Casio-horloge t.w.v. € 60 dat dagelijks wordt gedragen.
Opgave 2
Welke schuld kan niet tot de rendementsgrondslag van box 3 behoren?
a. Een aflossingsvrije lening aan de ING-bank om een eigen woning te financieren.
b. Een openstaande creditcardrekening bij American Express.
c. Een studieschuld aan de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO).
d. Een inkomstenbelastingschuld aan de Belastingdienst.
Opgave 3
Rui is eigenaar van een woning in Leiden die hij verhuurt aan twee young professionals. Op 1
januari 2023 is de waarde economisch verkeer van deze woning € 600.000. De WOZ-waarde
is vastgesteld op € 550.000. Rui verhuurt de woning voor een totaalbedrag van € 3.000 per
maand (exclusief GWL). Hoe wordt de woning belast in box 3?
a. De woning wordt niet belast in box 3, maar in box 1.
b. Rui wordt belast voor de werkelijke opbrengsten van € 3.000 per maand.
c. De tweede woning valt onder de rendementsgrondslag van box 3 tegen de WOZ-waarde
van € 550.000.
d. De tweede woning valt onder de rendementsgrondslag van box 3 tegen de waarde
economisch verkeer van € 600.000.
Opgave 4
Per 1 januari 2023 bezit Sabine (30 jaar, alleenstaand) alleen aandelen in box 3 ter waarde van
€ 357.000 (haar rendementsgrondslag). Haar grondslag sparen & beleggen is daarmee €
300.000. In 2023 schieten haar aandelen de lucht in. Vandaar dat ze op 31 december 2023 al
haar aandelen verkoopt. Ze boekt een koerswinst van € 100.000. Wat is Sabines gemiddelde
belastingdruk op de geboekte koerswinst?
2