Antwoordmodel opgave 9 t/m 11 van week 4
Aangezien niet in alle werkgroepen is toegekomen aan de behandeling van opgave 9 t/m 11,
wordt de het antwoordmodel van deze opgaven ter beschikking gesteld.
Opgave 9
Nova houdt 95% van de aandelen in BV A, die op zijn beurt alle aandelen houdt in BV B. BV
B exploiteert een parkeergarage in het centrum van Maastricht. In 2023 bedraagt de winst van
BV B € 2 miljoen, waarvan BV B ultimo 2023 € 0,5 miljoen uitkeert aan BV A. Naast de
ontvangen winstuitkering van BV A, heeft BV A nog een eigen winst in 2023 van € 250.000.
Wat is de fiscale winst van BV A in 2023?
a. € 250.000.
b. € 750.000.
c. € 2,15 miljoen.
d. € 2,25 miljoen.
[Antwoordmodel: Het juiste antwoord is a (€ 250.000). Als gevolg van de
deelnemingsvrijstelling ex art. 13 Wet Vpb 1969 blijft het door BV A van BV Ontvangen
dividend van 0,5 miljoen onbelast bij BV A. De winst die BV B maakt is bij BV B zelf belast
vanwege de zelfstandige belastingplicht van rechtspersonen (lichamen); zie art. 2 lid 1
onderdeel a Wet Vpb 1969). Het juiste antwoord zou b (€ 2,25 miljoen) zijn geweest als BV
A en BV B op de voet van art. 15 Wet Vpb 1969 een fiscale eenheid zouden vormen.
Daarover gaat opgave 10 hierna.]
Opgave 10
Bram houdt 95% van de aandelen in BV C, die op zijn beurt alle aandelen houdt in BV D. BV
D exploiteert een hotel langs de A10 in Amsterdam. In 2023 bedraagt de winst van BV B € 3
miljoen, waarvan BV B ultimo 2023 € 1 miljoen uitkeert aan BV A. Naast de ontvangen
winstuitkering van BV A, heeft BV A nog een eigen winst in 2023 van € 0,5 miljoen. Wat is
de fiscale winst van BV A in 2023 als BV A en BV B een fiscale eenheid vormen voor de
heffing van de vennootschapsbelasting?
a. € 0,5 miljoen.
b. € 3,35 miljoen.
c. € 3,5 miljoen.
d. € 4,5 miljoen.
[Antwoordmodel: Het juiste antwoord is c (€ 3,5 miljoen), te weten € 3 miljoen (winst BV B)
+ € 0,5 miljoen (winst BV A). Deze optelsom (consolidatie) vindt plaats omdat op grond van
art. 15 lid 1 Wet Vpb 1969 de werkzaamheden en het vermogen van BV D
(dochtermaatschappij) worden geacht deel uit te maken van de werkzaamheden en het
vermogen van BV C (fiscale eenheidsmoeder). Als gevolg van deze toerekeningsfictie is de
dividenduitkering van € 1 miljoen aan BV A niet zichtbaar (aan de deelnemingsvrijstelling
wordt dan ook niet toegekomen). Hoewel BV A slechts 95% van de aandelen heeft in BV B,
wordt 100% van de winst van BV B toegerekend aan BV A. Het 95%-aandelenbezit van BV
A in BV B is precies voldoende voor de bezitseis voor de fiscale eenheid (art. 15 lid 1 Wet
Vpb 19690.]
Opgave 11
Philippa houdt 100% van de aandelen in BV E, die op zijn beurt alle aandelen houdt in BV F.
BV E exploiteert een massagesalon in Leiden en BV F exploiteert een massagesalon in Den
Haag. Beide salons maken in 2023 een winst van € 250.000. BV F en BV E vormen een
fiscale eenheid op de voet van art. 15 lid 1 Wet Vpb 1969. Welk bedrag aan