Werkstuk
Het examen ‘Keuzedeel A Wijkgericht werken’ bestaat uit 3 onderdelen:
1. Onderzoek naar belangrijke thema’s binnen het wijkgericht werken;
2. Het voeren van een ‘keukentafelgesprek’;
3. Het houden van een intervisie.
, Examen Keuzedeel A, Crebocode SBB: K0186
Onderdeel 1:
Onderzoek naar belangrijke thema’s binnen het wijkgericht werken
1) Veranderende wet- en regelgeving
De organisatie en financiering van langdurige zorg en ondersteuning zijn per 1 januari 2015
ingrijpend veranderd. De Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) werd afgeschaft en er trad
een nieuw stelsel van wetten in werking.
Waarom en hoe?
Meer nadruk op de relatie cliënt – professional, meer maatwerk, meer ruimte voor professioneel
handelen èn minder regels en bureaucratie.
Nieuwe Wmo
Nieuwe Wet Langdurige Zorg (WLZ)
Aangepaste Zvw
Nieuwe Jeugdwet
1. Uitgegaan wordt van wat mensen (nog) wel kunnen in plaats van wat zij niet kunnen. Kwaliteit van
leven (welbevinden) staat voorop.
2. Als ondersteuning nodig is, wordt allereerst gekeken naar het eigen, sociale netwerk en de
financiële mogelijkheden van betrokkenen en wordt de hulp dichtbij georganiseerd.
3. Voor wie – ook met steun van de omgeving – niet (meer) zelfredzaam kan zijn, is er altijd (op
participatie gerichte) ondersteuning en/of passende zorg.
4. De meest kwetsbare mensen krijgen recht op passende zorg in een beschermende, intramurale
omgeving vanuit de nieuwe Wet Langdurige Zorg.
, Examen Keuzedeel A, Crebocode SBB: K0186
De hervormingen van de langdurige
zorg vragen veel van lokale partijen.
Dat geldt voor gemeenten, maar ook
voor burgers, zorgverzekeraars en
aanbieders van zorg en welzijn.
Gemeenten zetten een koers uit en
regisseren het traject. Zorgverleners
werken op een andere manier.
Tegelijkertijd wordt van inwoners
gevraagd eerst zelf een oplossing te
vinden voor hun zorg- of
ondersteuningsvraag.
Gemeenten hebben er veel nieuwe
verantwoordelijkheden en taken bij gekregen.
Ze krijgen de opdracht zorg en ondersteuning
adequater en effectiever vorm te geven, zodat
mensen langer zelfstandig thuis kunnen wonen.
Dat heeft niet alleen voor gemeenten directe
gevolgen. Ook zorgaanbieders,
zorgverzekeraars en andere betrokken partijen
zijn druk bezig met de nieuwe eisen en
opdrachten. De overheid verwacht ook iets van
de burger: iedereen met een hulpvraag wordt
aangesproken op zelfredzaamheid.
Overzicht van hoe de taken vanuit de oude AWBZ
verdeeld zijn en wie de uitvoerende is.
Gevolgen voor de burger
Gemeenten hebben enerzijds meer taken en verantwoordelijkheden. Anderzijds hebben zij meer
speelruimte. De lokale invulling van het beleid verschilt daarom per gemeente. Dat is wat onwennig
en leidt tot verschillen in zorg en ondersteuning (en de budgetten daarvoor). Aan de andere kant is
het ook logisch. Gemeenten hebben die vrijheid niet voor niets gekregen: door middel van wijkscans
en bevolkingsinformatie van verschillende partijen (bijvoorbeeld de GGD) en de wensen van burgers
zelf kunnen ze prioriteiten in gezondheid en welzijn aanstippen, afhankelijk van de behoeften van
verschillende wijken of buurten. De overheid hoopt dat de zorgkosten hierdoor dalen. Die vrijheid
wordt ook echt gebruikt. Kortom, de transitie heeft ook voor de burger directe gevolgen.
De burger met een hulpvraag:
• moet misschien naar een ander ‘loket’
• krijgt te maken met bezuinigingen
• wordt aangesproken op eigen kracht
• zal vaker worden gevraagd een beroep te doen op het eigen sociale netwerk en de mantelzorgers
, Examen Keuzedeel A, Crebocode SBB: K0186
De belangrijkste veranderingen:
De Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo)
Bij de AWBZ werd er vaak gekeken naar wat iemand niet meer kan. Het uitgangspunt van de nieuwe
Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) is zelfredzaamheid. Wat kan iemand wél zelf? En hoe
ziet het netwerk van de zorgvrager eruit?
Gemeenten hebben zorgplicht ten aanzien van zelfredzaamheid en participatie: zij moeten ervoor
zorgen dat hun inwoners ondersteuning krijgen wanneer zij hierin niet meer zelf kunnen voorzien. Zij
bieden daartoe algemene voorzieningen en maatwerkvoorzieningen aan. Algemene
maatschappelijke voorzieningen zijn vrij toegankelijk en bedoeld om de zelfredzaamheid en
participatie te versterken. Denk aan mantelzorg en vrijwilligerswerk, de toegankelijkheid van
voorzieningen, diensten en ruimten, veiligheid en leefbaarheid en het voorkomen en bestrijden van
huiselijk geweld. Maar ook het ondersteunen van mensen met een beperking of chronische,
psychische of psychosociale problemen in de eigen leefomgeving en het bieden van beschermd
wonen en opvang.
Maatwerkvoorzieningen zijn alleen mogelijk als in deze behoeften niet kan worden voorzien met de
algemene voorzieningen en na onderzoek van de gemeente. Het gaat dan om diensten,
hulpmiddelen, woningaanpassingen en andere maatregelen die zijn afgestemd op de behoeften,
persoonskenmerken en mogelijkheden van een persoon.
Begeleiding, dagbesteding, kortdurend verblijf en
vervoer zijn overgegaan van de AWBZ naar de Wmo.
Dit betekent dat aanspraak hierop geen
vanzelfsprekend recht meer is, maar een voorziening
waarvan de gemeente bepaalt of en in welke mate het
nodig is.
Het persoonsgebonden budget (pgb) wordt niet meer
beheerd door de inwoner, maar door de Sociale
Verzekeringsbank (SVB). De SVB keert het geld uit aan
de zorgaanbieder. De gemeente mag een eigen
bijdrage vragen voor het gebruik van algemene
voorzieningen, maatwerkvoorzieningen en het pgb is
afhankelijk van inkomen en vermogen.
Huishoudelijke hulp wordt alleen ingezet bij
structurele beperkingen i.c.m. begeleiding om het
huishouden te structureren. In een onderzoek, in de
praktijk vaak aangeduid met het keukentafelgesprek, wordt besproken waar iemand behoefte aan
heeft, welke rol het eigen netwerk kan spelen en welke professionele zorg nodig is. De gemeente
besluit uiteindelijk waar ze professionele zorgverleners voor wil en kan inzetten.
De gemeente bepaalt door wie de voorzieningen worden geleverd. Dit kan een andere aanbieder zijn
dan mensen tot nu toe gewend waren. De gemeente moet wel zorgen voor continuïteit in de
hulpverlening.
De gemeente hebben vrijheid in de mate en hoogte van vergoedingen. Zo kan de maximale
vergoeding voor woningaanpassing in Amsterdam hoger zijn dan in Arnhem.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper footstep81. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,47. Je zit daarna nergens aan vast.