Let op!! Benoem ten alle tijden de leden van de artikelen, anders
puntenaftrek op tentamen!
Leerdoelen week 1A
__________________________________________________________________________________
De student kan:
1. uitleggen wat de plaats van arbeidsrecht in het Nederlandse rechtsbestel is;
2. beschrijven wat een arbeidsovereenkomst is en hoe deze overeenkomst zich onderscheidt
van andere overeenkomsten;
3. een eenvoudige kwalificatiecasus oplossen aan de hand van de wettelijke en in de
jurisprudentie ontwikkelde criteria.
Leerdoel 1: uitleggen wat de plaats van arbeidsrecht in het Nederlandse rechtsbestel is;
Lex specialis voor lex generalis,
In principe naast elkaar, maar bij strijd gaat boek 7 voor.
Leerdoel 2: beschrijven wat een arbeidsovereenkomst is en hoe deze overeenkomst zich
onderscheidt van andere overeenkomsten;
Arbeidsovereenkomst, artikel 7:610 BW
Zelfstandige
• Overeenkomst van opdracht, artikel 7:400 BW > verrichten van een dienst
• Aanneming van werk, artikel 7:750 BW > werk van stoffelijke aard
Leerdoel 3: een eenvoudige kwalificatiecasus oplossen aan de hand van de wettelijke en in de
jurisprudentie ontwikkelde criteria.
Op tentamen:
Het valt uiteen in twee fasen. De uitlegfase en de kwalificatiefase.
• De uitlegfase heeft betrekking op de overeengekomen rechten en plichten, waarbij gebruik
wordt gemaakt van de criteria van de Haviltex, wat betekent dat er niet enkel wordt
gekeken naar de letterlijke of taalkundig betekenis, maar ook naar de betekenis die partijen
in de gegeven omstandigheden en op basis van hetgeen zij over en weer van elkaar mochten
verwachten.
• De kwalificatiefase heeft betrekking op artikel 7:610 BW. Waarin de bedoeling van de
partijen geen rol speelt. Hier kijk je naar de arbeid, loon en gezag.
Dit model is voor het eerst in X/Gemeente Amsterdam naar voren gekomen en bevestigd in HR
Deliveroo.
+ toepassing op de casus.
Afsluiten met een conclusie!
Kwalificatietoets: (Twee fasen)
1. Uitlegfase: de overeengekomen rechten en plichten (= puur algemeen verbintenissenrecht)
dus wat zijn partijen overeengekomen? Welke rechten en plichten zij dachten overeen te
komen.
a. Bedoeling WEL = partijen speelt hier een rol, welke rechten ze wil speelt wel mee.
i. Wat staat er in contract
ii. Wat is de situatie
iii. Maatschappelijke kring
iv. Rechtskennis (bankier vs. Pizzakoerier)
, b. Haviltex: niet alleen naar het schriftelijke contract, maar ook de mondelinge
verklaringen en gedragingen. 'dat bij de uitleg van een overeenkomst niet slechts
gekeken dient te worden naar de letterlijk of taalkundige betekenis van de tekst,
maar ook naar de betekenis die partijen- in de gegeven omstandigheden en op basis
van hetgeen zij over en weer van elkaar mochten verwachten'
i. Geen rangorde tussen mondelinge, schriftelijke verklaringen en de feitelijke
uitvoering. Als je het contract aangaat en vanaf dag 1 anders te werk gaat
zeg dat wat over de overeenkomst.
2. Kwalificatiefase: Bevestigd in Deliveroo, voor het eerst in X/Gemeente Amsterdam
a. Bedoeling NIET = De bedoeling speelt hier GEEN rol meer. Welk contract ze willen
speelt geen rol.
b. Artikel 7:610 BW: 'De arbeidsovereenkomst is de overeenkomst waarbij de ene partij,
de werknemer, zich verbindt in dienst van de andere partij, de werkgever, tegen loon
gedurende zekere tijd arbeid te verrichten.' > Het arbeidsovereenkomstenrecht
i. Arbeid
1. Moeilijk bij au pair en stage.
a. Is de arbeid primair gericht op de kern van de onderneming
of is het primair gericht op de studie.
ii. Loon, loonvormen artikel 7:617 BW (noem het juiste lid)
iii. Gezag
1. Formeel: werk organisatorische plichten (bepaalde kleding,
bepaalde tijdstippen, werk ingebed in de organisatie) EN/OF
2. Materieel: inhoudelijke instructies
iv. (Gedurende zekere tijd)
c. HR Deliveroo, X/Gemeente Amsterdam, voldaan aan de vereisten dan is er sprake
van een arbeidsovereenkomst.
i. Gevolgen, bijvoorbeeld:
1. Wettelijk minimumloon
2. Werk persoonlijk verrichten
d. Nasleep is of de eventueel eerdere bepalingen uit de overeenkomst van
opdracht/aanneming van werk, bepalingen dan door het dwingende recht
vernietigbaar of nietig.
Leerdoelen week 1B
_________________________________________________________________________________
, De student kan:
• Verschillende soorten arbeidsovereenkomsten beschrijven en de verschillen daartussen
uitleggen;
• Een eenvoudige casus oplossen aan de hand van de wettelijke en in de jurisprudentie
ontwikkelde criteria.
Leerdoel 1: Verschillende soorten arbeidsovereenkomsten beschrijven en de verschillen
daartussen uitleggen.
De verschillende soorten arbeidsovereenkomsten
• Uitzendovereenkomst
• Payrollovereenkomst
• Oproepovereenkomsten, artikel 7:628a lid 9 BW
o Nulurencontract
o Min-maxcontract
Uitzendovereenkomst
De uitzendovereenkomst, artikel 7:690 BW, vereisten
1. Een arbeidsovereenkomst
a. Arbeid
b. Loon
c. Gedelegeerd gezag, HR Care4Care
2. In het kader van de uitoefening van het beroep of bedrijf van de werkgever
3. Ter beschikking stellen om elders arbeid te verrichten
4. Een derde
5. Door deze aan de werkgever verstrekte opdracht
6. Onder toezicht en leiding van de derde
a. Leiding en toezicht = gezag HR Care4Care
Uitzendbeding:
1. Artikel 7:691 lid 2 jo lid 3 BW
a. Schriftelijk beding
b. 26 weken gewerkt (zuiver begrip, dus echt alleen de weken die daadwerkelijk zijn
gewerkt)
c. Op verzoek van de inlener (de derde)
Payrollovereenkomst
De payrollovereenkomst:
• Artikel 7:692 BW
• Artikel 8a WAADI
Verschil payrollovereenkomst en uitzendovereenkomst
• Werving, selectie en administratie
• Alleen bij één plek
• Opgerekte ketenregeling geldt alleen voor overeenkomsten van artikel 7:690 BW en niet bij
overeenkomsten van artikel 7:692 BW.
Oproepovereenkomsten
De oproepovereenkomst:
Stap 1: Artikel 7:628a lid 9 (onder a 1 en 2 en onder b) BW, de definitie van de oproepovereenkomst
• Geen vast aantal uur per maand, of: