Samenvatting JR Samenvatting:
Analyse van bedrijfsprocessen: H1 t/m H4
Hoofdstuk 1 Systeemkunde en systeembegrippen
1.1 Systeemkunde
Systeemkunde is een methode om processen te beschrijven en vervolgens te analyseren en te
structureren. Hierdoor kunnen eventuele knelpunten en problemen opgelost worden.
Kan ermee doorlooptijd verminderen en flexibiliteit vergroten.
- Total Quality Management (TQM) richt zich op kwaliteit, hierbij wordt het productieproces
gezien als één geïntegreerd systeem. Organisatie is keten, met doel tevreden klanten.
- Supply chain management (SCM) richt zich op productstroom of orderstroom door bedrijf, doel
is doorlooptijd verkorten en voorraad verlagen etc.
- Business Process Redesign (BOR) methode om met behulp van info systemen te analyseren en te
vereenvoudigen, zo kortere doorlooptijd, betere beheersing en lagere kosten.
- Workflow management is hulpmiddel om uitvoerende processen in model weer te geven en te
analyseren.
Alle technieken gaan uit van procesdenken.
1.2 Systeem
Een systeem heeft enkele kenmerken: Wil doel bereiken, Bevat verzameling elementen, bestaat
samenhang tussen de elementen. (BV schoolgebouw).
Elementen, zijn kleinste delen die onderzoeker wil bekijken, gezien doel. Kunnen zowel materiaal
als niet-materiaal. Opsomming van alle verschillende elementen in systeem is inhoud.
Elementen kunnen eigenschappen hebben, kan van alles zijn wat iets over dat zegt of beschrijft.
Elementen kunnen ook relaties hebben, samenhang tussen bepaalde elementen of juist niet.
Alle relaties in een systeem is de structuur, kan intern en extern.
Praat je over de buitenwereld of totale werkelijkheid, spreek je van het universum.
1.3 Subsystemen en aspectsystemen
Systeem kan je ook opsplitsen in subsystemen. Dat is een deelverzameling van de elementen van
het totale systeem. Kan ook weer als totaal systeem gezien worden (bv school, afdeling, lokaal)
Aspectsystemen is een deelverzameling van de relaties in het systeem, waarbij alle elementen
hetzelfde blijven. (Bv sociale aspect in klas)
Deze 2 systemen kunnen samenvallen. Van bepaald systeem, een bepaald aspect bekijken. Dat is
een sub-aspectensysteem. (Bv in klas, kijken wie lid is van club) (FIG 1.1)
, Samenvatting JR Samenvatting:
Analyse van bedrijfsprocessen: H1 t/m H4
1.4 Toestand, proces en gedrag
Systeem bevindt zich in bepaalde Toestand. Toestand van een systeem heeft de waarden van de
eigenschappen op dat tijdstip in het systeem. Dus momentopname.
Heeft ene gebeurtenis een andere tot gevolg, is dat een activiteit.
Dynamische systemen zijn systemen waar activiteiten en gebeurtenissen afspelen.
SYMBOLEN (FIG 1.2 1.3)
- Materiestroom is een open dubbele pijl.
- Informatiestroom is een enkele pijl.
Een proces is een serie transformaties tijdens de doorvoer, waardoor ingevoerde element
veranderd in ander kenmerk.
Dynamisch systeem zal ook een bepaald gedrag vertonen, wijze waarop het reageert op zaken.
Steady state is een systeemtoestand, die in ontstaan wanneer het gedrag repeteerbaar is en
gelijksoortig is aan dat in de andere tijdsperiode.
1.5 Doel, functie en taak
Doel van systeem is het vervullen van bepaalde functies in de omgeving van het systeem.
Functie is hetgeen wat door element teweeg wordt gebracht en waaraan het grotere geheel
behoefte heeft.
Taak is hetgeen wat gedaan moet worden, zodat die bijdrage tot stand komt, zodat de functie
vervult wordt. (Tabel 1.1)
1.6 Systeem en omgeving
Onderscheid tussen systeem en omgeving trekken moet er een systeemgrens getrokken worden.
Wordt vooral bepaald door het doel van het onderzoek, kijken wat wel en niet onderzoeken.
In en uitvoer stromen door deze grens heen.