Dit document bevat 41 meerkeuzevragen om te oefenen voor het vak Adoptie en Pleegzorg (jaar 2022/2023). Alle colleges hebben 5 vragen en 1 college heeft 6 vragen. Op de laatste pagina staan de antwoorden.
Test je kennis met deze meerkeuze oefenvragen. De antwoorden staan op de laatste pagina.
Voorbeeldvragen
1. Zet de risicofactoren op een breakdown uit het artikel van Konijn et al. (2019) op volgorde van meest
naar minst bepalend:
a. Bestandsplaatsing
b. Lage kwaliteit van pleegouderschap
c. Kindermishandelingsverleden
d. Gescheiden plaatsing
e. Gedragsproblemen
f. Leeftijd bij plaatsing
2. Wat concluderen Oosterman et al. (2010) op basis van hun studie naar de autonome reactiviteit van
pleegkinderen, in relatie tot hun vroege (negatieve) ervaringen?
a. Een verleden van verwaarlozing leidt tot autonome hyperarousal.
b. Een verleden van seksueel misbruik en mishandeling leidt tot autonome hyperarousal.
c. Een verleden van mishandeling leidt tot autonome hyperarousal
d. Een verleden van verwaarlozing en seksueel misbruik leidt tot autonome hyperarousal.
3. Wat concluderen Dozier et al. (2006) over de effectiviteit van de Attachment and Biobehavioral
Catch-up interventie?
a. De interventie heeft een positief effect op gehechtheid en gedragsproblemen van het kind.
b. De interventie heeft een positief effect op sensitiviteit en gedragsproblemen van het kind.
c. De interventie heeft een positief effect op gehechtheid en cortisolniveaus van het kind.
d. De interventie heeft een positief effect op sensitiviteit en cortisolniveau van het kind.
4. Maken adoptiekinderen een inhaalslag of behouden zij hun achterstand in de cognitieve
ontwikkeling?
a. Adoptiekinderen behouden hun achterstanden op IQ en leerproblemen.
b. Adoptiekinderen maken een inhaalslag op IQ en leerproblemen.
c. Adoptiekinderen maken een inhaalslag op IQ en behouden hun achterstand op
leerproblemen.
d. Adoptiekinderen maken een inhaalslag op leerproblemen en behouden hun achterstand op
IQ.
5. Zijn er significante verschillen in ontwikkelingsuitkomsten van Chinese adoptiekinderen tussen
adoptiekinderen uit een tehuis en adoptiekinderen uit een pleeggezin?
a. Nee. Het type pre-adoptiezorg doet er niet toe bij Chinese adoptiekinderen.
b. Ja. Chinese adoptiekinderen uit pleeggezinnen hebben betere ontwikkelingsuitkomsten.
c. Ja. Chinese adoptiekinderen uit een tehuis hebben betere ontwikkelingsuitkomsten.
, College 1
1. Is pleegzorg een effectieve interventie voor gedragsproblematiek van pleegkinderen? Volgens het
onderzoek van Goemans et al. (2016) over gedragsproblematiek van pleegkinderen.
a. Nee, want pleegkinderen hebben meer gedragsproblemen dan thuisblijvers en met de
kinderen uit de normgroep is er geen verschil te zien.
b. Nee, want pleegkinderen hebben meer gedragsproblemen dan kinderen uit de normgroep en
evenveel gedragsproblemen als thuisblijvers.
c. Ja, want pleegkinderen hebben minder gedragsproblemen dan thuisblijvers.
d. Ja, want meerdere studies vinden een afname in gedragsproblematiek van pleegkinderen in
de loop der tijd.
2. Welke factor voor het voorspellen van een veilige hechting is niet opgenomen in het artikel van
Bovenschen et al. (2016) over hechting van pleegkinderen?
a. Hechting met biologische ouders
b. Respect voor de autonomie
c. Kindermishandelingsverleden
d. Contact met de biologische ouders
3. Waar of niet waar? De leeftijd van het pleegkind tijdens de plaatsing oefent invloed uit op de mate
waarin het pleegkind een veilige hechting kan vormen met de pleegouder(s).
a. Waar
b. Niet waar
4. Waar of niet waar? Pleegkinderen hebben ook problemen in de klas.
a. Waar. Pleegkinderen hebben namelijk leerproblemen.
b. Waar. Pleegkinderen hebben namelijk slechtere schoolprestaties.
c. Niet waar. Pleegkinderen hebben geen leerproblemen.
d. Niet waar. Pleegkinderen blijven niet vaker zitten.
5. Wat wordt er in kaart gebracht als de ontwikkelingsuitkomsten van pleegkinderen worden vergeleken
met de uitkomsten van kinderen uit de normgroep?
a. De effecten van een uithuisplaatsing
b. De mate waarin pleegkinderen een inhaalgroei gemaakt hebben.
c. De impact van de ervaringen voor de plaatsing.
College 2
6. In college 2 wordt gezegd dat de vormen van kindermishandeling niet op één hoop gegooid moeten
worden bij het bestuderen van de effecten van de verschillende vormen van kindermishandeling. Wat
is geen reden hiervoor?
a. (Pleeg)kinderen kunnen maar één vorm van kindermishandeling meegemaakt hebben dus er
moet naar elke vorm apart onderzoek gedaan worden.
b. Als de vormen van kindermishandeling als één gezien worden, worden er verbanden tussen
kindermishandeling en andere factoren gemist.
c. Als de vormen van kindermishandeling als één gezien worden, worden er uitspraken gedaan
over de verbanden tussen kindermishandeling en andere factoren die niet kloppen.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper nadinedevogel. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,49. Je zit daarna nergens aan vast.