Hoorcolleges Orthopedagogiek blok 3
HC1. Wet- en regelgeving Jeugdhulpverlening & De sociale kaart
Literatuur:
- Sprang, A. van (2018). Orthopedagogiek. Een eerste oriëntatie. Amsterdam: Boom
uitgevers.
o Hoofdstuk 3: Separatie en normalisatie, integratie en inclusie
o Hoofdstuk 14: Gezinsbegeleiding, -ondersteuning en -vervanging
- Weijers, I. (2017). Jeugdrecht in de praktijk. Amsterdam: Uitgeverij SWP.
o Hoofdstuk 2: Jeugdhulp
- Rosmalen, L. & IJzendoorn, M.H. van (2016) Pedagogiek in beeld. Houten: Bohn
Stafleu van Loghum. (Beschikbaar in digitale bibliotheek Haagse Hogeschool)
o H 15: Jeugdhulp wetenschappelijk verantwoord
Deel 1: Waar staat de cliënt en waar sta jij? (Wet- en regelgeving JHV)
Transformatie en transitie Jeugdzorg 2015
Transitie: De bestuurlijke en financiële verandering van de overheveling van land naar
gemeenten omtrent de jeugdzorg.
Transformatie: De inhoudelijke verandering van de overheveling van land naar gemeenten
omtrent de jeugdzorg.
- Gemeenten verantwoordelijk voor mensen die niet op eigen kracht zelfredzaam zijn
middels: Jeugdwet, WMO (Wet Maatschappelijke Ondersteuning = zolang mogelijk
thuis kunnen laten wonen) & Participatiewet
Jeugdwet – uitgangspunten
1. Benutten en versterken eigen kracht
2. De-medicaliseren, ontzorgen en normaliseren door versterken opvoedkundig klimaat
jeugdvoorzieningen (scholen, wijkcentra, etc.)
3. Zo snel, dichtbij en effectief mogelijk hulp
4. Integrale hulp (samenwerking tussen hulpverleners) 1 gezin 1 plan
5. Meer (beslissings)ruimte voor professionals
- Overheid is gaan inzetten op de preventie & samenwerking tussen verschillende
hulpverleners. Beter voorkomen dan genezen is het doel.
Kritische kanttekening Jeugdwet (1) [van Weijers]
Toegang tot goede zorg
- Botsing fundamentele kinderrechten? Staat zomaar overleveren aan de gemeenten
Uit het verdrag voor kinderrechten: Artikel 3.2 | Belang van het kind
De Staten die partij zijn, verbinden zich ertoe het kind te verzekeren van de
bescherming en de zorg die nodig zijn voor zijn of haar welzijn, rekening houdend
met de rechten en plichten van zijn of haar ouders, wettige voogden of anderen die
wettelijk verantwoordelijk voor het kind zijn, en nemen hiertoe alle passende
wettelijke en bestuurlijke maatregelen.
,Kritische kanttekening Jeugdwet (2) [van Weijers]
Privacybescherming
- Botsing mensenrechten vanwege “recht op eerbiediging privéleven…”
(artikel 8 – privacy)
o Cliënten voldoende op de hoogte gesteld om dossier in te zien?
o Botsing principe doelbinding* en integrale aanpak:
Alleen informatie opslaan als dat mag van diegene, maar kan je dan wel
samenwerken met andere instanties als je niks mag delen?
* Het principe dat iemand (persoon of organisatie) alleen informatie mag
vragen, opslaan, gebruiken, delen ten behoeve van welbepaalde, uitdrukkelijk
omschreven en gerechtvaardigde doeleinden.
Sinds de invoering van de jeugdwet wordt er meer registratie verwacht van de
hulpverleners.
Wat/wie is een Jeugdhulpverlener?
- Werkzaam in Jeugdhulp en Jeugdbescherming
o In principe een HBO-functie
o Registratie
- Welke werkvelden vallen onder Jeugdhulp?
o Jeugd Gezondheidszorg Stevig Ouderschap
o Thuisbegeleiding
o Maatschappelijk werk
Wat is het verschil tussen Jeugdzorg en Jeugdhulp?
Met de invoering van de Jeugdwet op 1 januari 2015 spreken we over jeugdhulp. Hierbinnen
vallen jeugdzorg, gehandicaptenzorg, ggz- en verslavingszorg, welzijn en maatschappelijke
dienstverlening, thuisbegeleiding, thuiszorg en jeugdgezondheidszorg (maatwerkdeel).
Jeugdzorg was tot 1 januari 2015 een apart te onderscheiden sector, waarbinnen o.a. de
indicaties voor geïndiceerde zorg werden gesteld en het gedwongen kader werd uitgevoerd.
Jeugdhulpverleners zijn professionals die werkzaam zijn in de jeugdhulp en
jeugdbescherming. Iedere professional die werkzaam is in de jeugdhulp wordt met de
invoering van de Jeugdwet per 1 januari 2015 naast zijn/haar bestaande beroep of functie,
conform de wet ook ‘jeugdhulpverlener’ genoemd. Een deel van de jeugdhulpverleners is
dus jeugdzorgwerker. Jeugdzorgwerkers zijn voornamelijk werkzaam bij organisaties voor
jeugd- en opvoedhulp, jeugdbescherming en jeugdreclassering, Justitiële Jeugdinrichtingen,
Veilig Thuis (voorheen AMK), Stichting Halt en de Raad voor de Kinderbescherming.
De Beroepsgeregistreerde jeugdprofessional
- Kwaliteitsregister Jeugd (stichting Kwaliteitsregister Jeugd – SKJ)
- Je wordt niet automatisch ingeschreven nadat je je diploma hebt gehaald.
- ‘Extra bewijs professionaliteit’
- Complexere problematiek
, - Verantwoorde werktoedeling: dat de werkgever ‘verantwoorde hulp’ moet bieden.
Dat doet hij door ‘de juiste professional’ (vakbekwaam en toegerust voor de te
verlenen hulp) in te zetten op ‘de juiste plek’. Dat betekent dan ook niet automatisch
dat alle taken in het jeugddomein alleen kunnen worden uitgevoerd door SKJ-
geregistreerde professionals. In veel gevallen is dit niet nodig. Wie zetten we waar?
- Tuchtrecht:
“Ik onderschrijf de beroepscode van mijn beroepsgroep en ik houd mij daar ook aan.
Hier mag je mij op aanspreken.” dit spreek je uit als professional
o Ouders kunnen een klacht indienen, zodra dit niet lukt doorlopen ze allerlei
stappen, klacht bij SJK, dan komt tuchtcollege kijken = jeugdhulp en juristen
Beroepscode (BPSW)
“In een beroepscode legt een beroepsgroep – in dialoog met andere betrokkenen – de
beroepsethische normen vast die een professional bij de uitvoering van het werk in acht
neemt” ethisch handelen
- Leidraad en transparantie
- Steun in de rug, als back-up van je verslaglegging
- SKJ kan je aanspreken op de beroepscode
- Advies vragen
Voorbeelden van thema’s in de beroepscode
- Overeenstemming/instemming omtrent hulp- en dienstverlening:
o “De jeugd- en gezinsprofessional overlegt met de jeugdige cliënt en/of met
diens ouders/opvoeders om tot overeenstemming/instemming te komen over
de hulp- en dienstverlening of andere (wettelijk opgelegde) taken.”
- Omgaan met macht en afhankelijkheid
o “De jeugd- en gezinsprofessional wendt het gezag en de invloed die hij ten
opzichte van cliënt(en) heeft ten positieve aan en misbruikt deze niet. Hij is
zich er van bewust dat de (jeugdige) cliënt mogelijk zeer afhankelijk van hem
is.”