Casus 1)
Opgave 1:
1. Er is sprake van een belastbaar feit o.g.v. art. 2 lid 1 WBvR.
2. De maatstaf van heffing is ex art. 9 jo. art. 52 WBvR = WEV, ten minste de tegenprestatie = ze
betaalt €150.000 (koopsom) + €200.000 (aannemerssom) = €350.000! Stel: verbouwing is nog niet
afgerond of nog niet eens begonnen; ook al niet afgerond of begonnen; tegenprestatie blijft
€350.000. Tegenprestatie lager dan WEV? Dan geldt WEV! Tegenprestatie hoger dan WEV? Dan
pak geldt tegenprestatie!
3. Het tarief is ex. art. 14 lid 2 WBvR 2% (woningen!).
-> geen vrijstellingen van toepassing!
Opgave 2:
Verkoop is v.o.n. -> bedrag is dus incl. overdrachtsbelasting. Verkoop voor 365.000. Minus 1200 =
363.800. Overdrachtbelasting is dan 2/102 x 363.800 = €7133.
-> Netto koopsom = 365.000 -/- 1200 -/- 7133 = €356.667.
-> WEV = 350.000. Lager dan netto koopsom. Als WEV hoger is dan tegenprestatie, dan moet je WEV
als netto koopsom nemen o.g.v. art. 9 WBvR!!
Stel: wat indien verkoop binnen 6 maanden was van vorige verkrijging -> zie art. 13 WBvR ->
€350.000 (eerste verkoop) en notariskosten van €1200 aftrekken van €365.000 = €13.800! Dit is de
meerwaarde bij de tweede verkrijging. O.g.v. besluit mag je €13.800 afronden -> 13.800 x 100/102 =
13.529 incl. OVB -> je mag naar tot €50 naar beneden afronden dus €13.500. Overdrachtbelasting
over €13500 = 13.500 x 2/102 = 207!
Casus 2)
Opgave 1: Er is geen belastbaar feit. Woning in Frankrijk is uitgesloten o.g.v. art. 2 lid 1 WBvR (geen
NL OG!). O.g.v. art. 3 lid 1 sub a WBvR zegt dat erfrechtelijke verkrijging is uitgesloten! Dus woning in
Amsterdam ook vrijgesteld!
Casus 3)
Opgave 1: In september 2004 aan hem geleverd voor €250.000. In januari 2012 wordt economische
eigendom verkocht aan Manon (op dat moment WEV €425.000). Op 20 september 2016 verkrijgt
Manon ook juridische eigendom (op dat moment WEV €460.000).
Er is geen verschil tussen economische en juridische eigendom; je moet OVB betalen over volle
waarde; ze betaalt dus eerst over 425.000 OVB o.g.v. art. 2 lid 1 jo. lid 2 WBvR. O.g.v. 9 jo. 52 WBvR is
maatstaf €425.000. Tarief is 6% o.g.v. art. 14 lid 1 WBvR. OVB = 425.000 x 0,06 = €25.5000
Bij verkrijging juridische eigendom is er weer OVB verschuldigd over volle eigendom o.g.v. art. 9 lid 4
jo. 52 WBvR 450.000 -/- 425.000 = 25.000. OVB is dan 0,06 x 25.000 = 1500!
Opgave 2: O.g.v. Besluit SvF 2006: WEV op dit moment is 450.000. Sander ooit verkregen voor
250.000. 0.06 x 200.000 = €12.000 OVB.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper phd-ss. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,99. Je zit daarna nergens aan vast.