Vraag 1a: Niels heeft een deel van zijn EV geïnvesteerd in dit schilderij. Het gaat dan om
vergoedingsvorderingen. Art. 1:95 BW en 1:87 BW. 1:95 lid 2: goed gaat tot gemeenschap behoren
en hij heeft met EV bijgedragen, dan krijgt hij vergoedingsrecht. Minder dan de helft is gefinancierd
met EV, dus het behoort tot gemeenschap. Niels krijgt daardoor vordering op gemeenschap. Hoeveel
deze waard is bepaal je o.g.v. 1:87 BW (bij meer dan de helft financiering is er zaaksvervanging en
behoort het tot privévermogen Niels).
Schilderij met aankoopprijs van 100k zit in gemeenschap. 25k heeft hij gefinancierd met EV. Hij krijgt
aanspraak op gedeelte waarde van goed. Zijn aandeel is 25/100 x 150.000 = 37.500 is zijn
vergoedingsvordering. Van €112.500 is de helft ook van hem! Niels: 37.500+56.250 = 93.750
Vraag 1b: Nee, voor 2012 gold het nominalisme. Op moment dat vergoedingsvordering ontstond
werd voor 25k ook weer bij verkoop 25k teruggeven, zonder rente dus! Dus 25k terug naar Niels.
Restant verkoopprijs van 125 verdelen; beide 67.500. Niels 67.500+25.000 = 92.500
Vraag 1c: Niels heeft privévermogen van €150.000. Een uitsluitingsclausule: 1:94-2a BW zegt
vermogen zit in je privé vermogen. Er is een ook een zachte uitsluitingsclausule ->
uitsluitingsclausule geldt alleen bij scheiden en niet bij overlijden! Hier eindigt huwelijk door
overlijden, dus geen uitsluiting. In gemeenschap valt woning met waarde van 850.000,
hypotheekschuld van 175.000 en ook 150.000 = 825.000 totale vermogen. Zijn nalatenschap is dan
de helft €412.500!
Vraag 2
Ze zijn getrouwd onder huwelijkse voorwaarden, maar wettelijke verdeling is van toepassing. Eerst
huwelijksvermogensrecht toepassen, vervolgens erfrecht en tot slot successiewet.
Wat is het vermogen van beide echtgenoten en hoe zit het in elkaar? De echtelijke woning van
400.000 (21 lid 5 SW) behoort tot gemeenschap. Karijn heeft privé vermogen 600.000 (banktegoed)
en 110.000 (sieraden). William heeft 300.000 aan banktegoeden en 200.000 en
beleggingsportefeuille.
Vermogen William 500.000 – gemeenschap 400.000 – Karijn 710.000
Er is een periodiek verrekenbeding, art. 4:141 lid 3 BW -> als aan periodiek verrekenbeding niet is
voldaan, wordt deze een finaal verrekenbeding bij overlijden. Ze moeten afrekenen aan einde
huwelijks alsof zij waren gehuwd in gemeenschap van goederen. Totale waarde goederen bij elkaar
optellen = 1.610.000. Ieder van hen heeft dus recht op 805.000!
-> Waarde nalatenschap Karijn dus 805.000!
Er zijn nog wel kosten van begrafenis. Deze behoren tot schulden nalatenschap en komen in
mindering op nalatenschap = 805.000 -/- 10.000 = 795.000 -> art. 20 lid 1 SW
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper phd-ss. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €7,99. Je zit daarna nergens aan vast.