Deze samenvatting bevat alle belangrijke gegevens uit het examenkatern van Malmberg. De 4 hoofdonderwerpen omvatten zaken over Nederland, de verlichting, China en Duitsland. Deze 4 onderwerpen vormen samen tweederde van de stof op het geschiedenis eindexamen.
GS Tse 4
Steden en burgers P1
KA: de opkomst van de handel en ambacht die de basis legde voor het herleven van de
agrarisch-urbane samenleving.
KA: de opkomst van de stedelijke burgerij en de toenemende zelfstandigheid van staten.
In de periode van 1050-1300 veranderde de samenleving in de Nederlanden ingrijpend, het
huidige Nederland lag toen in het heilig roomse rijk.
Dit rijk werd op feodale wijze bestuurd, via leenmannen met de keizer als hoogste
leenheer.
De leenheer leende stukken grond uit aan leenmannen: graven/hertogen die de
gebieden voor de leenheer beschermden.
De burgers kregen vooral te maken met de leenmannen: in ruil voor hun diensten
kregen ze bescherming.
Nederland was in de 10e eeuw dunbevolkt en nauwelijks verstedelijkt; het land was niet
geschikt voor landbouw.
Vanaf de 11e eeuw kwam hier verandering in, de landbouw werd productiever3
redenen:
-Men begon meer land te bebouwen, hierdoor kwamen er akkers.
-Het drieslagstelsel werd bedacht: 1e en 2e jaar granen en in het 3e jaar lag de grond
braak.
-Er kwamen nieuwe technologieën die landbouw bevorderden.
De hogere productie maakte bevolkingsgroei mogelijk. Ook was er niet veel werk meer nodig
op het platteland waardoor mensen zich konden specialiseren in andere beroepen de
handel herleefde.
Een gevolg van deze handel was de verstedelijking: de handel concentreerde zich
vooral op bepaalde plekken waar men elkaar ontmoette. Handelaren vestigden zich
steeds meer op deze plekken er ontstonden nieuwe steden.
Tweede gevolg is de behoefte aan geld als ruilmiddel de monetaire economie
kwam tot ontwikkeling en ontstond er een agrarisch-urbane samenleving.
De opkomst van steden zorgde voor politieke veranderingen
Burgers wilden hun belangen beschermen d.m.v. stadsrechten een stad met
stadsrechten vormde een zelfstandige eenheid binnen het gebied van de feodale
heer.
Burgers kregen zelfbestuur en rechtspraak, in ruil hiervoor betaalden ze belasting en
verleenden ze militaire steun aan de vorsten.
Inwoners van de nieuwe steden werden poorters genoemd en vormden samen de burgerij.
Burgers hadden bepaalde voorrechten, recht op uitoefening van ambacht etc.
Er waren aspirant-poorters nodig om de burgerij in stand te houden. Deze brachten
kennis en kapitaal met zich mee.
De verstedelijking leidde ook tot economische veranderingen het marktrecht: recht om de
tijd een markt te houden.
, Deze markten trokken veel mensen aan waardoor grote steden belangrijk werden, zo
kwam er een groot Europees netwerk tot stand.
Vlaanderen viel destijds onder het Franse rijk en werd in de 11 e eeuw een bisdom met
Atrecht als hoofdstad deze hofhouding zorgde voor werkgelegenheid.
Er kwam een grote vraag naar producten in de stad en er was een productieve
landbouw waardoor de stad al snel een centrale plek kreeg.
Door de succesvolle handel ontstonden er sociale verschillen binnen de burgerij, kooplieden
kregen een steeds grotere machtspositie en er waren nieuwe bestuursfuncties ontstaan
samen vormden zij de patriciërs.
Deze patriciërs gedroegen zich als leden van adel. Ambachtslieden verzetten zich
hiertegen door zich te organiseren in gilden (verenigingen).
Eind 13e eeuw leidde dit tot een conflicten waarin de ambachtslieden opkwamen
tegen de patriciërs 1302 de guldensporenslag: conflict in Vlaanderen waarin de
ambachtslieden wonnen van de patriciërs.
P2 (1302-1602)
KA: de opkomst van de stedelijke burgerij en de toenemende zelfstandigheid van de
steden.
KA: het begin van staatsvorming en centralisatie
KA: de protestantse reformatie die de splitsing van de christelijke kerk in West-Europa tot
gevolg had.
KA: het conflict in de Nederlanden dat resulteerde tot de stichting van een Nederlandse
staat.
Atrecht verloor in 1300 zijn economische voorsprong aangezien steden als Brugge via de
Noordzee handelden met Spanje/Italië en de Hanze handelsnetwerk vanaf de
Nederlanden naar Scandinavië.
In de Nederlanden ontstond een stedelijk netwerk waarin handelaren gingen werken met
wisselbrieven documenten waarop was aangegeven hoeveel geldhandelaren elkaar
verschuldigd waren.
In diezelfde tijd ontstonden er banken.
Antwerpen werd al snel de belangrijkste handelsstad, wegens goede verbindingen. In de
Nederlanden kreeg Amsterdam een belangrijke functie. Amsterdamse kooplieden
specialiseerden zich in handel met het Oostzeegebied
Religieuze veranderingen
Voorheen was het de taak van de geestelijken om voor het belang van de stedelingen
(bonum commune) te zorgen, echter nam de burgerij dat steeds meer in eigen handen ze
werden onafhankelijker van de kerk.
Doordat burgers steeds meer kritiek gingen uiten ontstonden er nieuwe
stromingen de moderne devotie: trokken zich terug in gemeenschappen en
vonden dat men rechtstreeks contact kon hebben met god. (Voorloper van de
reformatie)
, Het aantal begijnen (vrouwelijke leken) en bedelorden (monniken en nonnen die
geen bezittingen hadden) groeide ook.
De reformatiekerkhervorming die leidde tot het uiteenvallen van de christelijke kerk in
West-Europa. Hier ontstonden 2 hoofdstromingen:
Het katholicisme
Het protestantisme verzamelterm van alle bewegingen die de kerk wilde
hervormen, hierbinnen vielen later het lutheranisme en calvinisme.
Vorsten waren niet blij met de groeiende zelfstandigheid van steden ze streefden naar
centralisatie besturing van het rijk vanuit een punt.
De steden bleven strijden voor eigen recht op basis van hun particuliere belangen
particularisme.
De Nederlanden werden bestuurd door Franse hertogen van Bourgondië en later leden van
familie Habsburg. Deze vorsten probeerden hun macht te centraliseren en raakten hierdoor
in conflict met steden, een van deze steden was Brugge.
De strijd die hierop volgde maakte een einde aan de economische bloei van de stad
Brugge.
Andere steden zoals Antwerpen konden hier juist van profiteren, zo konden ze
brugges positie overnemen
In de 16e eeuw kwam de Nederlanden onder bestuur van Karel V. Hij breidde de
centralisatiepolitiek uit, verhoogde belastingen en nam harde maatregelen tegen ketterij.
De opvolger van Karel V, zijn zoon Filips II zette deze politiek voort waarop veel
kritiek kwam.
Deze onvrede leidde tot de beeldenstorm (1566) katholieke kerken en beelden
werden vernield.
Als reactie hierop stuurde Filips II de hertog van Alva naar de Nederlanden om de
zaken op orde te stellen.
Er volgde een strijd tussen Alva en Willem van oranje beleg van Antwerpen 1585: Spaanse
soldaten belegerde Antwerpen.
Hierdoor vluchtten er Antwerpenaren naar Amsterdam, zij brachten kennis arbeid en
kapitaal mee. Waardoor Amsterdam een enorme impuls kreeg.
Opstandelingen streden vooral voor zelfstandigheid tegen de katholieke overheersing.
Echter liet Filips II weten dat dit niet mogelijk waardoor een groot aantal gewesten besloot
dat ze niet meer bij Spanje wilden horen plakkaat van verlatinge (1581).
Na een zoektocht naar een nieuwe vorst besloten de gewesten als republiek verder
te gaan (1588)
Unie van Utrecht 1597 gewesten sloten een bond om de Spanjaarden te
verdrijven.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper marwabachri. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,19. Je zit daarna nergens aan vast.