Contractenrecht, jaar 2
Hoorcollege 1: totstandkoming en uitleg van de overeenkomst
Opbouw cursus
Leerdoelen HC 1
- Hoe ontstaat een verbintenis?
- Welke bronnen van verbintenissen zijn er?
- Onder welke voorwaarden komt een overeenkomst tot stand?
- Hoe wordt de inhoud van een overeenkomst bepaald?
- Welke rol speelt de wilsvertrouwensleer?
- Wat is de rol van de redelijkheid en billijkheid bij de uitleg van overeenkomsten?
Uitdagingen in het contractenrecht
- Sluit het oude contractrecht uit het BW nog aan bij de huidige en toekomstige
problemen/tijd (Airbnb , swapfiets…)
De verbintenissen van een overeenkomst
Het verbintenissenrecht
- Wat is een verbintenis?
Een vermogensrechtelijke rechtsbetrekking = op geld waardeerbaar
Tussen twee of meer personen
O.g.v. waarvan de één een recht heeft op een prestatie = schuldeiser
Waartoe de ander verplicht is die te verrichten = schuldenaar
- Open systeem bronnen van verbintenissen: art. 6:1 BW (wet) en HR Quint/Te
Poel (jurisprudentie).
HR: ‘Indien de wet geen regeling voor het geval kent moet er een oplossing
worden gezocht die past in het stelsel van de wet en die aansluit bij wel in de wet
geregelde gevallen.’
, Bronnen van verbintenis
- Bv. een steen door iemands ruit gooien, is een feitelijke handeling je beoogt
daar geen rechtsgevolg mee.
- Eenzijdige rechtshandeling is bijv. het opzeggen van een arbeidsovereenkomst.
- Eenzijdig ongericht is een testament, de nabestaanden hoeven daar vooraf niks
van te weten.
Panthère de Cartier necklace
- Online koop via webshop Bijenkorf
- Koopster betaalde op 1 april 2018 online €402, ketting was eigenlijk €40.000.
- Op 2 april haalt ze op verzoek van de Bijenkorf de ketting op in filiaal Amsterdam
- Medewerkster laat de ketting zien en geeft ze dan mee
Bijenkorf start een procedure, het aanbod was er maar de wil om voor zo
goedkoop te verkopen ontbrak mevrouw mocht niet gerechtvaardigd
vertrouwen op de goedkope prijs van zo’n dure ketting.
Ze kreeg echter wel een bevestiging mail, en de ketting mee in de winkel.
Rb. Rotterdam 23/11/2018
- (Kantonrechter knoopt aan bij de Otto- en Leen Bakker-uitspraken)
- Door de Bijenkorf is voldoende onderbouwd dat zij de ketting niet voor dit
bedrag, te weten 1% van de werkelijke waarde, wilde verkopen. Dit kan niet de
wil van de Bijenkorf zijn geweest.
- Het gaat bij art. 3:33 BW om het moment van de rechtshandeling.
- Voor het 3:35 BW verweer moet wel naar alle feiten en omstandigheden worden
gekeken, zoals de aard van de rechtshandeling, de hoedanigheid van partijen en
hun onderlinge verhouding.
- Koopster heeft onvoldoende gehoor gegeven aan de op haar rustende
onderzoeksplicht.
Mevrouw was dus niet te goeder trouw. Ze moest de ketting teruggeven.
De rechter de onderzoeksplicht
- Als mevrouw voldoende onderzoek had gedaan, dan had ze bij het zien van deze
specificatie in de beschrijving aan de prijs moeten twijfelen.
, Een gemiddeld geïnformeerd consument had namelijk geweten dat de ketting
dan duurder was geweest dan op de site werd aangeboden.
Totstandkoming van een overeenkomst
- Waar vinden we regels over totstandkoming overeenkomst?
Boek 3 BW (art. 3:33 – 3:38) en boek 6 BW (art. 6:217 – 6:225) gelaagde
structuur
- Obligatoire overeenkomst
Meerzijdige rechtshandeling (aanbod + aanvaarding)
Opgebouwd uit wil en verklaring (art. 3:33 BW), in beginsel vormvrij, art. 37
lid 1 BW
Twee overeenstemmende wilsverklaringen doen overeenkomst ontstaan
Verbintennisscheppende karakter van de overeenkomst
Aanbod en aanvaarding
Art. 6:217 BW
- Welke elementen moet een aanbod bevatten? Prijs, kleur, etc… alleen ja
- Art. 6:227 BW bepaalbaarheidsvereiste
Art. 3:37 lid 3 BW
- Wat is een rechtsgeldige aanvaarding?
- Een vormvrije wilsverklaring van de wederpartij dat zij het aanbod aanvaardt en
die de persoon tot wie zij is gericht heeft bereikt. (Bv. brief op deurmat)
HR Centavos/Stichting Nieuwenhuis = uitleg omtrent aanvaardingstheorieën
(ontvangst, uitings, verzend, en -vernemingstheorie).
Wilsvertrouwensleer
- Art. 3:33 BW wilsverklaringen
- Wat als wil en verklaring uiteenlopen?
Verschrijving, verspreking, grapje = oneigenlijke dwaling
HR Bunde/Erckens (beide ander idee over belastingschade)
- Gevolg? Er komt geen overeenkomst tot stand (wilsontbreken)
Tenzij: gerechtvaardigd vertrouwen op wp (art. 3:35 BW)
Onderzoeksplicht (art. 3:11 BW)
HR Eelman/Hin (Eelman verkocht bedrijf onderhevig aan geestelijke
stoornis, Hin mocht gerechtvaardigd vertrouwen op de verkoop. Hin kreeg
dus het huis).
Elektronisch contracteren
- In beginsel zijn internet aankopen niet anders, regels aanbod en aanvaarding zijn
van toepassing
- Wel nadere vereisten aan elektronisch contracteren (zie art. 3:15d BW en art.
6:227a-c BW
- Koop op afstand (dus online)
Bedenktijd 14 dagen (art. 6:230o BW)
Herroepingsrecht (dus bedenktijd) zonder opgaaf van reden
Modelformulier/ondubbelzinnige verklaring
Zie ook art. 230p BW voor uitzonderingen
, - Contracteren met dienstverrichters art. 6:230a-z BW
Inhoud van de overeenkomst
Wanneer is uitleg aan de orde?:
- De in een overeenkomst opgenomen tekst is onduidelijk
- Een in de overeenkomst opgenomen bepaling is voor meerdere uitleg vatbaar
(HR Bunde/Erckens)
- Partijen menen dat, hoewel de tekst duidelijk is, zij iets anders bedoeld hebben
- De overeenkomst kan meerdere rechtsgevolgen hebben
Welke handvatten biedt het recht?
- BW: geen algemene regels uitleg, wel een aantal relevante bepalingen
Art. 6:231 jo. 6:238 lid 2, tweede zin BW (contra proferentem regel = als een
beding voor meer dan één uitleg vatbaar is, de uitleg gekozen moet worden
die het meest gunstig is voor de wederpartij beschermt consument dus.)
Art. 6:248 BW, redelijkheid en billijkheid
Art. 3:35 BW, gerechtvaardigd vertrouwen
- Gezichtspunten uit jurisprudentie
Wilsvertrouwensleer & uitleg
- Wilsvertrouwensleer en totstandkoming
Art. 3:33 en 3:35 BW
- Wilsvertrouwensleer en de inhoud van de overeenkomst (uitleg)
HR Bunde/Erckens (RR kennen!!)
Uitleg als verlengde van de wilsvertrouwensleer
Gerechtvaardigd vertrouwen centraal (art. 3:11, 3:35 BW)
HR Haviltex niet alleen de tekst van de overeenkomst is belangrijk, maar
ook de zijbedoelingen van de partijen.
Haviltex criterium (RR uitleg)
- Een zuiver taalkundige uitleg van de bepalingen van het contract is onvoldoende
om de verhoudingen van partijen te bepalen en een leemte aan te vullen.
- Het komt aan op de zin die partijen in de gegeven omstandigheden redelijkerwijs
over en weer aan deze bepalingen mochten toekennen en wat zij redelijkerwijs
van elkaar mochten verwachten.
Toepassing van de Haviltex-formule
- Relevante omstandigheden zijn o.m. de maatschappelijke kring waartoe partijen
behoren, de rechtskennis die van partijen kan worden verwacht, eventuele
juridische bijstand, mate van gedetailleerdheid van de overeenkomst, gedrag van
partijen etc.
- Positie van derden (dan meer tekstuele uitleg)
Relativiteitsbeginsel en partijautonomie
Derden die geen partij zijn bij de overeenkomst kunnen er wel rechten aan
ontlenen
CAO-norm