CGO
Casus 1: Anne
De student kan uitleggen wat het SAFE-model inhoudt en hoe deze
werkwijze gerelateerd is aan het methodisch verpleegkundig handelen.
SAFE-model: een rapportage-model, multidisciplinaire weergave van het klinische
redeneerproces bij crisismanagement voor psychiatrische patiënten.
S Situatie gedrag en context
A Actie interventies, crisisplan
F Follow-up vervolg actief, monitor modus
E Evaluatie objectivering patiënten uitkomsten binnen een bepaald
tijdspad.
Biologische predispositie: verhoogd risico op het krijgen van (genetische)
aandoeningen. Een trigger kan een bepaald soort gedrag activeren.
De student kan op basis van het SAFE-model behandel en herstel
perspectieven vaststellen voor een cliënt in de GGZ.
De student kan uitleggen wat veel voorkomende oorzaken en gevolgen
zijn van een borderline persoonlijkheidsstoornis.
Borderline persoonlijkheidsstoornis: instabiliteit in interpersoonlijke relaties, zelfbeeld
en emoties. Cluster-B-persoonlijkheidsstoornis.
Oorzaken:
- Genetische aanleg gevoeliger voor prikkels, reageren heftiger emoties
worden minder goed verwerkt. Temperament; sensatiezoekend gedrag en
angstigheid.
- Traumatische ervaringen uit de jeugd seksueel misbruik,
hechtingsproblematiek, emotionele verwaarlozing.
- Psychiatrische familiegeschiedenis
- Levensgebeurtenissen scheiding, overlijden.
Gevolgen:
- Psychiatrische comorbiditeit: stemmingsstoornissen, depressie,
angststoornissen, PTSS, OCD, verslavingsproblematiek, alcoholverslaving,
eetstoornissen.
- Somatische comorbiditeit
- Psychosociale problemen
- Suïcidaliteit
- Destructief gedrag: automutilatie, woede aanvallen etc.
- Verlatingsangst
, De student kan belangrijke aandachtspunten formuleren voor de
zorgverlening aan mensen met een borderline persoonlijkheidsstoornis.
- Balanceer houvast en autonomie;
Bij te veel houvast wurggreep
Bij te veel autonomie afwijzing en verwaarlozing, de zorg valt vaak verkeerd.
- Hoopvolle, open, onbevooroordeelde, verwonderende houding; oprechte
nieuwsgierigheid, gedrag willen snappen, denken vanuit coping stijlen.
- Validering: vaardigheid waardoor je in de huid van de ander kruipt, laat ook
voelen dat je de moeite doet om de persoon te begrijpen.
- Relatiemanagement: anticiperen op breuken in de relatie bij aanvang van
kennismaking; wat kan er mis gaan en hoe ga ik er mee om?
o Overdracht: relatie wordt gekleurd door vroegere ervaringen of relaties
door de patiënt.
o Tegenoverdracht: eigen ervaringen, emoties en kwetsbaarheden van
professional kleurt relatie.
- Beloof niets wat je niet waar kan maken.
- Duidelijke afspraken
- Erken stoornis/beperking
- Stel haalbare grenzen
- Wees geïnformeerd
- Verantwoordelijkheid voor de gevolgen van borderline gedrag laten bij degene
met BPS
- Laat patiënt zelf oplossingen zoeken
De student heeft kennis van de inhoud en werkwijze van de zorgvorm
Intensive Home Treatment (IHT).
Intensive Home Treatment (ITH): kortdurende zorg voor mensen in een acute
psychiatrische crisis, voorkomen van opname, thuis werken aan herstel om grip op het
leven weer terug te krijgen. Zo behoudt patiënt rolbehoud en zijn vangnet in
vertrouwde omgeving. Er wordt samen een IHT-plan opgesteld samen met naasten
om hersteldoelen te formuleren.
De student kent een aantal dominante maatschappelijke standpunten ten
aanzien van dwangtoepassing en is zich bewust van de complexiteit van
debat.
Rechtenbenadering:
- Vrijheid: eigen ruimte om keuzes te maken, regie te voeren, maar ook als
ruimte voor zingeving en sociale inclusie.
- Volwaardig burgerschap: recht op meedoen en meebeslissen en het recht op
gelijke behandeling.
De student heeft kennis en inzicht in de begrippen stigmatisering en
destigmatisering en is zich daarnaast bewust van zijn/haar eigen rol hierin.
Stigmatisering: een proces waarin een groep personen negatief wordt gelabeld,
veroordeeld en uitgesloten.
Destigmatisering: tegengaan van stigmatisering.
, Casus 2.1 Peter
De student kan belemmeringen in het bevorderen van zelfmanagement
met betrekking tot informatievoorziening benoemen;
- Slechte informatievoorziening en slechte voorlichting:
o Verkeerde timing
o Niet passende manier
o Onvoldoende informatieverstrekking voor behoefte zorgvrager
o Onvoldoende uitgaan van de vragen en behoeften van patiënt t.a.v.
informatie
o Het geven van objectieve professionele informatie kan patiënt het
gevoel geven dat het niet over hem persoonlijk gaat, maar over een
andere patiënt of dat hij niets nieuws hoort
o Valse geruststelling over prognose, benadrukken dat er niets aan de
hand is
o Geen samenwerkingsrelatie
o Te veel informatie
o Krijgen van informatie zonder hoop voor de toekomst
o Gevoelens worden niet geuit en vragen worden niet gesteld
o Onvoldoende persoonlijke relevante info
- Patiënten weten wat ze moeten doen, maar zijn niet in staat dit uit te voeren
- Uitwisselen van informatie
o Patiënten die aarzelen om vragen te stellen, weten vaak niet wat ze
zouden moeten vragen
- Participatie: informatie moet persoonlijk relevant zijn voor de patiënt en wordt
uitgenodigd om een participerende rol te vervullen.
De student heeft kennis over veiligheidsmanagementsystemen (VMS) en
weet hierin aan te geven wat de rol van de verpleegkundige is in het
uitvoeren van het veiligheidsbeleid;
Veiligheidsmanagementsysteem (VMS) doel: verankering van patiëntveiligheid in
praktijk door een standaard te vormen zodat vermijdbare fouten voorkomen kunnen
worden. bestaat uit concrete activiteiten die handvatten opleveren voor de
medewerkers om in werksituaties risico’s te signaleren, verbeteringen door te voeren
en beleid vast te leggen, te evalueren en aan te passen.
Voorbeelden van VMS-thema’s:
- Verwisseling van en bij patiënten en verwisseling van plaats of zijde bij operatie
o SURPASS checklist: bewaakt processtappen van thema verwisseling in
hele chirurgische traject
o Systematische identificatie en verificatie
o Voor start anesthesie gezamenlijke time-out
- Veilige zorg voor zieke kinderen
o PEWS-lijsten
o SBAR
- Kwetsbare ouderen