Duidelijk overzicht van alle belangrijke begrippen voor het HAVO Aardrijkskunde Examen. Hiermee heb je alle kennis om het Aardrijkskunde examen goed te maken! Ook verkrijgbaar in oefenvragen, waarmee je de begrippen nog makkelijker leert.
Bruto nationaal product (BNP): de waarde van alle goederen en diensten die in een bepaald jaar in
een land worden geproduceerd
BNP per hoofd: het BNP van een land gedeeld door het aantal inwoners
Koopkracht: de hoeveelheid goederen en diensten die een persoon van zijn geld kan kopen
Bruto binnenlands product: hierbij wordt alleen gekeken naar de inkomsten uit het eigen land, waar
er bij het BNP ook het inkomen van inwoners uit het eigen land in het buitenland wordt meegerekend
Verdeling van de beroepsbevolking: het aantal mensen dat in een bepaalde sector werkt. Hoe
welvarender een land, hoe minder mensen in de landbouw werken
Sociale ongelijkheid: een kleine groep zeer rijke mensen kan een verkeerd beeld geven
Regionale ongelijkheid: grote verschillen in een land binnen de inkomens
Bruto regionaal product (BRP): wordt gebruikt om verschillen tussen gebieden in een land beter
zichtbaar te maken
Informele sector: onofficiële economie. Bestaat uit economische activiteiten die niet in de officiële
cijfers tot uitdrukking komen
Bevolkingsspreiding: de manier waarop een bevolking zich over een gebied verdeelt
Bevolkingsdichtheid: de verhouding tussen het aantal inwoners en de oppervlakte van een gebied
Bevolkingsgroei: de toename van het aantal inwoners in een bepaalde periode
Geboorteoverschot: er komen meer mensen bij dan dat er overlijden
Natuurlijke bevolkingsgroei: geboortecijfer hoger dan het sterftecijfer
Vestigingsoverschot: een grote hoeveelheid migranten vestigt zich in een bepaald gebied
Sociale bevolkingsgroei: verandering van de bevolking door migratie
Urbanisatie: migratie van het platteland naar de steden
Leeftijdsopbouw: geeft aan hoeveel mensen van een bepaalde leeftijd in een land zijn
VN-ontwikkelingsindex (Human Development Index): meet hoe landen scoren op verschillende
dimensies
Analfabetisme: het niet kunnen lezen en schrijven
Wereldsysteem: op basis van economische indicatoren indelen van de wereld in centrum, periferie
en semi-periferie
Periferie: achtergestelde arme landen (de derde wereld)
Ruilvoet: de verhouding tussen de waarde van de export en de waarde van de import
Semi-periferie: opkomende landen op economisch gebied
, Exploitatiekolonie: kolonie die vooral diende om grondstoffen en materialen te leveren aan het
overheersende land
Vestigingskolonie: een gebied overzee dat als doel had om als vestigingsgebied voor Europeanen te
functioneren
Dekolonisatie: koloniën worden zelfstandig
Internationale arbeidsverdeling: de verdeling van de beroepsbevolking in de verschillende delen van
de wereld
Megasteden: steden met meer dan tien miljoen inwoners
Verstedelijking: geeft aan hoeveel procent van de bevolking in een bepaald gebied in de steden
woont
Urbanisatietempo: de jaarlijkse groei van de stedelijke bevolking
Demografische transitie: de gefaseerde overgang van een hoog sterfte- en geboortecijfer naar een
laag sterfte- en geboortecijfer in een bepaald gebied
Demografische druk: de som van het aantal personen van 0 tot 20 jaar en 65 jaar of ouder in
verhouding tot de personen van 20 tot 65 jaar
Diffusie: de verspreiding van cultuurelementen van het ene naar het andere cultuurgebied
Triade: VS, EU en Japan
Zuid-Zuid-Handel: handel en investeringen binnen het zuiden
Vrijhandel: vrij, onbelemmerd verkeer van goederen en diensten tussen verschillende landen
Multinationale ondernemingen (MNO): een groot bedrijf dat in meer dan één land actief is
Arbeidsmigratie: naar een ander land migreren om daar werk te zoeken
Pushfactoren: factoren die een gebied onaantrekkelijk maken, wat een aanleiding voor mensen kan
zijn om te migreren
Pullfactoren: factoren van een bepaald gebied die iemand aantrekken om daar naartoe te migreren
Globalisering/mondialisering: het proces van wereldwijde economische, politieke en culturele
integratie van gebieden en samenlevingen
Global village: het contact tussen verschillende gebieden en samenlevingen neemt toe, zogenaamde
vervlechting
Relatieve afstand: de afstand uitgedrukt in tijd, geld en moeite
Absolute afstand: de afstand uitgedrukt in kilometers
Afstandsverval: het verschijnsel dat de interactie tussen gebieden afneemt naarmate de afstand
toeneemt
Tijd-ruimtecompressie: het proces waardoor de relatieve afstand tussen gebieden afneemt
Transporttechnologie: de technische voorzieningen en infrastructuur die het transport van mensen
en goederen mogelijk maken
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Noaveldmaat. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,99. Je zit daarna nergens aan vast.