I&M jaar 2 gedragswetenschappen
Inhoud
Week 1;...................................................................................................................................................1
Hoorcollege I&M 1;.............................................................................................................................1
Psychologie de essentie, hoofdstuk 7.................................................................................................2
Week 2;...................................................................................................................................................6
Hoorcollege I&M 2;.............................................................................................................................6
Psychologie de essentie H3;....................................................................................................................7
Week 3;.................................................................................................................................................11
Hoorcollege I&M 3;...........................................................................................................................11
Zelfmanagement hoofdstuk 1;..........................................................................................................12
Zelfmanagement hoofdstuk 4;..........................................................................................................14
Week 4;.................................................................................................................................................16
Hoorcollege I&M 4;...........................................................................................................................16
Zelfmanagement 6.1&6.2;................................................................................................................17
Zorgmanagement 7.4;......................................................................................................................18
Week 5;.................................................................................................................................................20
Hoorcollege I&M 5;...........................................................................................................................20
Groepsfasen van Tuckman................................................................................................................21
De 9 teamrollen van Belbin;.............................................................................................................22
Week 6;.................................................................................................................................................23
Hoorcollege I&M 6;...........................................................................................................................23
Het afwegingskader in de meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling;................................24
Wat werkt bij de aanpak van kindermishandeling;...........................................................................27
Week 1;
Hoorcollege I&M 1;
Persoonlijkheid-> psychologische kenmerken van hele persoon.
,Dispositionele theorie-> betreft theorieën over persoonlijkheid op basis van temperament,
karaktertrek en persoonlijkheidstype.
Big 5-> 5 basistrekken = trekdimensies
Extraversie, vriendelijkheid, zorgvuldigheid, emotionele stabiliteit, openheid of intellect.
o Elke dimensie heeft een tegenhanger.
Temperament kind; 3 typen
Makkelijk kind (45%) -> rustig, slaapt goed, makkelijk logeren.
Moeilijk kind (10%) -> houdt van vaste patronen, van slag als patronen anders gaan, slechte
eter.
Kind dat langzaam op gang komt (15%)-> past zich gaande weg aan bij verandering, gematigd.
Restcategorie (35%)
Psychoseksuele fasen (volgens Freud);
Kind gaat door reeks psychoseksuele fasen (orale, anale, fallische, latentie, genitale).
Als gevolg van seksuele en agressieve driften.
Elke fase; erotisch genot.
o Fixatie-> stagnatie in psychologische ontwikkeling-> verklaring voor verslaving?
Ego-afweermechanismen (Freud);
Vooral onbewuste strategie om conflict/situatie niet aan te gaan.
o Hoezo verslaafd? Ik? (ontkenning)
o Ach, iedereen drinkt wel eens wat (rationalisatie).
Humanistische theorie -> Carl Rogers;
Mens is volledig functionerend persoon, met een zelfbeeld dat beïnvloed wordt door
ervaringen (zelfbeeld kan in gevaar komen).
Sociaal cognitieve theorie-> Bandura
We leren ‘sociaal’;
o Observationeel leren
o Je leert door te kijken wat er met anderen gebeurt
o Rolmodellen
o Je denkt na, cognitie belangrijk
o Je leert ook van slechte voorbeelden
Psychologie de essentie, hoofdstuk 7
Het begrip persoonlijkheid slaat op de psychologische eigenschappen die een zekere continuïteit
verlenen aan het gedrag van een individu in verschillende situaties en op verschillende momenten.
Het is een veelomvattend concept dat we kunnen beschouwen als de rode draad van ons leven. Als
die draad onverhoopt breekt, kan dit er toe leiden dat een persoonlijkheid beladen raakt met de
inconsequenties die we bijvoorbeeld zien bij manisch-depressieve psychose, schizofrenie of de
meervoudige persoonlijkheidsstoornis.
Er zijn verschillende theorieën geschikt voor verschillende problemen en bepaalde situaties;
Als je snel een overzicht wil krijgen van de huidige persoonlijkheidskenmerken van een
individu kan je het best gebruik maken van theorieën over temperamenten, trekken of typen.
Als je een manier zoekt om iemand te begrijpen en je deze persoon beschouwt als een zich
ontwikkeld, veranderlijk wezen, ben je waarschijnlijk het best geholpen met de
psychodynamische, humanistische of sociaal-cognitieve persoonlijkheidstheorieën.
, Als je geïnteresseerd bent in hoe individuen elkaar begrijpen kan je gebruik maken van
impliciete persoonlijkheidstheorieën.
Als je je afvraagt of mensen elkaar overal ter wereld op dezelfde manier begrijpen, zal je
interesse vooral uitgaan naar cross culturele onderzoek naar persoonlijkheid.
Kernconcept 7.1-> De persoonlijkheid wordt gevormd door de gecombineerde krachten van
biologische, situationele en psychische processen, die allemaal in een context van sociaal-culturele
factoren en ontwikkelingsfactoren zijn ingebed.
Volgens David Barash is de menselijke geschiedenis het verhaal van mensen die op pijnlijke of
bedreigende situaties hebben gereageerd door naar het dichtstbijzijnde doel uit te halen. Degenen
die dit deden, hadden een duidelijk evolutionair voordeel ten opzichte van degenen die het rustig
ondergingen, omdat ze minder kans hadden een volgende keer slachtoffer te worden. Ze hadden ook
meer kans zich voort te planten en deze neiging tot agressie en tot ‘displacement’ op hun
nakomelingen over te dragen.
Genetica bied steeds meer inzicht in het verband tussen erfelijkheid en gedrag, het is duidelijk dat
ons gedrag voor een belangrijk deel gevormd wordt door volgens principes van; behavioristische
conditionering, cognitief leren en sociale psychologie.
Omgevingsfactoren zijn zo belangrijk dat Walter Mischel heeft gesuggereerd dat alle andere effecten,
met inbegrip van aangeboren eigenschappen, door deze invloeden worden overstemd.
Beschrijvende persoonlijkheidstheorie-> bij dit type theorie ligt de nadruk op de betrekkelijk stabiele
persoonlijkheidskenmerken of karaktertrekken van een individu.
Procestheorie-> gaan verder dan beschrijven alleen en verklaren de persoonlijkheid in termen van de
interne persoonlijkheidsprocessen op basis van bewuste en onbewuste processen.
Voor een volledige verklaring van persoonlijkheid lijken we zowel de karaktertheorie als de
procestheorie nodig te hebben.
Collectivisme-> mensen worden beloond als ze in een groep passen en de sociale harmonie
bevorderen.
De Griekse arts Hippocrates, maakte onderscheid tussen 4 temperamenten, dit onderscheid werd
gemaakt door verschil in verhouding tussen de 4 humores, ofwel lichaamssappen;
Humores Bron Temperament
Bloed Hart Optimistisch (monter)
Chole (gele gal) Lever Cholerisch (licht ontvlambaar,
woede)
Melanchole (zwart gal) Milt Melancholiek (depressief)
Flegma (slijm) Hersenen Flegmatisch (koel, afstandelijk
traag)
Kernconcept 7.2-> Volgens alle dispositionele theorieën bestaat er een kleine groep van
persoonlijkheidskenmerken die temperamenten, karaktertrekken of typen worden genoemd; het
individu vertoont met betrekking tot deze kenmerken gedurende zijn hele leven een consistent beeld.
Psychologen definiëren temperament als een biologisch bepaalde dispositie die al in de vroege jeugd
waarneembaar zijn en die de snelheid en intensiteit van emotionele reacties en de overheersende
stemming van een individu bepalen. Als ze het over temperament hebben, verwijzen ze meestal naar
1 of 2 dominante en blijvende thema’s, zoals verlegenheid of humeurigheid, die typerend zijn voor
iemands persoonlijkheid.