Hoorcollege 1: Introductie
There is no such thing as society
Vandaag leven we in een hele andere samenleving dan wij pakweg 40 jaar geleden deden. Als
er nu iets met je gebeurt, wordt dat vooral gezien als jouw eigen schuld. De samenleving is
daarvoor niet verantwoordelijk. We zouden dan ook niet meer in een verzorgingsstaat leven,
maar in een ‘participatiestaat’.
Toch hebben we erg de neiging om ons aan elkaar te conformeren, we willen bij een groep
horen en er niet buitenvallen. Tegelijkertijd wordt er geprezen wanneer je een individu bent,
gewoon jezelf.
Sociologen zijn niet geïnteresseerd in cultuur, maar in groepen mensen van twee of meer.
Sociologie is het systematisch onderzoeken van de menselijke samenleving. Het onderzoekt
menselijke patronen van denken, voelen en handelen en bekijkt hoe we in het bijzondere het
algemene kunnen zien. Sociologie stopt mensen altijd in hokjes, maar op basis van empirische
informatie. Wat we zien wanneer we onderzoek doen naar groepen mensen is dat alles altijd
anders is dan eerst, maar dat sommige dingen ook een beetje hetzelfde blijven. De verschillen
zijn nooit zo groot als dat ze lijken.
De sociologie en sociologisch onderzoek hebben een aantal voordelen, en een aantal nadelen.
Een voordeel is bijvoorbeeld debunking: niet alles wat we denken is altijd waar en onderzoek
kan dit aantonen! Een ander voordeel is dat sociologisch onderzoek voor begrip zorgt; begrip
over de omstandigheden waar we inzitten en waarom. Ook kan onderzoek voor empowering
zorgen: het laat het nadeel voor sommige groepen in de samenleving zien, wat mobiliserend
kan werken. Daarnaast zorgt de sociologie voor herkenning want we (h)erkennen situaties
waar wij of andere personen inzitten.
Nadelen zijn dat alles altijd verandert. Sociologisch onderzoek kan dus al snel verouderen.
Daarbij komt nog dat sociologen ook maar mensen zijn. Het is hierdoor lastig om afstand te
houden van het onderzoeksobject.
Tenslotte is de sociologie onderdeel geworden van het maatschappelijk debat. Dit kan zowel
een voor- als nadeel zijn, afhankelijk van hoe het gebruikt en geïnterpreteerd wordt.
Durkheim: het individu in massa samenlevingen
Het gaat bij sociologie over de relatie tussen het individu en de samenleving. Emile
Durkheim heeft dit samengevat in The Elementary Forms of the Religious Life:
“..Man is double. There are two beings in him: an individual being which has its
foundation in the organism and the circle of whose activities is therefore strictly limited, and
a social being which represents the highest reality in the intellectual and moral order that we
can know by observation – I mean society… In so far as he belongs to society, the individual
transcends himself, both when he thinks and when he acts”
“Man’s characteristic privilege is that the bond he accepts is not physical but moral;
that is, social. He is governed not by a material environment brutally imposed on him, but by
a conscience superior to his own..”
Durkheim ziet mensen als individuen, die tegelijkertijd een morele autoriteit nodig hebben om
hun handelingen af te meten. Vroeger was dit bijvoorbeeld god, of meerdere goden. Sinds een
, aantal honderd jaar geleden hebben mensen pas het gevoel gekregen zelf verantwoordelijk te
zijn. Hierdoor is de samenleving de morele vervanging van god geworden. Dit is de mens niet
opgelegd, maar is vanzelf zo ontstaan. Je legt nu als het ware verantwoordelijkheid aan de
samenleving af.
Een voorbeeld ontleend aan Durkheim is het
concept zelfmoord. Zelfmoord is de meest
individuele daad die denkbaar is, maar volgens
Durkheim wordt de keuze tot het plegen van
zelfmoord sterk sociaal bepaald door integratie en
regulatie (zie afbeelding hiernaast). Durkheim
kwam er onder andere achter dat protestanten vaker
zelfmoord plegen dan katholieken, en ongelovigen
plegen vaker zelfmoord dan ongelovigen. Hieruit
trok hij de conclusie hoe minder je bij een groep
betrokken bent, dus hoe minder gehecht je bent, hoe
groter de kans op zelfmoord is.
Protestanten zijn dan ook minder gehecht aan de
protestante groep dan katholieken aan de katholieke
groep, doordat protestanten het minder vaak met
elkaar eens zijn. Ze zijn een veel minder hechte groep dan de katholieken.
“Hele individuele daden van mensen kan je eigenlijk pas begrijpen wanneer je kijkt naar de
sociale context waarin bepaalde processen zich afspelen.”
Wat is sociologie?
Dus wat is sociologie? Het heeft in ieder geval te maken met alles wat je om je heen ziet. Het
zijn alle dingen waarbij/waarin mensen met elkaar samenleven, en vaak waar het samenleven
niet zo goed gaat (op het nieuws gaat het dan ook vooral over de dingen die fout gaan).
Uiteindelijk is sociologie het bestuderen en onderzoeken van de samenleving: onderzoeken,
beschrijven en verklaren van de manier waarop mensen samen leven.
Alles wat er in de samenleving gebeurt, roept bij een socioloog vragen op, voorbeelden
hiervan zijn:
Waarom kunnen supporters van Ajax en Feyenoord normaal met elkaar omgaan, maar
bij wedstrijden van het Nederlands elftal wel?
Wat heeft social media voor invloed op face-to-face communicatie, bijvoorbeeld in het
gezin of in vriendengroepen?
Waarom mochten emoties eerst niet geuit worden, en nu wel? Waarom in welke
cultuur wel, en in de andere cultuur niet?
Waarom kan afdeling A wel samenwerken met B, maar niet met afdeling C?
Het zijn allemaal veranderingen van de manier waarop mensen met elkaar omgaan, en
veranderingen in de manier hoe de mens zich opstelt. Als socioloog kijk je tenslotte niet
alleen naar cijfers en kale resultaten, maar ook naar het verhaal erachter; de motivatie voor
menselijk gedrag. Sociologie draait om de interactie tussen mensen, en zoekt naar algemeen
sociaal gedrag: