Oude begrippen
Eukaryoten: organisme waarvan elke cel een celkern bevat.
Prokaryoten: een eencellige
Polymeriseren: Het samenvoeging van kleine moleculen tot 1 grote keten
Condensatiereactie: een chemische reactie waarbij relatief eenvoudige moleculen reageren met
elkaar tot grotere moleculen
Waterstofbrug: een polaire, niet covalente binding tussen een elektronpaar op een sterk
elektronegatief atoom en een naburig waterstofatoom
Chromosoom: een lang dubbelstrengs DNA-molecuul
Chromatide: Een deel van een chromosoom, bestaat uit 1 DNA-streng
Centromeer: Het punt waar twee chromatide aan elkaar blijven
S-fase: een periode waarin de DNA-replicatie plaatsvindt en daarmee verdubbeling van het genoom
optreed.
Locus de vaste positie waar een gen of een andere reeks nucleotiden zich op een chromosoom
bevindt.
Allelen: Varianten op DNA sequentie van een locus.
Ribosomen: celorganel verantwoordelijk voor de synthese van eiwitten.
dinsdag 6 juni 2023
20:51
BVJ Thema 4: DNA
Basisstof 1: De bouw en functie van DNA
—————————————————————————————
Leerdoel: Je kunt de bouw en functie van DNA beschrijven.
Het genoom
Bijna elke cel uit je lichaam bevat een celkern, in je celkern zit een
Deel van je DNA. Het DNA bepaalt de functie van een cel en levert instructies over hoe ribosomen
eiwitten kunnen maken.
De vorm en functie van een eiwit wordt bepaald door de bouw van het eiwit.
Bij eukaryoten bestaat het genoom uit kernDNA en mtDNA
Bij prokaryoten vormt het DNA dat los in het cytoplasma van de cel voorkomt het genoom.
De bouw van DNA
Aan het 5e C-atoom zit de fosfaatgroep gebonden. De stikstofbase zit aan het eerste C-atoom. Als
een nucleotide gaat polymeriseren bindt het derde C-atoom van desoxyribose door een
condensatiereactie een binding aan met de fosfaatgroep van de volgende nucleotide.
Het enkelstrengs DNA-molecuul wordt gevormd doordat nucleotiden een binding aangaan door
middel van een polymerisatie reactie, waarbij het 3e C-atoom van Desoxyribose een binding aangaat
met een fosfaatgroep van de volgende nucleotide.
DNA wordt afgelezen/gekopieerd van 5' naar 3'.
De basenparing komt tot stand door waterstofbruggen. Wat eigenlijk zwakke bindingen zijn maar
door hun grote aantal toch sterk zijn.
, Als twee nucleotide ketens aan elkaar koppelen vormen ze een dubbelstrengs DNA-molecuul en met
een helixstructuur.
Bij eukaryoten is het DNA verdeeld over verschillende chromosomen. Een chromosoom past in de
celkern door zijn compacte vorm.
Afhankelijk van de fase waarin in de cel zich verkeerd is het DNA-molecuul strakker of losser
opgerold. Het DNA ligt eerst rond een aantal histonen gewikkeld. Wat eiwitten zijn. Een aantal
histonen vormen samen met het DNA dat er omheen gewikkeld ligt een nucleosoom.
Koppelings DNA
Het DNA tussen twee opeenvolgende nucleosomen noem je koppelings DNA.
Niet-coderend DNA
Bij eukaryoten bestaat het genoom voor 98,5 % uit niet-coderend DNA. Binnen genen komt ook niet
coderend DNA voor. Een groot deel bestaat uit repetitief DNA.
Begrippen
DNA= desoxyribonucleïnezuur
Genoom= het geheel aan erfelijke informatie in een cel van een organisme
kernDNA= het DNA dat zich in de chromosomen in de celkern bevindt.
mtDNA= het DNA dat zich in de mitochondriën en de chloroplasten bevindt.
Plasmiden: korte stukjes circulair DNA
Nucleïnezuur: een complex biochemisch macromolecuul. DNA is een nucleïnezuur.
Nucleotide: bouwstenen bestaande uit een fosfaatgroep, Desoxyribose en een stikstofbase
Desoxyribose: een monosacharide
Adenine (A), Guanine (G), Thymine (T) en Cytosine ( C)= stikstofbasen die bouwstenen vormen voor
DNA
Enkelstrengs DNA-molecuul: Nucleotide keten. Ontstaan door middel van polymerisatie van
nucleotiden.
5' uiteinde: de ene kant van het uiteinde van een enkelstrengs DNA-molecuul. Bevindt zich op het 5e
C-atoom bij de fosfaatgroep.
3' uiteinde: de andere kant van het uiteinde van een enkelstrengs DNA-molecuul.
Basenparing: de stikstofbasen hebben een geconjugeerde partner. Door basenparing kan
enkelstrengs DNA dubbelstrengs DNA worden.
Dubbelstrengs DNA: twee aan elkaar gekoppelde nucleotidenketens.
Histonen: specifieke eiwitten, die samen met het DNA dienen als bouwstenen voor de nucleosomen.
Nucleosoom: een complex van DNA en histonen dat genexpressie regelt.
Sequentie: de volgorde waarin nucleotide in een DNA-molecuul zijn gerangschikt.
Niet-coderend DNA: DNA dat niet codeert voor eiwitten.
Repetitief DNA: Herhalingen van korte nucleotidesequenties.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper linwissink1. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,83. Je zit daarna nergens aan vast.