Inhoud
Fysiotherapeutisch handelen ....................................................................................... 2
Hoofdpijn diagnostiek W1 ................................ Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.
Hoofdpijn behandeling W2 ............................... Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.
Lumbaal radiculair syndroom diagnostiek W5 . Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.
Medisch handelen ..................................................................................................... 20
Complexe degeneratieve klachten en biologische factoren W1 ............................ 20
Neoplasma en kanker W2 ...................................................................................... 22
Veroudering W5 ..................................................................................................... 26
Omgevingsfactoren en pathofysiologie bij stress en geassocieerde problemen W6
............................................................................................................................... 28
Farmacotherapie bij stress en gerelateerde problemen W7 .................................. 31
Verslaving en problematisch middelengebruik W8 ................................................ 34
Gedragswetenschap .................................................................................................. 37
Pijn W2 ................................................................................................................... 37
Chronische pijn educatie W4 ................................................................................. 40
Chronische pijn behandeling W6 ........................................................................... 45
Motor control .............................................................................................................. 48
Motorische controle W2 ......................................................................................... 48
Fysiologische basis van motorisch leren en herstel van functie W4 ...................... 49
Pijn en motorische controle W6 ............................................................................. 52
,Fysiotherapeutisch handelen
FH1 Hoofdpijn, Deel 1 Classificatie:
ICHD 3 classificatie:
Onderscheidt meerdere soorten hoofdpijn.
- Primaire hoofdpijn : als de bron van nocisensoriek gelegen is in de hersenen.
- Secundaire hoofdpijn: als de hoofdpijn het gevolg is van een andere aandoening.
- Craniale neuralgieën, centrale en primaire faciale pijn en andere hoofdpijn.
Ziekteverzuim:
De leeftijdspiek van hoofdpijn ligt rond de 40 jaar in werkende populatie. Het aantal ziekte
dagen per 1000 werknemers per jaar is: migraine 270 dagen en spanningshoofdpijn 820
dagen.
Primaire hoofdpijn:
Kun je indelen in spanningshoofdpijn (Tension Type Headache), migraine en cluster hoofpijn.
Spanningshoofdpijn:
10 episodes van hoofdpijn gedurende 12mnd, Duur 30min. tot 7
dagen
Tekenen en symptomen:
Minimaal 2 van de 4 criteria
- Bilaterale klachten
- Drukkend of Band gevoel
- Matig tot normale intensiteit
- Niet beïnvloedbaar door fysieke activiteit
+ tekenen en symptomen
- Er is geen sprake van misselijkheid of overgeven
- Mogelijk sprake Photophobia of Phonophobia (gevoeligheid voor licht en
geluid)
Er wordt onderscheid gemaakt tussen spanningshoofdpijn met en zonder peri-craniale
gevoeligheid (druk pijn). Dit is te onderzoeken d.m.v. palpatie en kun je een 0-3 score aan
geven.
Incidentie en prevalentie:
• Spanningshoofdpijn is de meest voorkomende vorm van hoofdpijn. De incidentie ligt
tussen de 30% tot 78% van de bevolking (bronnen zijn niet eenduidig). Er zit verschil
tussen de frequentie per persoon.
• Bij spanningshoofdpijn helpen NSAID’s niet . Wat mogelijk wel helpt zijn
spierontspanners (benzodiazepinen). Bij chronische spanningshoofdpijn helpt bepaalde
medicatie wel maar dat is patiënt afhankelijk.
• Predisponerende factoren zijn vermijdend gedrag of catastrofen.
• Vrouwen meer dan mannen.
2
,Migraine:
Hoofdpijn aanvalsgewijs, duur 4 tot 72 uur. De aandoening is niet
te genezen, maar er is wel coupering van aanval mogelijk met
medicatie.
Symptomen beginnen vaak een aantal dagen tot uren van
tevoren. Deze symptomen zijn oa. nekstijfheid, gevoeligheid voor
licht en geluid, misselijkheid, vertroebeld zicht, gapen en geeuwen
Migraine tot 18 jaar is bilateraal en Migraine >18 jaar is unilateraal
en de locatie is fronto-temporaal.
Tekenen en symptomen:
Minimaal 2 van de volgende criteria
- Unilateraal
- Pulserend
- Matige tot intensieve pijn
- Verergerd door fysieke activiteiten
Minimaal 1 van de vollegende criteria
- Misselijkheid en / of braken, Phonophobia en Photophobia
Oogmigraine:
Een oogmigraine, vaak opthalmische migraine genoemd, uit zich door verstoring van het
zichtveld aan beide kanten en kan gepaard gaan met hoofdpijn.
Retinale migraine is een zeldzame vorm en verstoort maar één kant van het zichtveld.
Symptomen:
Gezichtsuitval/ verstoring van het zichtveld, Lichtflitsen/vlekken, Hoofdpijn, Duizeligheid,
Verlamming van de ogen. De symptomen komen vaak onverwacht opzetten en duren
meestal 5 – 10 minuten, het kan ook 30-60 minuten duren.
Cluster hoofdpijn:
Hele heftige hoofdpijn unilateraal, ook wel suïcidale hoofdpijn genoemd
omdat de klachten zo heftig zijn.
Duur 15 tot 180 minuten. Episodisch: 7 dagen tot 1 jaar met pijnvrije periode
van >1 maand. Chronisch: >1 jaar zonder pijnvrije periodes of < 1 maand.
Bij mannen meer dan bij vrouwen.
Symptomen:
Conjunctival injection (rode ogen), tranen, gezwollen ooglid, zweten in het gelaat, miosis
(vernauwing pupil), ptosis (neerhangen ooglid), nasa congestion (verstopte neus),
rhinorrhoea (loopneus ), rusteloosheid
Paroxysmale hemicrania= een zeldzame variant van clusterhoofdpijn die vaker voorkomt bij
vrouwen dan bij mannen. De aanvallen lijken op die van clusterhoofdpijn, maar
onderscheiden zich door de hogere frequentie en kortere duur.
Craniale neuralgieën:
Neuralgie betekent zenuwpijn (neuron = zenuw + algia = pijn). Craniale
neuralgie beschrijft een ontsteking van één van de 12 zenuwen die de motor en
sensatie functies van het hoofd en de nek leveren. Misschien is het meest
erkende voorbeeld wel trigeminusneuralgie, die hersenzenuwen V (de nervus
vagus) beïnvloedt en intense pijn in het gezicht kan veroorzaken. De oorzaak
van craniale neuralgieën is onbekend.
Primaire of secundaire trigeminusneuralgie:
Paroxismale pijnaanvallen met een duur van een fractie van een seconde tot twee minuten,
in het verloop van één of meer divisies van de n. trigeminus.
3
, Pijn heeft minimaal één van de volgende kenmerken:
1. Intens, scherp, oppervlakkig of stekend.
2. Luxerend triggergebied of triggerfactoren.
Dingen als scheren of een lichte aanraking van de huid al een intense en scherpe pijnaanval
uitlokken.
Therapie bestaat uit medicatie of operatie.
Andere hoofdpijn:
• Primaire hoesten hoofdpijn
• Primaire inspanning hoofdpijn
• Primaire hoofdpijn geassocieerd met seksuele activiteit
Preorgasmic en orgastisch
• Hoofdpijn veroorzaakt door: koude, ijs eten, bromfietshelm
• Nieuwe dagelijks aanhoudende hoofdpijn (NDPH)
Secundaire hoofdpijn:
Er vallen verschillende dingen onder secundaire hoofdpijn:
- Hoofdpijn toegeschreven aan hoofd en / of nek trauma
• Hoofdpijn of faciale pijn toegeschreven aan stoornis van de schedel, nek, ogen, oren,
neus, sinussen, tanden, mond of andere gezichts-of craniale structuren.
• Hoofdpijn door stoornis in de hals (= cervicogene hoofdpijn)
• Hoofdpijn toegeschreven aan psychiatrische stoornis
• Hoofdpijn door somatisatiestoornis
• Hoofdpijn toegeschreven aan psychotische stoornis
Cervicogene hoofdpijn:
Cervicogene hoofdpijn staat in de ICIDH bij secundaire hoofdpijn voortkomend vanuit de nek.
14-18% van de chronische hoofdpijnen is cervicogeen. Prevalentie van cervicogene
hoofdpijn is 2,2%.
Symptomen:
• Referred pain vanuit de nek naar het hoofd.
• Doffe niet kloppende pijn, gemiddelde tot ernstige intensiteit, meestal unilateraal.
• Kan samengaan met schouder/armpijn, nogal eens voorafgaand door hoofdtrauma.
• De hoofdpijn wordt vaak uitgelokt door bewegingen met het hoofd of bepaalde
hoofdposities.
• De pijn start in de nek of de occipitale regio en kan zich van hier uit verspreiden naar
andere gebieden van het hoofd, inclusief de frontale, temporale en periorbitale regio’s
• Episodes met wisselende duur.
• Geen effect op medicijn: indomethacine, sumatriptan, ergotamine.
Middelen geïnduceerde hoofdpijn:
Secundaire hoofdpijn
– Hoofdpijn door overmatig gebruik van medicatie.
– Medicatie gebruik > 3 maanden kan deze hoofdpijn veroorzaken.
– Paracetamol of NSAID’s ≥ 15 dagen per maand
– Triptanen ≥ 10 dagen per maand
4