Samenvatting sociale ongelijkheid
- Week 1 –
Stratificatie: het onderverdelen van een populatie in meerdere (vaak
hiërarchische) categorieën gebaseerd op criteria zoals leeftijd, geslacht en
sociale status.
Componenten van stratificatiesystemen:
-De manier waarop goederen als waardevol of aantrekkelijk worden gedefinieerd.
-De manier waarop deze goederen over functies in de maatschappij worden
verdeeld.
-De manier waarop mensen over deze functies worden verdeeld.
Deze ‘waardevolle goederen’ kunnen alles zijn van geld en levensduur tot geluk.
Hierbij een plaatje dat alle waardevolle en aantrekkelijke goederen samenvat:
Op de maatschappelijke ladder kijken:
-Economen naar inkomen.
-Psychologen naar macht.
-Sociologen naar beroepen. Beroepen zijn namelijk makkelijk te duiden,
zichtbaar, meetbaar en geven een positie aan. Dat laatste doet inkomen niet
altijd. Niet iedereen heeft een beroep en ze zijn ook niet altijd automatisch
gerangschikt, maar arbeidsrelaties zijn vaak wel bepalend voor verhoudingen in
de maatschappij.
Sociale Klassenschema: een indeling van beroepen in een aantal groepen op
basis van een aantal objectieve kenmerken zoals:
-Werkgever (zelfstandige) vs. Werknemer (loondienst)
, -Handarbeid (white collar jobs) vs. Hoofdarbeid (blue collar jobs)
-Leidinggevend vs. ondergeschikt
-De sector waarin gewerkt wordt
-De moeilijkheid van het werk (deels verwant met opleidingsniveau)
Sociale klassen zijn groepen met vergelijkbare economische positie en
levenskansen en zorgen voor herkenbare groepen. Er is echter geen volledige,
objectieve rangorde van klassen te maken, vooral omdat niet iedereen even
gemakkelijk in een groep in te delen is.
Vier ‘statusschalen’:
1) De prestigeschaal. Deze schaal kijkt naar het aanzien van een beroep. Om
dit aanzien te meten, worden mensen gevraagd beroepen te ordenen van meest
naar minst gewaardeerd. Volgens de Treiman-constant is men het
internationaal in grote lijnen met elkaar eens over welke beroepen het meeste
aanzien hebben. Ook lijkt deze waardering maar weinig met de tijd te
veranderen. Mensen gebruiken alleen in hun inschattingen over een beroep maar
weinig objectieve kennis (over bijvoorbeeld de invloed, het inkomen of het
benodigde opleidingsniveau van een beroep), maar gaat op het gevoel af.
2) De sociaaleconomische statusschaal. Deze is gericht op kennis en geld als
aantrekkelijke goederen, oftewel machtsmiddelen, die een beroep kan brengen.
Het gemiddelde opleidingsniveau en inkomen van mensen met een bepaald
beroep worden gemeten. Deze schaal voorspelt de welvaart beter van een
persoon dan de prestigeschaal, maar blijft lastig te interpreteren omdat er maar
twee dimensies mee worden genomen in de berekening.
3) Culturele en economische status. Hoeveel weet men van manieren en van
welke sociale klasse maken ze deel uit?
4) Interactieschalen. Weet men met mensen om te gaan en hebben ze goede
connecties?
Als je sociale problemen wilt oplossen, doe je dat aan de hand van
POTB:
P – Problemen (vaststellen)
T – Theorie (vormen)
O – Onderzoek (doen)
B – Beleid (voeren)
In het vak Sociale Ongelijkheid gebruiken we deze variant:
P – Onderzoeksvraag (over probleem)
T – Construct
O – Indicator (uitgewerkt in vragen in een vragenlijst)
In de stratificatiesociologie zijn er een aantal hoofdvragen:
-Hoe kunnen we de samenleving indelen in groepen van laag naar hoog?
-Hoe groot is sociale ongelijkheid?
-Wat zijn de oorzaken van sociale ongelijkheid?
-Wat zijn de consequenties van sociale ongelijkheid?
Ongelijkheid tussen arm en rijk blijft wereldwijd de afgelopen jaren groeien. In
Nederland bedroeg de Gini-coëfficiënt van besteedbare huishoudinkomens in
2010 0,27. Dat is laag tot gemiddeld vergeleken met veel andere landen. In 2012
bezat de meest vermogende 10% van de bevolking 60% van het totale
vermogen.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper StuviaManMetHetStuviaPlan. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,49. Je zit daarna nergens aan vast.