Dit waren een paar van de leukste lessen van het eerste semester. Prof. Vanderputten vertelt fantastisch en draagt dit vak volledig. De lessen zijn écht een meerwaarde. In deze samenvatting heb ik dan ook veel werk gestoken (o.b.v. lesnotities, werkcolleges, ppt's en het handboek). De theorie is s...
,1. TYPOLOGIE V. MIDDELEEUWSE GESCHREVEN BRONNEN
1.1. Verhalende bronnen
Traditioneel worden geschreven bronnen uit de Middeleeuwen opgedeeld in 2 grote groepen: de
verhalende/narratieve bronnen, en de archivalische bronnen. Wat is het verschil tss beiden?
▪ Archivalische bronnen = producten v/h beheer en instandhouding v/e instelling (in de brede zin > voor
individuen, groepen, instellingen, staten… en andere vormen van doelmatige organisatie)
o Van private of publieke aard
o Sociale , economische, politieke of normatieve inhoud
o Hebben allen als doel de werking v/e instelling te verzekeren
▪ Narratieve bronnen = auteur wenst info over te dragen, overtuigen v/e opinie, een historische vb. gebruiken
om een hedendaagse boodschap te geven
o Niet enkel fictieliteratuur (!) > vertellen verhaal (in brede zin) maar geen fictie: ‘ze geven info’ met een
bepaalde ‘waarheidsclaim’
▪ Suspension of disbelief 1 > auteurs die (bewust) onwaarheden verspreiden waarvan wij (de
lezer) ook weten dat het onwaar is (cf. kan om o.a. iets te illustreren d.m.v. allegorieën en
beeldtaal)
• Narratio rei gestarum = Gebeurtenissen woorden voorgesteld als waar gebeurd
• Vb. Hertogen van Brabant, beginnen met claim dat hertogen afstammen van Aeneas
en koningen van Troje, ook me publiek zal hier zijn vragen bij stellen
o Meestal overgeleverd in handschriften/manuscripten/codices, bundels papyrus, perkament of papier
(in boekvorm) maar enkele opmerkingen:
▪ Opgelet handschrift/manuscript/codex = document in boekvorm) ≠ schrift (> algemeen
fenomeen dat mensen schrijven) ≠ geschrift (> leesbaarheid v/h ‘handschrift’)
▪ Autograaf = Wanneer het origineel v/e tekst nog bewaard is
▪ Afschrift/kopie = een latere kopie v/e tekst
Aangezien veel afschriften afwijkingen vertonen ten aanzien v/h origineel is het vaak een hele zoektocht om het
origineel te achterhalen, maar hoe probeert men dit toch te doen?
▪ Methode-Lachmann – stemma codicum (‘wortel van handschriften’) = tekstfragmenten worden vergeleken
om zo een ‘stamboom v. varianten’ te reconstrueren > Relaties tss bewaarde kopieën en het origineel
achterhalen
o Postivisme (19de eeuw; verwetenschappelijking v/d historiografie) > kpiePen als louter afgeleiden v/d
‘oertekst’
o Huidige visie > kopieën ook als volwaardige tekstgetuigen (met hun eigen bijzonderheden)
▪ Leren ons veel over de tijd waarin de kopie tot stand kwam
▪ Interesses toenmalige auteurs en de populariteit v/e tekst
▪ (On)bewuste weglatingen uit een manuscript kunnen iets vertellen over de belangstelling, of
over de bijbedoelingen van de kopiist om de tekst te verspreiden > doelbewust verzwijgen?
1
= de bereidheid van een lezer of toeschouwer om bij een fictief verhaal zijn scepticisme tijdelijk opzij te zetten. Gebeurtenissen
die in werkelijkheid niet mogelijk zijn worden geaccepteerd als “wel mogelijk” binnen het fictieve universum waarin het verhaal
zich afspeelt.
3
, 1.1.1. Geschiedschrijving/historiografie
Als eerste onder de verhalende bronnen vinden we de geschiedschrijving, maar wat houdt dit in? En wat zijn haar
kenmerken?
▪ = Verhalende teksten die ontstaan zijn (a) ten bate v/d historische (collectieve) herinnering (memoria) en (b)
met het oog op betekenisgave aan zowel verleden als heden, ten behoeve van zowel tijdgenoten als
nageslacht.
o Iedere opgetekende herinnering aan het verleden, hoe onbetekenend ook, is in dit soort bronnen het resultaat
van een waardeoordeel (gesta memorabilia) en beantwoordt aan de intenties van de auteur.
▪ > wat in tekst komt is sterk gerelateerd aan de objectieven van een tekst
▪ > sterke rol van auteursintenties in welke gebeurtenissen gerapporteerd worden (en welke niet)
o Het gaat in geschiedschrijving uitdrukkelijk om het verhalen van gebeurtenissen die voor waar worden aanzien
(narratio rei gestarum) en die om één of andere reden het herinneren waard zijn (gesta memorabilia).
o Formeel richt de geschiedschrijving zich op een chronologische afwikkeling van wat de auteur te vertellen heeft.
Anderzijds betekent dat niet noodzakelijk dat er over de tijd heen inhoudelijke verbanden gelegd worden
Geen enkele ME auteur beschrijft het verleden uit belangeloze interesse. Er zijn bepaalde vooropgestelde
uitgangspunten, die divers van aard zijn, o.a. politiek, ethisch, didactisch. Welke doelen zijn er?
1) Het verleden, het heden en (soms ook) de toekomst betekenis geven:
▪ Mensen idee geven van waar ze vandaan komen, en waar ze naartoe (moeten) gaan (> richting en
identiteit geven) + ‘Hoe stel je je tegenover de andere?’
➢ Selectie v/d feiten (o.b.v. ordening, beschrijving en interpretatie) kan de betekenis drastisch
veranderen.
➢ Vaak alsnog moeilijk intenties te achterhalen
▪ Gervasius v. Canterbury (12de eeuw) > onderscheid tss 2 geschiedschrijvingen:
➢ Chronographia: Vergangenheitsgeschichte = vertelling/schrijven over verleden
➢ Historiographia: Gegenwartsgeschichte = eigentijdse geschiedenis (> eerder ‘hoe we gekomen
zijn tot hoe het nu is’ (!)
ALGEMEEN IDEE: Gewoon naar het verleden kijken omdat het gepasseerd is heeft volgens de ME geen nut. Als
er een doel achter zit (o.a. om betekenis te verkrijgen uit het verleden, heden en toekomst dan wel. Het moet relevant
zijn voor het nu: altijd doelmatigheid v. legitimatie of moralisering. Kijken naar het verleden óm het verleden (zonder
vraagstelling) is zinloos.
2) Legitimatie:
▪ > legitimeren van het bestaan van een instelling, koningshuis, dominantie bepaalde instellingen;
bestaan van bepaalde volkeren
3) Moralisering:
▪ > les leren uit het verleden: kijk naar het verleden om bij te leren (‘Hoe heeft men bepaalde etnische
spanningen kunnen oplossen?’), maar men moet voorzichtig zijn met lessen trekken uit het verleden
(o.a. door subjectiviteit v/d teksten: bewust weglatingen etc.)
▪ > opnieuw verleden gebruiken om betekenis en richting te geven aan heden en toekomst.
4) Inbedding in historische theologie (>
▪ Ambigue term historia: Bijbelgeleerden verwijzen met deze term naar de kennis die wordt verworven
uit de letterlijke lezing van de Bijbel
➢ aantonen dat er patronen zijn in het menselijke leven en de schepping als geheel, relatie van
de mens met God, ...
➢ Cf. middeleeuwse geschiedtheoretici passen op dezelfde manier zingeving toe op het verleden.
Naast zingeving en intentie spelen nog 2 factoren een doorslaggevende rol bij de interpretatie v. historiografische
teksten, dewelke?
1) Context = zo ruim mogelijk aantal factoren dat in relatie staat tot de natuurlijke en socio-culturele omgeving
waarin de geschiedschrijver actief was
2) Vorm = formele wijze waarop de historische gegevens gepresenteerd worden
4
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper FearOfTheFury. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €7,99. Je zit daarna nergens aan vast.