S
Datum: 06-04-2023
Naam: Jesse
Klas: Leerjaar 3
Stage: Groep 3.2A
Stage-afdeling: Acute Opname Afd.
Stage-instelling: Algemeen Ziekenhuis
,Inhoudsopgaven:
Inhoud
Inhoudsopgaven: .......................................................................................................................................................................... 2
Voorwoord: ................................................................................................................................................................................... 2
START-reflectie ............................................................................................................................................................................ 3
Situatie: .................................................................................................................................................................................... 3
Taak: ......................................................................................................................................................................................... 3
Actie: ........................................................................................................................................................................................ 3
Resultaat: ................................................................................................................................................................................. 5
Reflectie: .................................................................................................................................................................................. 5
Transfer: ................................................................................................................................................................................... 5
Literatuurlijst: .............................................................................................................................................................................. 6
Bijlage 1: Code’s ............................................................................................................................................................................ 7
Bijlage 2: Rapportage HIX .......................................................................................................................................................... 8
Bijlage 3: Valpreventie ................................................................................................................................................................. 9
Bijlage 4: Folder valpreventie .................................................................................................................................................... 13
Bijlage 5: Zelcom Model ............................................................................................................................................................ 14
Bijlage 6: Meetinstrumenten ..................................................................................................................................................... 15
Valrisico (John Hopkins) ...................................................................................................................................................... 15
Metingscherm + EWS ........................................................................................................................................................... 15
Bijlage 7: 5A model .................................................................................................................................................................... 16
Achterhalen:........................................................................................................................................................................... 16
Adviseren: .............................................................................................................................................................................. 16
Afspreken: .............................................................................................................................................................................. 16
Assisteren: .............................................................................................................................................................................. 16
Arrangeren: ............................................................................................................................................................................ 16
Voorwoord:
Deze Kritische beroepssituatie is geschreven voor mijn stageperiode 3.2A. Deze KBS zal worden gebruikt voor mijn
tussenbeoordeling. Met deze beroepssituatie zal ik verschillende verpleegkundige competenties aantonen. In dit
document betekent de afkorting C1: verpleegkundig competentie 1. Voor verdere verduidelijking verwijs ik u naar bijlage
1, waarin de codes verder uitgewerkt staan met omschrijving.
Dhr. wordt hier anoniem beschreven, en de naam die ik gebruik is een schuilnaam voor meneer.
In deze stageperiode zal ik me richten op de competenties: C1, C2, C3 + C10, C11, C12, C13, C14, C16.
Dit zijn de competentiegebieden voor verpleegkundige, van Lambregts, Grotendorst, & van Merwijk (2015)
In dit document komen de volgende competenties aan bod: C1, C2, C3, C4, C5, C6, C9, C10, C11, C12, C13, C14, C15, C16
Ik wens u veel leesplezier met deze KBS.
Jesse, HBO verpleegkunde student, leerjaar 3
KBS Tussen Evaluatie 2
, START-reflectie
Situatie:
Deze casus gaat over meneer Baas (71 jaar), opnamereden: exacerbatie COPD bij een positieve covid test, waarbij meneer
recent is opgenomen wegens pneumonie en exacerbatie COPD. Nu klachten waarbij meneer toenemend dyspneu is en
een piepende ademhaling heeft. Meneer heeft een voorgeschiedenis van COPD Gold III en is onder behandeling bij de
discipline longgeneeskunde. Op de afdeling krijgt meneer hier DAF voor, ook wel prednison injectie intraveneus
genoemd. Meneer heeft volgens het Zelcom model een complexiteit van C2, zie uitwerking in bijlage 5 (Bulthuis, 2019)
(C3).
Bij ernstige COPD werken uw longen niet goed meer. Er komt minder zuurstof in uw lichaam. Ook
zit er meer slijm in uw longen. U kunt dit minder goed ophoesten en het blijft in uw longen zitten.
Hierdoor bent u vaker moe en benauwd (Thuisarts, 2021).
Meneer is 1 dag geleden opgenomen op de afdeling Acute Opname Afdeling (AOA) van het algemeen ziekenhuis. De AOA
is een afdeling speciaal voor patiënten die met spoed zijn opgenomen via de spoedeisende hulp of de polikliniek. Op de
AOA vindt er verder onderzoek en behandeling plaats. Er liggen dus ook patiënten van verschillende disciplines (AOA,
z.d.).
Ik had als HBO 3de jaar leerling verpleegkundige de zorg over deze patiënt, samen met een MBO stagiair-
verpleegkundige (leerjaar 3). Ik had volgens het Zelcom model een zelfstandigheid van Z3, zie uitwerking in bijlage 5
(Bulthuis, 2019) (C3).
Bij de verzorging observeerde ik dat meneer moeizaam mobiliseert door benauwdheid en valgevaar, hierop heb ik
gehandeld en indiceerde ik dat ik aandacht kan besteden aan het zelfmanagement van meneer. Dit met als doel te
achterhalen waar ik meneer kan ondersteunen op gebied van verpleegkundige diagnose: ‘’Verminderde mobiliteit’’,
‘’Beperkte inspanningstolerantie’’ & ‘’Risico op vallen’’ (Carpenito, 2017).
Taak:
Mijn taak op deze dag was het coördineren van de zorg over deze 2 patiënten en hierin een MBO leerling begeleiden. Het
coördineren stond deze dag centraal, dit was namelijk mijn tweede dag dat ik de leiding moest nemen op een 4 persoons
kamer. Tijdens deze dienst had ik als plan het overzicht behouden van de kamer, dit zal ik doen door te alle informatie te
krijgen van mijn collega en een duidelijk plan maken voor mezelf. Dit plan creëerde ik door bij mijn dag start een taken
overzicht te maken en dit alles te overleggen met mijn collega. Naast het plan van coördineren wil ik ook extra alert zijn
op eventueel gezondheidsrisico’s van de patiënten. Dit om de veiligheid de kunnen garanderen. Bij deze
gezondheidsrisico’s zal ik iemand van een andere discipline inschakelen en/of zelf handelen door bijvoorbeeld
zelfmanagement stimuleren door middel van het 5a model (Hooft, Dwarsaard, Staa; 2015).
Actie:
Ik begon de dienst met mezelf inlezen, zodat ik goed op de hoogte ben van de patiënt. Hierbij observeerde ik gelijk dat
meneer vitaal stabiel is (MEWS 1, op basis van AH 18) er ontbrak echter nog wat informatie in meneer zijn beleid. Zo
observeerde ik, terwijl dit belangrijke punten zijn voor de opname (C3, C10, C14).
➔ Geen valrisico score ingevoerd, ik vind dit belangrijk omdat meneer een 71-jarige man is.
➔ Geen verneveling medicatie staat ingevoerd, volgens farcmacotherapeutischkompas (z.d.) kan er salbutamol en
ipratropium gestart worden. Zo worden de bovenste luchtwegen verwijd en word slijm beter opgehoest.
Waardoor het benauwde gevoel van meneer ook verminderd kan worden.
➔ Geen streef saturatie vermeld staat, volgens richtlijnendatabase (z.d.) is de streefsaturatie bij COPD gold III
rond de 88-90%, dit moet altijd wel vermeld staan door de arts in de naslag. Indien dit relevant is.
Ik ga eerst de patiënt beoordelen voordat ik dit met de arts overleg bij de artsen visite, bij binnenkomst zie ik dat meneer
vast blijft zitten in zijn hoest aanval. En dat meneer meerdere ademhalingsspieren gebruikt, na 10-20 seconden stopt
meneer met zijn hoestaanval. In de tussentijd heb ik volgens het proactive nursing zakboekje gehandeld (Bakker, 2019)
(C1): ik heb meneer allereerst rechtop gezet, daarna heb ik de saturatie gemeten. Deze bleef uitstekend (SAT 98%)
ondanks de hoestaanval van meneer en hierbij behouden meneer een goede kleur. Hiernaast maakte ik gebruik van het
meetinstrument vitale functies, ook wel MEWS genoemd (C3, C10, C14). Hier scoorde meneer een MEWS 0, dit betekent
dus dat meneer stabiel is en vitaal goed. Dit vond ik allemaal relevant informatie om te bepalen hoe het met meneer zijn
gesteldheid is en of ik eventueel interventies zoals zuurstof toedienen moet starten. Na de hoestaanval heb ik voor
meneer een hoestkussentje gemaakt, dit zodat meneer krachtiger kan hoesten en de ademhalingspieren kan ontlasten
(ZGT, 2023). Dit gebeurde toen ik op de isolatie kamer stond en mijn mede collega bij de andere patiënt bezig was.
Toen meneer op adem was gekomen heb ik met meneer een plan gemaakt voor doelen voor vandaag, ik heb mijn
verwachtingen uitgesproken en meneer zijn verwachtingen (C1). Meneer gaf al snel aan dat hij zelfstandig wou gaan
opfrissen zonder hulp, ik gaf aan als meneer dat wil dat we dat zullen regelen. Ik heb er wel bij gezegd dat ik in de buurt
blijft om een oogje in het zeil te houden. Ook zouden we proberen vandaag een stukje te lopen, dat wou meneer heel
KBS Tussen Evaluatie 3