100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Europees Recht K1 uitwerking werkcolleges uitgebreid week 1-6 €6,99
In winkelwagen

Antwoorden

Europees Recht K1 uitwerking werkcolleges uitgebreid week 1-6

10 beoordelingen
 665 keer bekeken  17 keer verkocht

De werkcolleges met antwoorden Door alleen de antwoorden te leren heb ik mijn tentamen gehaald. Soms heb ik de antwoorden wat uitgebreider opgeschreven, zodat je nog wat uitleg bij de stof hebt. Succes met leren!!

Voorbeeld 4 van de 39  pagina's

  • 10 maart 2017
  • 39
  • 2016/2017
  • Antwoorden
  • Onbekend
Alle documenten voor dit vak (8)

10  beoordelingen

review-writer-avatar

Door: averbiesen123 • 5 jaar geleden

reply-writer-avatar

Door: studentjhsavans • 5 jaar geleden

:D dank je!

review-writer-avatar

Door: Irvs • 6 jaar geleden

reply-writer-avatar

Door: studentjhsavans • 6 jaar geleden

Dank je wel :)

review-writer-avatar

Door: sonalisoekhram • 7 jaar geleden

reply-writer-avatar

Door: studentjhsavans • 7 jaar geleden

Dank je wel voor je reactie!

review-writer-avatar

Door: hborechten1 • 7 jaar geleden

reply-writer-avatar

Door: studentjhsavans • 7 jaar geleden

Bedankt!!

review-writer-avatar

Door: irisjorna1 • 7 jaar geleden

reply-writer-avatar

Door: studentjhsavans • 7 jaar geleden

Dank je wel!

review-writer-avatar

Door: naomi97 • 7 jaar geleden

reply-writer-avatar

Door: studentjhsavans • 7 jaar geleden

Dank je wel!

review-writer-avatar

Door: babyangel • 7 jaar geleden

reply-writer-avatar

Door: studentjhsavans • 7 jaar geleden

Bedankt! :)

Bekijk meer beoordelingen  
avatar-seller
studentjhsavans
Week 1: EU op hoofdlijnen

Leerdoelen
Je kunt:
 de totstandkomingsgeschiedenis van de EU op hoofdlijnen beschrijven;
 de doelstellingen en de rechtsbeginselen van de EU benoemen en uitleggen;
 uitleggen wat staatssoevereiniteit is en hoe die kan worden beperkt;
 de begrippen intergouvernementeel en supranationaal uitleggen;
 uitleggen welke rollen de Europese Raad, de Raad van de Europese Unie, de Europese Commissie,
het Europese Parlement en het Europees Hof van Justitie spelen binnen de Europese Unie;
 uitleggen waarom de EU een autonome rechtsorde is;


Literatuur
 H1
 H2.1 t/m 2.7 + 2.9

Verplichte jurisprudentie
 HvJ EU 11 juli 1974, 26/62 (Van Gend & Loos)  In dit arrest is bepaald, dat het Europees Recht
een eigen rechtsorde is.
 HvJ EU 11 juli 1974, 6/64 (Costa/ENEL)  IN dit arrest heeft het Hof van Justitie bepaald, dat het
gemeenschapsrecht voorrang heeft boven nationale wetgeving als die nationale wetgeving in strijd is
met het gemeenschapsrecht.

Opdracht 1

a. Beschrijf in het kort de ontstaansgeschiedenis van de EU zoals we die nu kennen. Betrek in je
antwoord de termen ‘EGKS’, ‘EEG’, ‘EG’, ‘EU’ en ‘pijlers’.
1951  De Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (EGKS) wordt opgericht.
1957  De oprichting van de Europese Economische Gemeenschap. (EEG)
1993  De Europese Gemeenschap wordt opgericht (EG)
2009  De Europese Unie is opgericht (EU)

 Het Verdrag van Maastricht (1992) Dit verdrag richtte de Europese Unie op.
 Het Verdrag van Amsterdam (1997) Dit is een wijziging van het Verdrag van Maastricht.
 Het Verdrag van Nice (2001)
 Het verdrag van Lissabon (2009)

b. Benoem de twee verdragen die de juridische basis vormen van de EU als internationaalrechtelijke
organisatie.
Verdrag betreffende de Werking van de Europese Unie (VwEU)
Verdrag Europese Unie (VEU)

c. Maak duidelijk wat de onderlinge juridische verhouding is tussen de twee verdragen als genoemd
onder b. Verwijs hierbij naar de relevante verdragsbepaling(en).
Het VEU geeft de beginselen en de structuur weer van de EU. Het VwEU is een nadere uitwerking van het
VEU. In artikel 1 VEU staat dat de Unie is gegrond op basis van het VEU en op het verdrag: VwEU. Volgens
dit artikel hebben deze verdagen dezelfde juridische waarde. In artikel 1 lid 2 VwEU staat eigenlijk precies
dezelfde informatie. Ook dit artikel bevestigt dat de VwEU en de VEU de grondvest vormen van de Europese
Unie. De verdragen hebben dezelfde juridische waarde.

d. Geef in eigen woorden de doelstelling(en) van de EU weer. Verwijs hierbij naar de relevante
verdragsbepaling(en).
Artikel 3 VEU:
- De EU heeft als doel de waarden en het welzijn van de volkeren van de Unie te bevorderen (artikel
3 lid 1 VEU)
- De EU wil geen binnengrenzen en een vrij verkeer van personen. Er moeten wel maatregelen zijn
met betrekking tot controles aan de buitengrenzen om immigratie en asiel te controleren. (artikel
3 lid 2 VEU)

, - De Unie brengt een interne markt tot stand. (artikel 3 lid 3 VEU)
- De Unie heeft een gemeenschappelijke munt, de euro. (artikel 3 lid 4 VEU)
- De Unie draagt bij aan de verbetering van de wereld en haar volkeren. (artikel 3 lid 5 VEU)
- De Unie heeft als doel deze doelstellingen met passende middelen na te streven. (artikel 3 lid 6
VEU)

e. Bij het vak ‘P3 Internationaal publiekrecht’ is besproken dat de EU is te beschouwen als een
supranationale organisatie. Tegelijkertijd kun je zeggen dat de EU ook een intergouvernementele
organisatie is. Geef een juridische onderbouwing voor deze visie. Verwijs hierbij naar de relevante
verdragsbepaling(en).
Een supranationale organisatie is een organisatie die boven de lidstaten staat. Deze organisatie kan
verplichtingen opleggen aan de lidstaten. De EU is niet alleen een samenwerkingsverband, maar ze kan
ook verplichtingen opleggen aan de lidstaten.

Van een intergouvernementele organisatie zijn lidstaten gebonden aan het verdrag, als zij er uitdrukkelijk
mee hebben ingestemd. Bij een intergouvernementele organisatie dragen leden geen bevoegdheden over.
De besluiten worden de internationale regeringen samen genomen en niet door een instelling die boven de
staten staat.

Artikel 288 VwEU is een voorbeeld van de supranationaliteit van de EU. In dit artikel staat dat de Unie
verordeningen, richtlijnen, besluiten, aanbevelingen en adviezen uit mag brengen. Een verordeningen heeft
een algemene strekking en is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke
lidstaat. Aanbevelingen en adviezen zijn niet bindend.

De instellingen: De Europese Raad (intergouvernementeel), De Commissie (supranationaal), De Raad van
Ministers (intergouvernementeel), Europees Parlement (supranationaal) en het Europese Hof
(supranationaal).

Het Hof / Commissie / Europees parlement (Supranationaal)
De Europese Raad / De Raad van Ministers (Intergouvernementeel)

,Opdracht 2

In het verlengde van opdracht 1e ligt de steeds terugkerende discussie over de machtsverdeling tussen de
lidstaten en de EU. ‘Brussel’ zou teveel macht hebben en ook niet luisteren naar wat de EU-burgers willen.
Dit zou één van de voornaamste redenen zijn dat de Nederlandse bevolking op 1 juni 2005 middels een
referendum ‘nee’ zei tegen een zogenaamde Europese grondwet. Volgens de uitslag was 38,5% vóór en
61,5% tegen. Hetzelfde gebeurde met het referendum over het EU-associatieakkoord Oekraïne op 6 april jl.
De kiesdrempel van 30% werd gehaald (32,28%) en 38,2% en vóór 61% stemde tegen. Dat men in Groot-
Brittannië ook niet onverdeeld enthousiast is over de EU is wel gebleken met een referendum over de
zogenaamde ‘Brexit’. Op 23 juni jl. stemde 48% van de Britten ‘bremain’ en 52% ‘brexit’! Lees in het verlengde
hiervan onderstaand nieuwsbericht en maak dan de bijbehorende opdrachten.




a. Leg aan de hand van de relevante verdragsbepaling(en) uit hoe de ‘machtsverdeling’ tussen de EU
en de lidstaten is geregeld. Betrek in je antwoord de termen ‘attributie’, ‘subsidiariteit’, ‘evenredigheid’,
‘exclusief bevoegd’ en ‘gedeeld bevoegd’.

Attributiebeginsel  Volgens dit beginsel mag de Europese Unie (EU) alleen regels maken en optreden
op grond van bevoegdheden die de lidstaten aan de EU hebben toegekend. Alle andere bevoegdheden
behoren toe aan de lidstaten zelf. (artikel 5 lid 2 VEU) Het moet in een verdrag te zijn herleiden.

Subsidiariteitsbeginsel  Dit beginsel moet garanderen dat besluiten op een zo laag mogelijk niveau (zo
dicht mogelijk bij de burger) worden genomen. Een besluit mag alleen op Europees niveau genomen
worden, als dat niet net zo goed (of beter) op landelijk, provinciaal of gemeentelijk niveau kan gebeuren.
(artikel 5 lid 3 VEU)

Evenredigheidsbeginsel  Dit rechtsbeginsel draagt de Europese Unie op niet verder te gaan dan nodig
is in het uitvoeren van nieuwe regelgeving. (artikel 5 lid 4 VEU)

Exclusief bevoegd  Op deze terreinen hebben de lidstaten hun bevoegdheden volledig overgegeven
aan de Europese Unie. (artikel 3 VwEU + artikel 2 lid 1 VwEU)

, Gedeelde bevoegdheid  Op deze terreinen delen de lidstaten en de EU bevoegdheden. (artikel 4 VwEU
+ artikel 2 lid 2 VwEU)

b. Op welk EU-rechtsbeginsel doelt Minister Koenders met zijn uitspraak “Minder Europa waar het niet
nodig, en meer op punten waar mensen mee zitten”? Licht je antwoord toe aan de hand van de
relevante verdragsbepaling(en).
Minister Koenders doelt op het subsidiariteitsbeginsel. (artikel 5 lid 3 VEU). De Unie mag pas optreden in
gebieden die niet onder haar exclusieve bevoegdheid vallen als de lidstaten onvoldoende doen om de
doelstellingen te bereiken / evenredigheidsbeginsel. De Unie mag niet verder gaan dan nodig is om de
doelstelling van de verdragen te verwezenlijken. Beredeneer je antwoord!

c. In de juridische verhouding tussen de lidstaten en de EU geldt ook het ‘beginsel van loyale
samenwerking’. Maak duidelijk wat de (1) betekenis (2) het belang van dit beginsel is. Verwijs hierbij
naar de relevante verdragsbepaling(en).
Artikel 4 lid 3 VEU  Het beginsel van loyaliteit (ook wel
unietrouw) houdt in, dat lidstaten de verplichtingen van het Europees recht moeten nakomen en geen
maatregelen mogen nemen die de verwezenlijking van de doelstellingen van het EU-Verdrag in gevaar
kunnen brengen. Hetzelfde geldt voor de Unie.

d. Benoem de zin in bovenstaand artikel waarin je het beginsel van loyale samenwerking ziet
terugkomen.
‘’Europa moet gezamenlijk blijven optreden’’

e. Zoek via de officiële website van de EU het arrest ‘Spaanse Aardbeien’ van het Hof van Justitie van
de EU (C-265/95) op en bestudeer deze. Leg vervolgens uit wat de relatie is tussen dit arrest en het
beginsel van loyale samenwerking. Verwijs hierbij naar de relevante rechtsoverwegingen. Noot:
artikel 30 EG-Verdrag is nu artikel 34 VWEU.
In dit arrest gaat het over het optreden van de Franse overheid tegen de protesten van particuliere Franse
boeren. Een aantal landen heeft geklaagd bij de Commissie en de Commissie heeft op haar beurt een
onderzoek ingesteld. Uiteindelijk is de zaak bij het Europese Hof van Justitie voorgekomen. Het wordt
Frankrijk verweten, dat ze niet hebben opgetreden om de belemmeringen van de Franse boeren tegen te
gaan. Dit zou in strijd zijn met artikel 34 VwEU (verbod invoerbeperkingen)

Doordat de Franse Republiek niet alle maatregelen heeft genomen om de acties van de boeren te
belemmeren, is de Franse Republiek de verplichtingen die rusten op artikel 30 VwEU niet nagekomen.

Dit arrest heeft ook betrekking op het beginsel van de loyale samenwerking. (artikel 4 lid 3 VEU). Dit beginsel
houdt in, dat de lidstaten alle nodige maatregelen moeten treffen om de verwezenlijking van de doelstellingen
van de EU te beschermen. De lidstaten mogen dus geen hinder vormen. De Franse Republiek heeft dit
echter wel gedaan door niet in te grijpen bij de protesten van de Franse boeren. Hierdoor kwam artikel 34
VwEU in gevaar.

f. Beargumenteer – aan de hand van je antwoorden bij opdracht 1 en deze opdracht – of je het vanuit
juridisch perspectief wel of niet eens bent met de Brexit.

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper studentjhsavans. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,99. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 50064 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€6,99  17x  verkocht
  • (10)
In winkelwagen
Toegevoegd