Leerpakket 6
Klinisch redeneren
Lesweek 1
Boek gezondheid:
De visie op gezondheid is veranderd, eerst hebben ziekte en genezen voor een lange tijd de
boventoon gevoerd. Nu krijgt het bevorderen van de gezondheid meer aandacht, de kansen
op gezondheid worden geoptimaliseerd en preventie is een belangrijk begrip geworden. De
monocausale benadering die eerst werd toegepast was: iedereen is gezond als die niet ziek
is of geen lichaamsgebrek heeft.
Volgens de biologische visie op gezondheid is iemand gezond als hij in staat is onder
wisselende externe omstandigheden zijn interne milieu constant te houden. Biologische
gezondheid is de aanpassing van het menselijk lichaam aan externe omstandigheden,
homeostase.
In de psychologische visie is een persoon gezond als hij zijn zelf gestelde doelen in het leven
kan behalen en in zijn geestelijke behoeften kan voorzien.
Volgens de sociale visie is een persoon gezond als hij zijn sociale rollen in de maatschappij
kan vervullen binnen de geldende waarden en normen
De humane, Multi causale, multifactoriële benadering is een brede benadering op
gezondheid die zich richt op meerdere aspecten en is beter dan de medische benadering.
Deze benadering is “a state of complete physical, social and mental well-being and not
merely the absence of disease or infirmity.” Deze benadering is het algemene uitgangspunt
voor het verlenen van kwalitatief goede en verantwoorde zorg en behandeling. Hier staat
lichamelijk, geestelijk en sociaal welbevinden centraal, naast de afwezigheid van ziekte of
lichaamsgebrek.
Kennisclips:
Blue zones zijn zones die verspreid zijn over de wereld waar de kwaliteit van leven erg hoog
is. Deze zones zijn interessant voor de evolutie van de zorgkosten, organisatie van de
reparatiezorg, end-of-the-pipe zorg en behoefte aan meer voorzorg en kwaliteit van leven.
Nederland richt zich nu voornamelijk op pathogenese (de oorzaken van ziekte), effectiever is
dat het zich meer gaat richten op salutogenese (de oorzaken van gezondheid), zodat er
meer aandacht is voor leefstijl en preventie in plaats van de focus op ziekte. Hierbij komt de
triple aim-gedachte, deze bevat 3 doelstellingen voor de toekomst:
- Primair de gezondheid van de bevolking verbeteren
- Daarnaast de kwaliteit van leven en zorg verhogen
- En zodoende de vermijdbare kosten laten dalen
Verpleegkundige maatschappij en gezondheid (M&G) kunnen aan deze ontwikkelingen een
bijdrage leveren en daarmee ook aan de kwaliteit van leven/gezondheid van de Nederlandse
bevolking.
De blue zones zijn dus een voorbeeld van salutogenese gerichte gebieden. Hier zijn
verschillende gewoontes die de kwaliteit van leven voor die mensen daar bevorderen
1. Regelmatig fysieke laag intensieve inspanning. Zo veel mogelijk natuurlijk bewegen
en een beperkt aantal uren zitten.
2. Belangrijk is het hebben van doelen (ikigai)
3. Relaxen
4. Veel onbeperkte groentes eten, en tot 80% eten
5. Religieus en spiritualiteit
6. Relativeren door het kijken naar een breder beeld
, 7. Langdurige vriendschappen en familie
8. Betekenisvol zijn, aandacht en connectiviteit hebben
9. Positief denken
Ook de omgeving van iemand heeft effecten op de gezondheid, in de blue zones zie je dat
de omgeving optimaal is. De leefstijl van deze mensen geeft echter aan hoe gezond ze
blijven:
1. Lucht
2. Zonneschijn
3. Geluid
4. Nudging (motivatietechniek waarbij mensen subtiel worden gestimuleerd om zich op
een gewenste wijze te gedragen) en tiny habits
Gezondheidsindicatoren helpen bij het maken van beslissingen. Ze helpen bij het maken van
een gezondheidsbeleid waar wel of niet ingegrepen wordt. Verschillende
gezondheidsindicatoren waar rekening meer gehouden wordt, zijn:
- Mortaliteit: sterftecijfers.
- Levensverwachting
- Gezondheidsverwachting: jaren in gezond leven – zonder geestelijke aandoening,
beperkingen, chronische ziektes. De Sociaal- economische status en het
opleidingsniveau van iemand zijn ook betrokken bij de gezondheidsverwachting.
- QALY & DALY: indicatoren van kwaliteit van leven. QALY: kijkt naar optimaliteit van
leven. 1 betekent optimale kwaliteit van leven, 0 betekent minst optimale kwaliteit van
leven. DALY: kijkt naar verloren gezonde jaren door ziekte of aandoening, hier wordt
de ziektelast wordt aangegeven. De QALY & DALY worden ingezet om te kijken naar
impact van een operatie
- Morbiditeit: percentage mensen met bepaalde ziekte. Multimorbiditeit is meerdere
ziektes tegelijkertijd. Om de morbiditeit vast te stellen gebruik je de incidentie en
prevalentie. Incidentie: geeft aantal nieuwe gevallen weer. Prevalentie: totaal aantal
gevallen weer
Samengevat:
Door incidentie en prevalentie krijg je een beeld van de morbiditeit van een ziekte. Door die
morbiditeit kan er een inschatting gemaakt worden hoe groot de ziekte is, het probleem en of
er stappen ondernomen moeten worden. Aan de hand van de verschillende
gezondheidsindicatoren wordt er gekeken dat als we stappen gaan ondernemen is dit dan
ook nodig (wat is de kwaliteit van leven nog die iemand heeft) of hoe groot is de ziekte last
die iemand ervaart, wat kan de impact gaan zijn van de kwaliteit van leven door een
operatie. Door alle verschillende indicatoren af te zetten tegen de operatie kan dan bepaald
worden of er wel of niet wordt ingegrepen. Zo wordt het gezondheidsbeleid gemaakt.
Sociale wijkteams:
- Integrale aanpak, multidisciplinair werken, laagdrempelig (staan dicht bij burgers),
preventie en signalering. Sociale wijkteams worden op verschillende manieren
ingericht. Zo kunnen er teams zijn voor specifieke doelgroepen, zoals ouderen, jeugd
of Multi probleemgezinnen of voor alleen enkelvoudige zorgvragen.
Verschillende modellen:
, a. Model A: Breed integraal team: zoveel mogelijk hulpvragen, ook specialistische
zorg binnen het wijkteam worden opgepakt. Zo nodig met kennis van specialisten
buiten het team. Doelgroep 0-100 jaar.
b. Model B: Domein/doelgroep specifieke teams:
meerdere teams functioneren naast elkaar op
afgebakende domeinen of doelgroepen.
Heldere werkafspraken voorkomen overlap.
c. Model C: Generalistisch wijkteam:
functioneert als voorpost met daarachter meer gespecialiseerde teams, waar
indien nodig naar verwezen
kan worden. Er zijn meerdere
teams maar vanuit de burger
is er één toegangspunt.
- In een sociaal wijkteam is de
WMO-consulent een
deelnemer van het team.
- Niet alle gemeentes hebben
een sociaal wijkteam
- Het doel van een sociaal
wijkteam is: burgers kunnen
laagdrempelig hulp
inschakelen & er wordt meer
multidisciplinair
samengewerkt
, - Er zijn verschillende vormen van organisatie van een sociaal wijkteam
- Een sociaal wijkteam bestaat niet altijd uit een combinatie van generalisten
(algemene kennis over onderwerpen) en specialisten. Een team kan ook alleen
bestaan uit generalisten waarbij de zorg wordt overgedragen naar specialisten.
- Iedere burger mag gebruik maken van het sociaal wijkteam
- Een sociaal wijkteam zorgt voor een integrale wijkteam, ze maken 1 zorgplan samen
Werkgroep 2
Omaha systeem:
Het Omaha system is een classificatie, waarin iedereen dezelfde taal gebruikt voor het
vastleggen van het hele zorgproces, van het begin tot het afsluiten van de zorg. In Omaha
termen is dat:
- Het benoemen van actuele vragen en de potentiële aandachtsgebieden
- Vaststellen van actie
- In beeld brengen van huidige situatie en de gewenste uitkomsten
In een Omaha system onderbouw je wat je doet en waarom, en wat jij en je cliënt samen
willen bereiken.
Omaha system:
- Start zorgproces: verzamel en
onderzoekgegevens
- Stel aandachtsgebied vast met
passende signalen en symptomen (42
gebieden uit 4 domeinen,
omgevingsdomein, psychosociaal
domein, psychologisch domein en
gezondheids-gerelateerd
gedragsdomein)
- Meet stand van zaken per gebied
aanvang zorg, je scoort op kennis,
gedrag en status voor elk
aandachtsgebied en brengt daarmee
de huidige stand van zaken in beeld,
dit doe je ook voor de gewenste
situatie (kennis (wat een cliënt erover
weet), gedrag (wat doet een cliënt)
status (hoe ernstig de situatie is))
- Plan en voer actie uit (AIB (advies, instructie en begeleiding) B (behandel-technische
acties) CM (casemanagement – acties rond organiseren, coördineren en verwijzen)
MB (monitoren, bewaken – acties rond het opsporen, meten, analyseren en toezicht
houden op de situatie)
- Meet stand van zaken tussentijds/eind zorg
- Evalueer op elk gebied en stelt zo nodig het proces bij
Klinisch redeneren volgens het Omaha systeem:
- NANDA - domeinen: welk domein?
- NANDA – vpk diagnoses: welke gebieden zijn verstoord?
- NOC – vpk resultaten: scores (kennis, gedrag, status)
- NIC – vpk interventies: acties (actievlakken & soort actie)
ALS