Burgerlijk recht 1 – Hoorcollege week 1
Algemene inleiding:
Personen- en familierecht (incl. huwelijksvermogensrecht) in het privaatrecht
Mens van wieg tot graf
Burgerlijk wetboek:
Boek 1 personen- en familierecht, incl. huwelijksvermogensrecht
Boek 2 rechtspersonenrecht
Boek 3 rechtshandeling; registergoederenrecht
Boek 4 erfrecht
Boek 5 goederenrechtelijke rechten
Boek 6 overeenkomsten
Boek 7 bijzondere overeenkomsten
Boek 10 internationaal privaatrecht
Gelaagde structuur het begint breed (basis) en wordt steeds specifieker per hoofdstuk
(personen- en familierecht wordt gespecificeerd naar rechtspersonenrecht, enzovoort)
Mijers heeft in 1948 de opdracht gekregen het BW uit 1838 te vernieuwen in 1970 eerste
boeken gepubliceerd
In dit college: boek 1. Steeds aangepast, dus weinig van de initiële versie over
In dit college:
Recentelijke ontwikkelingen personen- en familierecht
Identiteit, rechtsbevoegdheid
Familie(rechtelijke) betrekkingen, gezin (afstammingsrecht)
Gezag over minderjarigen
Samenlevingsvormen
Huwelijksvermogensrecht en scheiding
Bescherming meerderjarigen
Notaris speelt belangrijke rol, o.a. bij huwelijksvoorwaarden, samenlevingsovereenkomsten,
levenstestamenten, echtscheidingen, etc. Belangrijke voorlichtende rol in personen- en familierecht.
Tot 1958 gehuwde vrouw handelingsonbekwaam – patriarchaal beeld
Ontwikkelingen in de maatschappij:
Meer relatievormen en zorgrelaties (bijv. ongehuwd samenwonen, relaties van personen van
gelijk geslacht, etc.)
Seriële monogamie (mensen scheiden en gaan een nieuwe relatie aan) en patchworkfamilies
(mensen scheiden en gaan nieuwe relatie aan, kinderen uit verschillende relaties)
Meer echtscheidingen
Meer vermogen
Nieuwe voortplantingstechnieken (in-vitrofertilisatie (eicel buiten baarmoeder bevruchten,
draagmoeder)
Internationale samenleving (internet, makkelijker reizen, internationale huwelijken)
Geregistreerd partnerschap en een huwelijk zijn in de kern hetzelfde (hebben dezelfde
rechtsgevolgen), maar gevoelsmatig is er een verschil; een huwelijk voelt zwaarder.
Ontwikkeling in wetgeving:
Afschaffen dominante positie man (handelingsonbekwaamheid gehuwde vrouw verdwenen)
, Verbetering rechtspositie vrouw en kind
Afschaffing schuldbeginsel bij scheiding
o Tot 1971: louter onder specifieke gronden scheiden, bijv. overspel
o Nu: grond voor scheiding is duurzame ontwrichting
Kan op eenzijdig verzoek
Marginale toets rechter
Invoeren sekseneutraliteit relatievormen en ouderschap
Bescherming op maat kwetsbare meerderjarigen
o Minst belastende maatregel wordt opgelegd – bijv. mentorschap i.p.v. curatele
Nieuwe transgenderwetgeving
o Geslacht kan worden aangepast, ook indien er geen geslachtswijzigende operatie
heeft plaatsgevonden
o Enkel deskundigeverklaring nodig (inmiddels wetsvoorstel om deskundigeverklaring
af te schaffen)
Meer internationale (vooral Europese) invloeden
Europese invloed:
Recht op respect voor family life
o Art. 8 (private life and family life) jo art. 14 EVRM
Marckx vs. België (EHRM 1979)
o Ongehuwde vrouw heeft dochter, moet kind eerst erkennen omdat het van een
ongehuwde moeder was
o Kind van ongehuwde moeder achtergesteld in erfrecht
o EHRM: in strijd met recht op family life (art. 8 EVRM), discriminatie (art. 14
EVRM)
o Dus: Belgische wet aanpassen, ook andere landen moesten wet aanpassen!
Sommige bepalingen van rechtstreekse toepassing op ons recht – bepaling in strijd met
EVRM nationale regelgeving buiten toepassing laten
o Soms: uitgeprocedeerd in Nederland en niet de zin gekregen Nederlandse staat
voor Europese Hof dagen
Staatscommissie Herijking Ouderschap: Kind en ouders van de 21e eeuw:
Doel: kijken in hoeverre het recht moet worden aangepast om het bij de tijd te brengen
Vooral: samenlevingsvormen, voortplantingstechnieken
Rapport geeft aanbevelingen, o.a. om meerouderschap mogelijk te maken
o Maar: nog niet gelukt, want men is bang dat er vechtscheidingen met 4 man ontstaan
Identiteit:
DNA
Burgerservicenummer nummer voor de overheid
Uiterlijk (iris, vingerafdruk, etc.)
Voor- en achternaam, art. 1:4 e.v.
Handtekening (soms digitaal)
Rechtsbevoegdheid:
Persoon natuurlijke of rechtspersoon
Art. 1:1 lid 1: allen die zich in Nederland bevinden, zijn vrij en bevoegd tot het genot van de
burgerlijke rechten
o Begin: geboorte, oprichting rechtspersoon
, o Einde: dood, ophouden te bestaan
Handelingsbekwaamheid (onder curatele gesteld / minderjarig)
Handelingsbevoegdheid in staat om rechtshandelingen te verrichten, soms beperkt (bijv.
als echtgenoot toestemming moeten geven om huis te verkopen)
Handelings(on)bekwaamheid:
Art. 1:234 lid 1, minderjarige is handelingsbekwaam mits hij handelt met toestemming
wettelijke vertegenwoordiger (handelingsonbekwaam tenzij hij toestemming heeft)
o Art. 1:234 lid 3, toestemming wordt verondersteld te zijn gegeven
o Art. 1:235, handlichting (vanaf 16 jaar)
Art. 1:381 lid 2, onder curatele gestelde is handelingsonbekwaam, voor zover de wet niet
anders bepaalt (handelingsonbekwaam tenzij hij toestemming heeft)
Afstammingsrecht:
Familierechtelijke betrekkingen, art. 1:197
Bloedverwantschap door geboorte, art. 1:3 lid 1
o Erkenning
o Gerechtelijke vaststelling ouderschap
o Adoptie
Aanverwantschap, art. 1:3 lid 2
o Door huwelijk of geregistreerd partnerschap
o Indien het huwelijk / geregistreerd partnerschap eindigt, blijft het aanverwantschap
staan
Lijntjes tellen om de graad te berekenen
Familierechtelijke betrekkingen, gevolgen:
Naamrecht
Gezagsrecht (familierechtelijke betrekking leidt soms tot gezag)
Omgangsrecht
Levensonderhoud (onderhoudsplicht)
Erfrecht
Nationaliteit
Afstammingsrecht; moeder:
Moeder, art. 1:198
o Geboorte
o Huwelijk / geregistreerd partnerschap (mits...)
o Erkenning
o Gerechtelijk vaststelling ouderschap
o Adoptie
Draagmoederschap:
Types: hoogtechnologisch (draagmoeder niet genetisch de moeder) / laagtechnologisch
(draagmoeder wel genetisch de moeder)
Vraagstukken:
o Inhoud contract
o Commercieel vs. altruïstisch
o Familierechtelijke betrekkingen
o Internationale zaken
, Conceptwetsvoorstel kind, draagmoederschap en afstamming (meer waarborgen voor mensen
die via draagmoederschap een kind willen)
Afstammingsrecht; vader:
Vaderschap, art. 1:199
o Huwelijk / geregistreerd partnerschap (automatisch)
o Erkenning (toestemming moeder nodig)
o Gerechtelijke vaststelling vaderschap
o Adoptie
Gerechtelijke vaststelling vaderschap:
Art. 1:207
Sinds 1-4-1998
Kind dat geen vader heeft (één ouder) kan afstammingsband krijgen met verwekker
Criterium: man is verwekker
Ook na overlijden van verwekker
Terugwerkende kracht (tot aan de geboorte)
Geen termijn voor gerechtelijke vaststelling
Verwekker, donor, biologische vader:
Verwekker
Donor
Persoon die als levensgezel van de moeder heeft ingestemd met een daad die de verwerkking
van het kind tot gevolg kan hebben gehad
Donor en verwekker zijn biologische vader
o Donorschap verplicht tot niks – geen levensonderhoud bekostigen, etc.
Wet donorgegevens kunstmatige bevruchting
De instemmende levensgezel:
Hof Amsterdam 15 feb. 2022, GHAMS:2022:394
M. en v. hadden drie jaar een geheime relatie, M. was gehuwd met andere vrouw
V. wordt moeder van tweeling, door Cytoplasmatische Sperma Injectie (CIS) met sperma M.
V. verzoekt vaststelling Vaderschap M. (art. 1:207)
M. ik ben geen verwekker, maar (bekende) donor. Ik ben gehuwd en heb al drie kinderen!
Hof heeft vaderschap vastgesteld
Gezagsrecht (art. 1:245 e.v.):
Gezag
o Ouderlijk gezag
o Voogdij
Ouderlijk gezag
o Door ouders gezamenlijk of één ouder
o Door een ouder met een ander
Voogdij
o Door voogden gezamenlijk of één voogd
Art. 1:253 lid 1 nieuw (sinds 1-1-2023):
Eerder: vader moet kind eerst erkennen, daarna gezag vaststellen. Nu: kind erkend met toestemming
moeder, ook vanzelf gezag ontstaan.