CENTRAL NERVOUS SYSTEM DISORDERS
THEME 1: ADDICTION
1.1 INTRODUCTION TO THE COURSE
Program Overview
• Week 1-10: Topical Review assignment
• Week 1-4: Addiction, Neuro-oncology, Stress -> Exam week 4 (17 mei)
• Week 5-8: ALS, Stroke, Psychosis -> Exam week 8 (16 juni)
Testing and grading
• Exam 1: 30%
• Exam 2: 30%
• Topical Review (Paper + Presentation): 30%
• PeerWise Assignment: 10%
o Theme 3 Stress & Theme 6 Psychosis
o 2 werkdagen nadat laatste lesactiviteit is geweest, moet MC-vraag in worden geleverd
1.2 THE CLINICAL ASPECTS OF ADDICTION
Albert Batalla
What are addictive substances?
• Substances with a rewarding character, i.e. substances that give you a good/pleasant feeling
(EUPHORIA/HIGH)
• Substances that after trying them some will not be able to stop thinking about them (CRAVING)
• Substances that after trying some will not be able to stop using them (LOSS OF CONTROL)
The good: PLEASURE
• Most endorsed motives: euphoria, enhance activity, broaden consciousness, relax, enjoy
company, social context, going out, confidence, get stoned, less boring, feel better, etc.
o Maar er zijn ook functionele redenen: enhance seks, stay awake, work/study, sleep
• Verschillende categorieën:
o Depressants: alcohol, GHB, benzodiazepines, opiates
o Stimulants: caffeine, nicotine, amphetamine, cocaine, XTC (MDMA)
- Mensen die roken, voelen zich kalmer na het roken. Maar nicotine is een stimulans, dit
komt omdat nicotine de withdrawal symptomen behandeld.
- XTC is een combinatie van een stimulans en hallucinogens. Het stimuleert de serotine
receptoren, maar als er te veel stimulatie is, krijg je hallucinaties.
o Hallucinogens: LSD, psilocybin (paddo), mescaline, (peyote)
o Other: cannabis, volatile, substances (petrol, glue, laughing gas)
The bad: RISKS
• Je kan niet de individuele effecten voorspellen
• Genes x Environment = individuele effecten
o Polygenetic diseases, dus één gen heeft amper invloed
o Environment is erg belangrijk bij de ontwikkeling
o Environment effects that enhance addiction: early life stress /
trauma, economic status, boring environment, friends that
uses substances, parents, where you live (live you were a lot of drug dealers are, then higher
risk), how old when you started, with how much you are exposed, etc.
,From controlled intake to loss of control - Exposure
• Which is the most addictive substance? Nicotine
• The more the exposure, the more the risk for addiction
• Most people used drugs, become not addicted. Het hangt namelijk
van veel factoren af. Ze gebruiken het één of twee keer en dan
stoppen ze. Het hangt ook af van de manier waarop je het
gebruikt, in welke vorm.
What is addiction?
According to DSM 5
• Last 12 months one of these criteria is the issue
• These criteria are not related to the qualities of use
• Mild (≥2), moderate (4-5) or severse (≥6) substance use disorder
• Loss of control
o More than planned
o Cut down attempts/wish to stop
o Takes a lot of time (obtain/use/recover)
o Craving
• Social limitations
o Interferes with role obligations
o Persistent use despite negative social effects
o Decrease other activities
• Risky use
o Using in physically dangerous situations
o Use despite negative health consequences
• Pharmacological criteria
o Tolerance
o Withdrawal
DSM vs. ICD
• Verslaving kan je in een spectrum plaatsen, het is niet zo
zwart/wit denken
• In de eigenschappen van ICD wordt wel een weergave gemaakt
van welke hoeveelheid drugs een persoon gebruikt.
• Om te spreken van een alcoholverslaving geldt voor mannen 21
glazen per week en voor vrouwen 14 glazen per week. Er is sprake
van binge drinking wanneer een man 6 glazen in 1 moment drinkt
en voor vrouwen is dit 4 drankjes. Binge drinking houdt niet per se
verslaving in, maar zorgt wel voor een groter risico op verslaving en andere
gezondheidsproblemen.
• Voor alcohol worden er standard units gebruikt. Je rekent de hoeveelheid
in de kliniek om naar deze standaard units.
o Standaardglas alcohol = 10 g pure alcohol = 12,7 ml pure alcohol
Screening
• CAGE
o Cut down
o Annoyed by criticsm
o Guilty about drinking
o Eye-opener
,• AUDIT-C
o How often did you drink alcohol?
o How many drinks did you have on a typical day when you were drinking?
o How often did you have six or more drinks on one occasion?
How many people have used drugs of abuse? – Epidemiology (NL)
• Most people in the Nederlands have ever uses illegal drugs
• XTC tweedegebruitke illegal, want we maken het zelf
How many people have a substance use disorder (SUB)? – Estimates (NL)
• Het lijken weinig mensen, maar eigenlijk hebben best veel
mensen een SUB
• Most people won’t develop an addiction
• The numbers in SUD in psychosis spectrum are HUGE
• Verslaafden hebben vaak gebruikers in hun omgeving,
waardoor gebruiken voor hen als heel normaal gezien wordt.
Maar jouw omgeving, is niet representatief voor de
daadwerkelijke populatie.
How many seek treatment – Trends: addiction care
• Nicotine is zo verslavend dat ongeveer 40% van de mensen die
ooit tabbaco geprobeerd hebben, verslaafd raken. Je ziet dat
voor alcohol en cannabis minder t.o.v. nicotine.
• Kliniek richt zou zich vooral op alcohol en nicotine verslaving
richten
• Mensen met alcoholverslaving zoeken sneller hulp dan
mensen met nicotineverslaving aangezien nicotineverslaving
sociaal geaccepteerd is
DUS: Veel mensen gebruiken nooit illegale stoffen, een relatief klein gedeelte van de mensen die ooit
verslavende stoffen gebruiken raken verslaafd, verslaafde mensen zoeken regelmatig zorg op.
Is addiction a brain disease?
• Involvement of genetics
• Involvement of the brain
Heritability and environment (nicotine use)
Dopamine and reward
• Experienced pleasure
• Drugs make us feels thing that natural rewarders cannot feel
• The max of pleasure would broke down
, Stages
• Reward system (reward/saliency)
• Memory, habits (memory/conditionering,
motivation/drive)
• Cognitive control (control/disinhibition)
• Stage 1: Binge/intoxication
o ↓ Reward -> less pleasure when using AND with
natural rewards
o ↑ Salience -> desire/craving
• Stage 2: Withdrawal/negative mood
o ↑ Memory -> high expectations
o ↑ Stress -> distressed when not using: drive/motivation changes slowly
o Motivation for use changed
o Positive reinforcement shifted to negative reinforcement
• Stage 3: Preoccupation/anticipation
o ↓ Control
o ↑ Disinhibition -> Keep on using despite negative consequences
• Most of these stages are omkeerbaar, maar niet voor iedereen
Can we treat addiction?
• Detoxification: stof uit het lichaam krijgen op een veilige manier. Bij
sommige stoffen moet je dit doen, anders is het niet veilig om te
stoppen. Alcohol is hier een voorbeeld van. Je krijgt namelijk
hyperactivatie en dit kan ervoor zorgen dat je sterft. Je moet dan
alcohol vervangen voor een andere stof (bijv. GHB), die op hetzelfde
systeem werkt. Vroeger deden ze dit ook met alcohol zelf gewoon,
maar dan krijg je dronken cliënten en je moet meer toedienen
aangezien halveringstijd lager is. Detoxification is maar een klein deel
van de behandeling.
o Pharmacotherapy -> works
• Relapse prevention: ervoor zorgen dat je niet weer verslaafd raakt. Dit is het meest belangrijke
deel van de behandeling. Je focust je hierbij op: biological threatment, psychological threatment
en social threatment. Het maximale effect is te behalen als je je focust op alle 3.
o Pharmacological interventions
o Psychosocial interventions