,Inhoudsopgave
Hoofdstuk 1. Leren hanteren van een wettenbundel ........................................................... 3
1.1 Algemene onderdelen van wetten en regelingen .................................................................... 3
1.2 Boeken, hoofdstukken, titels, afdelingen en artikelen ............................................................. 3
1.3 Structuur van het Burgerlijk Wetboek .................................................................................... 4
1.4 Structuur van de Algemene wet Bestuursrecht ....................................................................... 4
1.5 Structuur van de wettenbundel ............................................................................................. 5
1.6 Citeren uit een regeling ........................................................................................................ 5
1.7 Zoekmethoden ..................................................................................................................... 5
Hoofdstuk 2. Ontleden van wetsartikelen ............................................................................ 6
2.1 Opbouw van een wetsartikel ................................................................................................. 6
2.2 Rechtsvoorwaarden en rechtsgevolgen .................................................................................. 6
2.3 Samenhang tussen artikelen ................................................................................................. 6
2.4 Juridische betekenis van woorden en interpretatiemethoden .................................................. 6
Hoofdstuk 3. Jurisprudentie zoeken en gebruiken............................................................... 7
3.1 Wat is jurisprudentie en wat heb ik er aan? ........................................................................... 7
3.3 Civiele rechtspraak bij de rechtbank ...................................................................................... 7
3.4 Civiele rechtspraak bij het gerechtshof .................................................................................. 8
3.5 Civiele rechtspraak bij de Hoge Raad..................................................................................... 8
3.6 Afdeling bestuursrechtspraak bij de Raad van State ............................................................... 8
3.7 Strafrechtelijke rechtspraak bij de Hoge Raad ........................................................................ 9
3.8 Waar kan ik jurisprudentie vinden? ....................................................................................... 9
Hoofdstuk 5. Het gebruik van parlementaire stukken ....................................................... 10
5.1 Publicatienummer en naam .................................................................................................10
5.2 Inhoud van het wetsvoorstel................................................................................................10
5.3 Memorie van toelichting ......................................................................................................10
5.4 Verslag ...............................................................................................................................10
5.5 Vervolg en de algemene beraadslagingen in de Tweede Kamer .............................................10
5.6 Indienen van amendementen ..............................................................................................10
5.7 Stemming in de Tweede Kamer ...........................................................................................10
5.8 Naar de Eerste Kamer: gewijzigd voorstel van wet ................................................................10
5.9 Vervolg Eerste Kamer ..........................................................................................................11
5.10 Afronding in de eerste kamer .............................................................................................11
5.11 Eindfase ...........................................................................................................................11
5.12 Waar vind ik de parlementaire geschiedenis? ......................................................................11
Hoofdstuk 6. Casus oplossen via een stappenplan............................................................. 12
6.1 Formuleren van het feitelijk geschil (stap 1) .........................................................................12
6.2 Selecteren van feiten en rechtsregels (stap 2) ......................................................................12
6.3 Formuleren van een hoofdrechtsvraag (stap 3) .....................................................................12
6.4 Formuleren en analyseren van de deelvragen (stap 4) ..........................................................12
6.5 Beantwoorden van de deelrechtsvragen (stap 5) ...................................................................12
6.6 Beantwoorden van de hoofdrechtsvraag (stap 6) ..................................................................12
1.1 Algemene onderdelen van wetten en regelingen
Wetten in formele zin zijn wetten die tot stand zijn gebracht door de regering en de Staten-
Generaal.
Iedere wet kent zijn eigen structuur. Toch zijn er ook een aantal overeenkomsten. Iedere regeling
treft de volgende elementen:
1. Opschrift
2. Aanhef en considerans
3. Corpus
4. Slot
Het opschrift:
Is de officiële naam van een regeling.
Hierin tref je informatie over het onderwerp van de regeling.
Hierin tref je de datum van ondertekening.
De meeste wetten worden voorzien van een citeertitel. Deze citeertitel is de officiële naam
waarmee de betreffende wet wordt aangeduid. De citeertitel kan gevonden worden in het
laatste artikel van de betreffende regeling.
Aanhef en Considerans
De aanhef is een stuk tekst dat vooraf gaat aan de inhoudelijke regeling.
In de considerans komen de beweegredenen van de wetgever tot uiting. (waarop is de
wetgevingsbevoegdheid gebaseerd en waarom is de wet gemaakt.)
Corpus
De daadwerkelijke kern van de regeling wordt gevormd door de inhoudelijke wetsartikelen, de
regeling zelf.
Het corpus bestaat uit genummerde wetsartikelen die onderling een bepaalde samenhang
vertonen.
Slot
Het slot van een regeling wordt gevormd door het bevel tot publicatie.
In het slot staan o.a. handtekeningen van de vorst en de verantwoordelijke ministers en/of
staatssecretarissen. Hiermee wordt een wet officieel bekrachtigd.
1.2 Boeken, hoofdstukken, titels, afdelingen en artikelen
In de opbouw van verschillende wetten kom je de volgende termen tegen:
1. Boeken
a. Een omvangrijke wet wordt overzichtelijk en hanteerbaar gemaakt door deze op te
delen in boeken. Bepaalde regels die betrekking hebben op het zelfde onderwerp
worden bij elkaar in een bepaald boek geplaatst.
2. Titels en hoofdstukken
a. Zijn vormen waarin een wet verder wordt onderverdeeld.
3. Afdelingen
a. Afdelingen verdelen een titel weer verder onder.
4. Artikelen
a. De kern van een regeling wordt gevormd door wetsartikelen.
, 1.3 Structuur van het Burgerlijk Wetboek
Het Burgerlijk Wetboek stamt uit 1838. In 1947 kreeg de Leidse Hoogleraar E.M. Meijers van de
regering de opdracht het gehele Burgerlijke Wetboek te herzien. Tot op heden is het Burgerlijk
Wetboek nog niet afgerond. De Wetgever heeft deze verdeeld in acht boeken. Omdat het Burgerlijk
Wetboek nog niet volledig herzien is, richten we ons op de eerste zeven boeken.
De inhoud van het Burgerlijk Wetboek:
1. Boek 1 gaat over het personen- en familierecht. Hier zijn regels in te vinden die betrekking
hebben op: de naam, woonplaats, het huwelijk, adoptie e.d.
2. Boek 2 gaat over verschillende rechtspersonen. Welke bevoegdheden heeft de bestuurder van
een bedrijf? Welke bevoegdheden hebben aandeelhouders?
3. Boek 3 gaat over de wijze waarop men vermogen kan verkrijgen en verliezen.
4. Boek 4 gaat over erfrecht. Hoe kan iemand er voor zorgen dat na zijn dood zijn vermogen
toekomst aan een bepaald persoon?
5. Boek 5 gaat over het goederenrecht. Het gaat over eigendom, erfpacht, erfdienstbaarheid e.d.
6. Boek 6 gaat over verbintenissen en overeenkomsten.
7. Boek 7 gaat over koopovereenkomsten, huurovereenkomsten en arbeidsovereenkomsten.
Voorbeeld 1: Garage A wil een auto verkopen voor €10.000,-. Jan wil de auto kopen. Jan
betaald aan garage A €10.000,-. Jan ontvangt de sleutels en rijdt weg met de auto.
In bovenstaand voorbeeld is een rechtshandeling geregeld. Een rechtshandeling is een handeling
die een bepaald juridisch (rechts)gevolg teweegbrengt. Voor een rechtshandeling moet een wil
aanwezig zijn. (In het voorbeeld de wil om de auto te kopen en te verkopen.)
Ook zie je in voorbeeld 1 dat er naast een rechtshandeling ook sprake is van een overeenkomst. Een
overeenkomst is een aanbod van de een en een aanvaarding van de ander.
Bij voorbeeld 1 is er ook sprake van een koopovereenkomst. Er is sprake van een koopovereenkomst
als:
Er een wil is die zich door een verklaring heeft geopenbaard. (art. 3.33 BW)
Een aanbod en een aanvaarding daarvan (art. 6:217 BW)
Een zaak waarvoor een prijs in geld wordt betaald (art 7.1 BW)
Soms bevatten artikelen tegenstrijdige informatie. In zo’n geval moet je de volgende regel
toepassen:
1. In geval van tegenstrijdige regels gaan de bijzondere wetsartikelen (specifieke) voor de
algemene wetsartikelen (hoofdregel).
BW artikel 7:1 : Je spreekt van een koopovereenkomst als de ene partij een zaak geeft aan de
andere partij die hiervoor een prijs in geld betaalt.
Geeft de andere partij geen geld maar een andere zaak dan spreek je van een
ruilovereenkomst.
Schakelbepalingen: Een wetsartikel dat bepalingen van toepassing verklaart buiten bijvoorbeeld
afdeling, titel en/of wet waarin de betreffende bepalingen zijn opgenomen.
In artikel 7:50 BW zorgt de schakel ervoor dat de bepalingen omtrent koop ook van
toepassing zijn op de ruilovereenkomst.
1.4 Structuur van de Algemene wet Bestuursrecht
De Algemene wet bestuursrecht (Awb) regelt de verhouding tussen burger en (openbaar) bestuur
(veelal de centrale of decentrale overheid). De Awb is in 1994 begonnen met de invoering hiervan. De
wet bestaat uit vier gedeelten (tranches). De AWB bestaat uit elf hoofdstukken.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper zwartbesje. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.