Studentcoaching: Integrale opdracht
1
, Inhoudsopgave
Inleiding..................................................................................................................................................3
Ontwikkelverslag....................................................................................................................................4
1. Competenties.................................................................................................................................4
1.1 Dialogisch handelen..................................................................................................................4
1.2 Methodisch handelen...............................................................................................................4
1.3 Regisseren en organisatorisch handelen..................................................................................5
1. 4 Samenwerken en ondernemend handelen..............................................................................6
1.5 Professionaliteit onderzoeken en ontwikkelen.........................................................................8
1.6 Sociaal werk onderzoeken en ontwikkelen...............................................................................8
2. Conclusie.....................................10
Ontwikkelmateriaal............................11
1. Opdracht gesprekstechnieken....11
1.1 Reflectieformulier.................11
1.2 Feedback docent...................13
2. Sport & Spel................................14
2.1 Inleiding................................14
2.2 Contact leggen met de
doelgroep...................................15
2.3 De noodzaak van sport in de
hulpverlening..............................17
2.4 Lesvoorbereidingsformulier..18
3. Drama.........................................21
(Vaardigheden voor de toekomst, z.d.)
3.1 Personage...............................................................................................................................21
3.2 Monoloog...............................................................................................................................21
3.3 Feedback monoloog................................................................................................................22
4. Feedbackformulier praktijkbegeleider..........................................................................................23
Naam: Nienke Groot
Studentnummer: 500826569
5. Handreiking docenten (Sociale Agenda).......................................................................................25
Profiel: Jeugd
6. Logboek........................................................................................................................................26
Basisgroep: SW166
Docent: Ina Schuurman
Literatuurlijst........................................................................................................................................42
Woorden: 3614
Datum: 05-06-2020
2
,Inleiding
Mijn naam is Nienke Groot en ik ben 20 jaar oud. Ik woon al sinds mijn geboorte in een klein dorpje
genaamd Zwaagdijk-West. Dit ligt vlakbij de stad Hoorn. Ik woon hier samen met mijn vader,
moeder, broertje en twee katten.
Voordat ik begon aan de studie Social Work aan de HvA. Heb ik de opleiding Gespecialiseerd
Pedagogisch Medewerker niveau 4 (cum laude) afgerond aan het Horizon College in Hoorn. Ik heb in
de drie jaar dat ik hier op school heb gezeten bij vijf verschillende organisatie stage gelopen. Dit
waren een kinderopvang, een gezinshuis, speciaal voortgezet onderwijs, speciaal basisonderwijs en
regulier basisonderwijs. Door de grote verschillen tussen deze stages heb ik veel ervaring op mogen
doen en heb ik al steeds meer een beeld kunnen creëren van wat ik later graag zou willen worden.
Sinds 2 september 2019 volg ik de studie Social Work aan de HvA. Hierbij heb ik gekozen voor het
profiel Jeugd. Dit aangezien de doelgroep die hierbij hoort mij meer interesseert dan bijvoorbeeld
profiel Zorg of profiel Welzijn en Samenleving.
In het eerste jaar is het, eigenlijk, de bedoeling dat je qua stageplek een keuze maakt uit verschillende
organisaties die worden aangeboden door de HvA. Helaas had ik met Cross Your Borders, een van de
aangeboden gekregen organisaties, een niet al te goede klik. Daarom heb ik ervoor gekozen om een
eigen stage plek te kiezen binnen Amsterdam. Uiteindelijk ben ik terecht gekomen bij VSO De
Heldring in Amsterdam Zuid. Dit is een middelbare school die speciaal, aangepast, onderwijs aanbied
aan jongeren met zowel een lichtverstandelijke beperking, een neurobiologische ontwikkelingsstoornis
(de Bil & de Bil, 2017, p.135), als met het syndroom van down, een stoornis in het
ontwikkelingsysteem (de Bil & de Bil, 2017, p.136). Tijdens mijn enige stage dag in de week sta ik als
een soort onderwijs assistent, een ondersteuner van de leerkracht tijdens het geven van onderwijs (van
Midde & Koomen, 2016, p.17), in de klas. Ik help wanneer ik opmerk dat een leerling ergens moeite
mee heeft en ik bereid de dagen met mijn stagebegeleider voor. Helaas is deze mooie stage veel te snel
beëindigt door het corona virus. Hopelijk is er voor volgend jaar een mogelijkheid om wederom op
deze plek stage te mogen en kunnen lopen.
3
, Ontwikkelverslag
1. Competenties
In dit deel van het verslag zal ik het gaan hebben over mijn ontwikkeling op de zes competenties.
De competenties zullen zowel over mijn stage gaan als de opgedane ervaringen, kennis en
vaardigheden van het (digitaal) aangeboden onderwijs vanuit de HvA gaan.
1.1 Dialogisch handelen
Zoals ik in mijn inleiding al vertelde liep ik vanaf 9 januari 2020 stage op VSO De Heldring in
Amsterdam Zuid. Dit is een middelbare school die speciaal voorgezet onderwijs aanbiedt aan
leerlingen van 12 tot 20 jaar. De meeste leerlingen die hier onderwijs volgen hebben een licht
verstandelijke beperking of een daadwerkelijke verstandelijke beperking, zoals het syndroom van
Down. Het verschil ligt hem hier in de ontwikkeling. ‘Iemand met een licht verstandelijke
beperking maakt vooral een vertraagde ontwikkeling door’ (Jacobs-Laagland & Verhoef, 2016,
p.177). Bij het Syndroom van Down is er sprake van een chromosoomafwijking, er is een
chromosoom te veel (Jacobs-Laagland & Verhoef, 2016, p.179). Het onderwijs wat de school hen
aanbiedt is voornamelijk gericht op wonen, werken en vrije tijd.
Persoonlijk vind ik het erg fijn dat deze school jongeren tussen de leeftijd van 12 en 20 jaar,
ondanks hun ‘handicap’, een eerlijke kans geeft op een eerlijke toekomst. Ik vond het dan ook erg
mooi om te zien dat de jongeren zo warm en hartelijk worden ontvangen door de docenten die hier
rondlopen. En dit iedere ochtend weer opnieuw doen.
De eerste dag van mijn stage vond ik vrij spannend. Ik wist nog niet precies in wat voor klas ik
stage zou gaan lopen en heb mij daarom ook niet verder kunnen verdiepen in de doelgroep.
Persoonlijk vind ik het wel altijd fijn als mensen mij een richtlijn geven van wat ik kan
verwachten op een dag als deze. Ondanks dat ik niet de precieze leeftijd van mijn klas wist ben ik
nog steeds met een openhouding en blik naar mijn stage gegaan. Eenmaal aangekomen werd ik
door vrijwel iedereen hartelijk ontvangen. Ook werd mij verteld dat ik voor een klas zou komen te
staan met leerlingen tussen de leeftijd van 14 en 16 jaar.
Enkele minuten na mijn aankomst kwamen de eerste leerlingen het lokaal, waar ik les in zou
geven, binnen. Ik stond bij de deur om mijzelf voor te kunnen stellen en de leerlingen te
verwelkomen. Door deze positie bij de deur aan te nemen kan ik snel reageren op de signalen die
de leerlingen zowel op de gang als in de klas loslaten. Dit heet responsiviteit en is positief voor het
ontwikkelen van een goede hechtingrelatie tussen mij en de leerlingen (de Bil & de Bil, 2017, p.
35). Verder probeerde ik gedurende de dag wat meer te weten te komen over de interesses van
iedere leerling. Ik vroeg hen dan ook voornamelijk wat zij het liefst deden na school. Het
verbaasde mij dat slechts twee van de 8 leerlingen buiten speelden in hun eigen straat. De meeste
van hen, voornamelijk meisjes, hielpen hun moeder in het huishouden. De jongens daarentegen
speelden wel buiten, maar dit gebeurde vaak in de achtertuin van buren of familieleden die in de
buurt wonen. Als ik terugkijk naar de periode dat ik zo oud was als hen kan ik mij niet herinneren
dat ik op deze manier mijn dag na school zo zou invullen. Ikzelf ging vaak naar de stad of ging
kletsen bij vriendinnen thuis of bij mooi weer in een park. Door interesse te tonen en te laten zien
hoe ik mijn jeugd heb ervaren zullen de leerlingen op een later moment zichzelf gemakkelijker
naar mij open durven te stellen. Dit omdat ik een responsieve houding aanneem en op een
positieve en voorspelbare manier op de leerlingen reageer (de Bil & 2017, p.82).
1.2 Methodisch handelen
Voor het vak We are Social Work is het de bedoeling dat we in groepen van 5 á 6 personen een
onderzoek met een thema naar keuzen zouden starten. Mijn groep en ik hebben uiteindelijk
gekozen voor het thema: Verbintenis leggen tussen jongeren in de jeugdzorg. Tijdens de corona
crisis vinden veel jongeren het lastig zichzelf te vermaken nu zij geen fysiek contact meer mogen
met personen van buitenaf. Mijn groepje en ik willen er dan ook graag voor zorgen dat zij dit wel
4
