HC1 – Collectieve arbeidsvoorwaardenvorming, vereisten en inhoud cao
Invloed van de overheid op arbeidsvoorwaardenvorming door de jaren heen:
1937: invoering Wet AVV
M.n. ter bescherming van cao tegen concurrentie door buitenstaanders + werkgevers die niet
lid zijn van een cao-partij moeten zo toch de cao naleven.
1945-1982: overheid invloed via BBA en WLV: invoering preventief toezicht BBA
1970: repressief toezicht via loonmaatregel art. 10 WLV
= de overheid kan ingrijpen in salarisbepalingen en andere arbeidsvoorwaarden als dat nodig
is, bijv. als het economisch niet zo goed gaat.
1982: Akkoord van Wassenaar
= keerpunt: vrijwillige loonmatiging in ruil voor arbeidsduurverkorting (herverdeling
werkgelegenheid) = werk boven inkomen. Werknemers kregen minder salaris, maar ze
hoefden ook minder te werken.
Terugtreding overheid t.a.v. ingrijpen in arbeidsvoorwaarden (exceptionele situaties).
Ontstaan van de overlegeconomie: samenspel van maatschappelijke organisaties en overheid
Vereisten cao:
1) Overeenkomst
Schriftelijk o.g.v. art. 3 WCAO
Recht op collectief onderhandelen, neergelegd in: art. 6 ESH, ILO-verdragen, art. 11 EVRM en
FTA/CBA.
Recht op meeonderhandelen als toegang tot lopende cao-onderhandelingen wordt
geweigerd? Zie VVMC/NSR en CHC/NVLT
Wat als vakbond toelating wenst tot overleg over aanpassing bestaande cao, waarbij hij zelf
geen partij is geweest? Zie Abvakabo FNV/Kinderopvang
2) Eén of meer wg’s of één of meer verenigingen met volledige rechtsbevoegdheid van wg’s en één
of meer verenigingen met volledige rechtsbevoegdheid van wn’s (= cao-partijen)
Positieve en negatieve vakverenigingsvrijheid
Geotech Kancev
Vakverenigingen moeten volledig rechtsbevoegd zijn en bevoegdheid tot sluiten cao moet in
de statuten staan (art. 1+2 WCAO).
Statutair representativiteitsvereiste van art. 2 WCAO (FNV/Hema):
= de bevoegdheid van een vakbond om voor bepaalde werknemers een cao te sluiten
als dit zo in de statuten is bepaald, zie art. 2 Wet cao en FNV/Hema. Indien hier niet
aan is voldaan, is er wel een overeenkomst, maar geen rechtsgeldige cao.
Wet stelt géén eisen van feitelijke representativiteit of onafhankelijkheid aan
vakbonden.
3) Arbeidsvoorwaarden, bij de arbeidsovereenkomsten in acht te nemen (= inhoud)
Ruime uitleg HR: ‘onderwerpen die met arbeidsvoorwaarden verband houden’
Standaard vs. minimum:
Standaardbepalingen: bepalingen voorschrijven hoe het zit, hoe de regeling is. Er kan niet
van af geweken worden.
Minimumbepalingen: geven een ondergrens aan van dat wat minimaal afgesproken moet
worden in de iao. Wg/wn mogen positief van die bepalingen afwijken.
Bepalingen:
, Obligatoire bepalingen: op het niveau van vakverenigingsvrijheid.
Normatieve bepalingen: bepalingen die doorzakken naar de iao. Bijv. loon, arbeidsduur etc.
Diagonale bepalingen: alleen bij bedrijfstak- of sectorcao. Bepalingen waarbij een lid van
een cao-partij rechten of verplichtingen krijgt tegenover de wederpartij. Bijv.
werkgeversbijdrage, scholingsfonds etc.
HC2 – Aard, werking, binding en uitleg cao
Aard cao = dualistisch:
Obligatoire overeenkomst tussen cao-partijen
Cao heeft trekken van een wet; automatische en dwingende doorwerking van normatieve
bepalingen in iao (art. 12+13 WCAO).
Werking cao:
Kuypers II: nietigheid art. 12 WCAO is absoluut.
Gunstigheidsbeginsel: gunstiger bepalingen in iao behouden werking (geen incorporatie)
Alléén bij minimum-cao’s
Boonen/Quicken: pakketvergelijking is niet toegestaan
Teunissen c.s./Welter’s Scheepvaart: beding is ongeldig in zoverre het niet voorziet in een
bijkomende vergoeding over maanden dat werknemers beter uit zouden zijn geweest met betaling
volgens cao.
Voor inwerkingtreding van rechtsgevolgen van de cao is vereist dat de cao is aangemeld ex art. 4 lid 1
en 3 WLV (= constitutief vereiste).
Binding aan cao:
Werking art. 12/13 alléén indien werkgever EN werknemer aan cao zijn gebonden.
Art. 9 lid 1 (= ‘entreebiljet’ toepasselijkheid art. 12/13) noemt twee voorwaarden binding:
1) Lidmaatschap (van een van de cao-partijen)
2) ‘betrokken bij de overeenkomst’ => werkgever en werknemer moeten onder werkingssfeer
cao vallen: Welke bedrijfsactiviteiten en welke functies vallen onder bereik cao?
Art. 14 WCAO: verplichting voor gebonden werkgever om tijdens looptijd cao normatieve
bepalingen ook na te leven jegens ongebonden (betrokken) werknemer.
Bescherming cao + tegengaan ‘free riding’ ongeorganiseerden
Géén onmiddellijke en dwingende werking (Duschka/Robert Bosch)
Verplichting geldt alleen voor ‘arbeidsvoorwaarden’ (ABN AMRO/Teisman)
Door ‘bevoordelen’ art. 14 wn’s strijd met beginsel gelijk loon voor gelijke arbeid of negatieve
vakverenigingsvrijheid?
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper sannehelmink. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,99. Je zit daarna nergens aan vast.