Literatuur Alo1 – Blok 1.4 leerprocessen optimaliseren
2022-2023
Leerlingvolgsysteem
(Mooij, C. (2004). Basisdocument bewegingsonderwijs voor het basisonderwijs. Jan luiting Fonds.)
(Koninklijke Vereniging voor Lichamelijke Opvoeding (KVLO) Overzicht leerlingvolgsystemen
bewegingsonderwijs breed. KVLO.)
1.1 Overzicht leerlingvolgsystemen bewegingsonderwijs breed.
Er zijn 8 Leerling volgsystemen specifiek voor bewegingsonderwijs namelijk:
Bewegen en spelen, Novibols, Beleves, Planmatig bewegingsonderwijs, BeweegABC, Jump-in,
Fitmeter en Vaardigheidsproefen. Deze richten zich op het volgen van motorische ontwikkeling en
andere elementen van beweeggedrag/-vaardigheid in het bewegingsonderwijs.
Daarnaast zijn er twee volgsystemen specifiek voor kinderen met een motorische achterstand en
kinderen met sporttalent. Namelijk: ‘Kidsvolgsysteem’ en ‘Talentvolgsysteem’.
Verder zijn er nog vier systemen die motorische ontwikkelingen hebben opgenomen in hun systeem.
Namelijk: ‘Dotcomschool’, ‘ParnasSys’, ‘ESIS van Rovict’ en ‘Datacare’.
1.2 Bewegen en spelen.
Dit systeem is ontwikkeld om het beweeggedrag en de motorische ontwikkeling van kinderen van 2
t/m 16 jaar te kunnen observeren en registreren. Het systeem bestaat uit: motorische vaardigheid,
spelinzicht, gedrag in spelsituaties en klein motorische vaardigheid.
Bij ieder onderdeel worden vier vaardigheden geobserveerd. Bij motorische vaardigheid is dit:
statisch evenwicht, dynamisch evenwicht, coördinatie en oog lichaamscoördenatie. (Hoofdgroepen)
De te observeren vaardigheden zijn over de hoofdgroepen verdeeld: 1. Stilstaan (Op één been, in
seconden) , 2. Springen en kracht (Hinkelen) , 3. Springen en coördinatie (Huppelen) en 4. Stuiten
(Aantal).
Elke meting resulteert in een vaardigheidsniveau. Het makkelijkste vaardigheidsniveau is -I en het
moeilijkste vaardigheidsniveau is X.
1.3 Novibols.
Niveau onderscheiding vaardigheid in bewegingsonderwijs leersituaties. Er wordt vooral gekeken
naar bewegingshandelingen en niet naar lichaamsbewegingen. Dit volgsysteem is voor groep 3/4 ,
groep 6/7 en groep 8 of de brugklas. Het systeem bevat 3 testen, met elk 10 toets situaties. 6 van de
10 toets situaties zijn turnsituaties, de overige 4 spel. Hierbij worden 5 niveaus onderscheden.
1.4 Beleves.
Bewegen leerling volgsysteem en is ontwikkeld door SLO en de Koninklijke Vereniging Lichamelijke
Opvoeding (KVLO). Het systeem is gebaseerd op 12 leerlijnen. Balanceren, klimmen, zwaaien, over de
kop gaan, springen, hardlopen, jongleren, doelspelen, tikspelen, stoeispelen en bewegen op muziek.
Meting is 1x per 2 jaar bij de groepen: 1/2, 3/4, 5/6 en 7/8. Het geeft overzicht per leerling, per groep
,en schoolniveau.
1.5 Planmatig bewegingsonderwijs.
Heeft als basis betekeningsgebieden. Deze betekeningsgebieden zijn: Balanceren, springen, zwaaien,
mikken, jongleren, inblijven en uitmaken, passeren en onderscheppen, over en weer inplaatsen,
lopen en springen en werpen. Op deze manier worden motorische vaardigheden op steeds
wisselende manieren geobserveerd en beoordeeld. Er kan schriftelijk op individueel- en groepsniveau
gerapporteerd worden. Er zijn 6 groepsmappen samengesteld: voor groep 4 t/m 8 elk één en groep 2
en 3 worden samengenomen.
1.6 BeweegABC.
Een sport- en beweegvaardigheidstest die door de Vereniging Sport en Gemeenten (VSG) in 2011 is
ontwikkeld. Beweeg A richt zich op de motorische vaardigheden van groep 1/2 en bestaat uit 14
oefeningen: balanceren op één been, hinkelen, huppelen, balanceren, vuisten maken, balanceren op
de tenen, vertesprong, armen en benen tegelijk, bal werpen en vangen, wijsvingers draaien,
balanceren op één vlak, steunsprong, klauteren, kralen rijgen, vinger- en duimpositie.
Beweeg B is gericht op beweeg- en sportvaardigheden voor de groepen 3/4 en 5. Een beweeg C is
gericht op de groepen 6 t/m 8.
Beweeg A en beweeg B&C meten onder andere de kracht, lenigheid, snelheid, balans,
uithoudingsvermogen en behendigheid. De resultaten worden online ingevuld en vergeleken met het
gemiddelde.
1.6 Jump-in.
Is in 2002 door de Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling (DMO) en de GGD Amsterdam ontwikkeld
voor basisschoolkinderen (4 tot 12 jaar) in sociaaleconomische achterstandswijken in Amsterdam.
Digitaal worden er gegeven bijgehouden over sport, bewegen en lichamelijke ontwikkeling. Het BMI
(Lengte en gewicht), middel- en heupomvang, sportparticipatie en motorische ontwikkeling worden
bijgehouden.
Van jump-in scholen wordt verwacht dat zij zelf jaarlijks informatie verzamelen over de motorische
ontwikkeling. Voor andere onderdelen komt speciaal een jump-in team naar de school toe om
metingen af te nemen.
1.7 Fitmeter. (Lekker fit)
Het doel is overgewicht stabiliseren en bewegingsarmoede verminderen onder de Rotterdamse
jeugd. Lekker fit richt zich op basisschoolkinderen (4 tot 12 jaar). Bestaat uit een lesmethode over
onder meer energiebalans en een gezonde leefstijl en extra bewegingsaanbod op school. Dit
leerlingvolgsysteem bestaat uit 4 modules: 1. Testmodule (Informatie eurofittest en BMI), 2.
Activiteitenmodule (Gezondheid gerelateerde fitheid en deelname aan sportactiviteiten tijdens en na
schooltijd), 3. Algemene module (Informatie lidmaatschap sportvereniging) en 4.
Bewegingsonderwijsmodule (Scores m.b.t leerlijnen registreren). Hiermee kan de motorische
ontwikkeling per school, groep of leerling in kaart gebracht worden.
,
, 1.8 Vaardigheidsproeven.
Is ontwikkeld door het Haags centrum voor Onderwijsadvies (HCO) en de Dienst Primair Openbaar
Onderwijs. Ontwikkeld om leerlingen aan het einde van het basisonderwijs een beoordeling te
kunnen geven over de beweegvaardigheid. Er zijn hiervoor drie programma’s beschikbaar: Lesbrieven
en films; een diplomaprogramma en een gymzaalontwerper. De vaardigheidsproeven zijn ingedeeld
in vijf categorieën.
1.9 Kidsvolgsysteem.
Wordt gebruikt bij Club Extra. Dit is een beweegprogramma voor kinderen met een motorische
achterstand in het basisonderwijs in de omgeving van Zwolle. Club Extra geeft leerlingen in kleine
groepen sport- en beweegles. Als hun achterstand is bijgelopen kunnen ze eventueel lid worden van
een sportvereniging. De lessen vinden plaats op hogeschool Windesheim en in het bewegingshuis
Stadshagen.
1.10 Talentvolgsysteem. (TVS)
Ter ondersteuning van reflecterend leren en het verkrijgen van inzicht in de voortgang van talentvolle
sporters. Ontwikkeling worden geregistreerd door: trainers, medische begeleiding, ouders, school
en/of het talent zelf. Vanuit de eisen van NOC*NSF zijn er 8 pijlers: techniek, tactiek, fysiek, mentaal,
sociaal, onderwijs, voeding en algemeen. In het TVS wordt er maandelijks gerapporteerd welke pijlers
zijn getraind en wat er is geleerd.
1.11 Dotcomschool.
Leverancier van verschillende producten en diensten voor het onderwijs. Eén van die producten is
een leerlingvolgsysteem. Dotcomschool biedt de mogelijkheid gegevens te regristeren op het gebied
van onderwijs en didactiek, sociaal-emotioneel ontwikkeling en bewegen. Met het systeem kunnen
handelingsplannen (individueel) en groepsplannen worden gemaakt. (Ook een digitaal rapport) Naast
leerlingvolgsystemen biedt dotcomschool ook softwarepakketten.
1.12 ParnaSsys.
Leerlingvolgsysteem en administratiesysteem. Kan gebruikt worden om leerlingen wat betreft
schoolvakken te monitoren. Het systeem kan ook rapporten en grafieken maken van de voortgang
van leerlingen, klas of de school.
1.13 ESIS van Rovict.
Administratiesysteem om leerlingen op schoolvakken te monitoren.
Begrippen.
1. De vier vaardighedenscan = Stilstaan, springen en kracht, springen en coördinatie en stuiten.
2. Novibols = Niveau onderscheiding vaardigheid in bewegingsonderwijs leersituaties. 10 Toets
situaties waarvan 6 turn en 4 spel.
3. Beleves = Bewegen leerling volgsysteem.
4. KVLO = Koninklijke vereniging lichamelijke opvoeding.
5. Betekeningsgebieden planmatig bewegingsonderwijs = Balanceren, springen, zwaaien, mikken,
jongleren, inblijven en uitmaken, passeren en onderscheppen, over en weer inplaatsen, lopen en
springen en werpen.
6. Leerlingvolgsystemen (LVS) = Hiermee houdt de school vorderingen en resultaten bij.
7. Fitmeter (Lekker fit) = Testmodule, activiteitenmodule, algemene module en bewegingsonderwijs
module.