Examenvragen Hoofdstuk 1 + 2
1. Leg uit waarom we het begrip ‘allochtoon’ niet gebruiken? Onderbouw met een voorbeeld. Wat is een
goed alternatief per dimensie van etniciteit?
Het begrip kan niet goed gedefinieerd worden. Het begrip ‘allochtoon’ is verworden tot een mengelmoes van
migratie-, religieuze en raciale achtergronden. Het is niet duidelijk op welke dimensie het begrip slaat;
nationale en regionale origine, moedertaal, religie of ras. (1p)
Voorbeeld: een kind van Nederlandse ouders in België zouden we niet in alle situaties een allochtoon kunnen
noemen. In dit geval slaat het enkel op de dimensie van nationale en regionale origine. Het is dus belangrijk
om nuance te brengen over de dimensie waarover je spreekt. (1p)
Alternatieven voor het begrip allochtoon zijn afhankelijk van de dimensie van etniciteit waarover het gaat.
Meerderheid Minderheid
Nationale en regionale origine Autochtoon/inboordelingen Immigranten/personen met een
(0,5p) migratieachtergrond
Moedertaal Nederlandstaligen Anderstaligen/
(0,5p) taalminderheden/
Franstaligen/Turkstaligen
Religie Seculier/Christenen Moslims/Joden/Boeddhisten
(0,5p)
Ras Witte mensen Niet-witte mensen/ personen
(0,5p) van kleur
Mogelijke foute antwoorden:
- Je mag het woord ‘allochtoon’ niet gebruiken omdat het het politiek niet correct is en een negatieve
bijklank heeft.
2. Leg het verschil tussen discriminatie en racisme uit. Geef per definitie een voorbeeld binnen de
schoolcontext.
Discriminatie is het ongelijk behandelen van personen of groepen op basis van kenmerken van die personen of
groepen die in een gegeven situatie niet relevant zijn. (1p) Een voorbeeld van discriminatie in de schoolcontext
kan gaan om een leerkracht die leerlingen die minder goed zijn in de Nederlandse taal laat nablijven. (0,5p)
Racisme is een politiek-ideologisch systeem dat dient als een sorteersysteem dat groepen van mensen
rangschikt in statusposities op basis van etnisch-raciale achtergrond (1p). Een voorbeeld is de
onderrepresentatie van personen met een kleur voor de klas (0,5p).
Het verschil ligt dus in het feit dat racisme altijd te maken heeft met de ethnisch-raciale achtergrond, terwijl
discriminatie op de verschillende dimensies van etniciteit kan slaan. Zo kan een witte persoon nooit racisme
ervaren, maar wel discriminatie. (1p)
Mogelijke foute antwoorden:
- Voorbeeld bij racisme slaat niet op etnisch-raciale achtergrond: bv. Het verbod van hoofddoeken op
school.
3. Bespreek de 5 vormen van aanpassing van identiteit en licht toe waarom ze wel/niet van toepassing zijn
op onderstaand fragment. (3p) Licht het concept koppeltekenidentiteit toe. (1p)
Nihad wilt zich graag inschrijven als studente op KU Leuven en moet hiervoor een vragenlijst invullen. Eén van
de vragen die ze moet invullen gaat over haar etnische herkomst. Ze kan hierbij slechts één keuze maken, maar
wil zowel Belg als Turk aanduiden. Nihad is geboren in Turkije maar gaat haar hele leven al in België naar
, school. Ze keert ook iedere zomer weer terug naar haar familie in Turkije en voelt zich hier helemaal thuis. Ze
viert in België elk jaar Kerst en heeft veel vriendinnen op haar katholieke school. Nihad weet niet wat ze moet
kiezen…
● Assimilatie: Bij de vorm assimilatie identificeert de leerling zich met de mainstream identiteit en niet
met de etnische herkomst. Deze vorm komt hier niet voor vermits Nihad zich wel nog identificeert met
haar Turkse herkomst.
● Integratie/duale identiteit: De duale identiteit slaat terug met een identificatie van de leerling met
zowel de mainstream als de etnische herkomst. Deze vorm komt duidelijk voor in onze casus vermits
ze zich zowel in België als in Turkije thuis voelt.
● Separatie: Bij separatie zou de leerling zich met de etnische afkomst identificeren en niet met de
mainstream identiteit. In onze casus vindt er wel een identificatie plaats met de mainstream identiteit
dus deze vorm is hier niet volledig accuraat.
● Marginalisatie: Bij Marginalisatie ervaart een persoon zich nog met de etnische afkomst, noch met de
mainstream identiteit. Nihad voelt zich duidelijk zowel Turks als Belgisch dus kunnen we hier niet
spreken van marginalisatie.
● Individualisatie: We spreken van individualisatie wanneer iemand zich niet identificeert met een
bepaalde groep of identiteit. Iemand ziet zichzelf als een “uniek individu” en gelooft niet in groep. Dit
is niet het geval in bovenstaand fragment.
Koppeltekenidentiteit: De etnisch-raciale identiteit staat de gedeelde nationale identiteit niet in de weg, beide
identiteiten versterken elkaar. Een bepaalde etnische identificatie is meestal compatibel met de mainstream
identiteit. Zo kan iemand zich evenveel Marokkaan als Belg voelen zoals bijvoorbeeld de in Amerika gekend
African-Americans. In Europa is dit echter minder toegankelijk door ervaren discriminatie.
4. “Racisme is zowel een oorzaak als een gevolg van discriminatie, stereotypen en vooroordelen.” Leg de
verschillende concepten (2p) uit en verklaar de stelling (2p).
- Racisme is een sorteersysteem dat groepen van mensen rangschikt in statusposities op basis van
etnisch-raciale achtergrond.
- Vooroordelen zijn ongunstige attitudes t.o.v. leden van sociale groepen
- Stereotypen zijn veralgemeningen over karakteristieken van groepen
- Discriminatie is ongelijk behandelen van personen uit groepen op basis van bep. kenmerken.
Het systeem van racisme maakt negatieve stereotypen, vooroordelen, lage verwachtingen en etnische
discriminatie mogelijk (oorzaak). Daarbovenop houden deze negatieve stereotypen, vooroordelen, lage
verwachtingen en etnische discriminatie het systeem van racisme ook in stand (gevolg). Daarom moeten
antiracistische acties zowel top-down als bottom-up gebeuren => link naar rad van ongelijkheid. Racisme is het
centrale tandwiel die de tussenliggende tandwielen stuurt, maar wordt zelf ook versterkt door deze
tandwielen.
5. Leg ‘etniciteit’ uit en leg uit waarom het behouwt wordt als iets multidimensionaal? Geef 3 dimensies die
problematisch zijn en leg uit waarom. (4 punten)
Definitie: etniciteit gaat over de maatschappelijk veronderstelde gemeenschappelijk afkomst van een
groep van mensen. Deze gemeenschappelijk afkomst kan naar veel dingen verwijzen. Daarom is het
ook multidimensionaal. (1 punt)
Nationale en regionale origine: uit welk land of welke regio zijn mensen en hun (groot)ouders
afkomstig. Nationaliteit valt niet per se meer samen met nationale origine. Een beter indicator is het
geboorteland van de (groot)ouders, maar hierover geven officiële statistieken geen informatie.
Daarom gebruiken we vaak nationaliteit als indicator. Toch is het geboorteland ook niet volledig
onproblematisch als indicator. Zo is het praktisch onhaalbaar om de vierde generatie op een
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper EmmaP. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,09. Je zit daarna nergens aan vast.