Stress voor Belastingrecht? Moet je ook nog zoveel doen voor je tentamens? Geen zin om een dik boek voor Belastingrecht te lezen? Maak dan gebruik van deze uitgebreide maar heldere samenvatting! Hierin staan niet alleen alle begrippen duidelijk uitgelegd, er worden ook veel voorbeelden gegeven om a...
Hoofdstuk 1 – Algemene inleiding
Twee functies van belastingen:
1. Budgettaire functie (fiscaal doel) Houdt in dat de belastingopbrengst
bijdraagt aan de financiering van de collectieve goederen en diensten.
Voorbeeld: Uitgaven van subsidies voor kunst en cultuur, een goede
infrastructuur, bijstandsuitgaven en uitgaven voor hulpdiensten zoals politie,
defensie en gezondheidszorg.
2. Instrumentele functie (niet-fiscaal doel) Hierbij is niet het vullen van de
staatskas het primaire doel, maar worden andere doelen nagestreefd.
Bijvoorbeeld bescherming van de nationale bedrijvigheid en het beïnvloeden van
milieuvriendelijk, gezond of sociaal gedrag.
Voorbeeld: De vrijstelling voor groene beleggingen in box 3, waarmee de
overheid wil bereiken dat mensen meer milieuvriendelijk gaan investeren.
Voorbeeld: Het verhogen van de belastingheffing. Denk aan de steeds hogere
accijnsheffing op sigaretten.
Heffingen kan je onderverdelen in:
1. Belastingen Verplichte bijdragen door burgers zonder dat daar een specifieke
tegenprestatie tegenover staat. Er worden wegen aangelegd, de orde wordt
bewaakt, etc.
2. Retributies Vergoedingen die een burger moet betalen omdat hij bepaalde
diensten van de overheid afneemt. Er staat dus een herkenbare tegenprestatie
tegenover, zoals het afgeven van een rijbewijs, paspoort, bouwvergunning, etc.
Belastingen kunnen uitsluitend worden geheven op de grond van de wet.
Belastingwetten hebben steeds dezelfde opbouw:
Het subject van heffing (art. 1.1 Wet IB), dit is degene die de belasting
verschuldigd is.
Het object van heffing (art. 2.3 Wet IB), dat is het bedrag waarover de belasting
verschuldigd is.
De wijze van heffing (art. 9.1 Wet IB), hierin is opgelegd op welke manier de
belasting verschuldigd is.
Het verschuldigde tarief of bedrag (art. 2.10 Wet IB).
Wet IB = Wet op inkomstenbelasting
Belastingrecht Wordt gezien als één geheel, maar bestaande uit:
Wet op inkomstenbelasting (Wet IB)
Wet op de vennootschapsbelasting (Wet Vpb)
Wet op loonbelasting (Wet LB)
Wet op omzetbelasting (Wet OB)
Soorten belastingen:
1. Directe en indirecte belastingen
a. Directe belastingen Hierbij wordt de belasting geheven bij degene die
de belasting zelf moet betalen. Zo wordt de loonbelasting ingehouden op
het salaris van een werknemer en moet een ondernemer
inkomstenbelasting betalen over zijn bedrijfsresultaten.
b. Indirecte belastingen Degene bij wie de belasting wordt geheven, zal
deze doorberekenen aan een ander. Hij kan de verschuldigde belasting
dus afwentelen op zijn afnemer.
Voorbeeld: een ondernemer moet omzetbelasting voldoen over zijn
verkopen maar deze berekent hij door aan zijn afnemers.
2. Tijdstip- en tijdvakbelastingen
a. Tijdstipbelastingen Belastingen die betrekking hebben op een
gebeurtenis op een specifiek tijdstip. Zo moet de dividendbelasting worden
afgedragen op het moment dat het dividend ter beschikking wordt gesteld.
Deze belasting vormt dus een tijdstipbelasting.
Andere voorbeelden hiervan zijn: overdrachtsbelasting en
kansspelbelasting.
b. Tijdvakbelastingen De verschuldigde belasting die in loop van een
tijdvak is ontstaan, moet na afloop van dit tijdvak worden afgedragen of
voldaan. Zo moet bij het invullen van de aangifte inkomstenbelasting het
belastbaar inkomen uit werk en woning over een heel kalenderjaar worden
verantwoord.
Ook loonbelasting en omzetbelasting zijn tijdvakbelastingen.
3. Aanslag- en aangiftebelastingen
a. Aanslagbelastingen De inspecteur stelt de verschuldigde belasting vast
nadat de belastingplichtige de aangifte heeft gedaan. Als de
belastingplichtige zijn aangifte niet indient, legt de inspecteur de aanslag
‘ambtshalve’ op, dat wil zeggen dat de inspecteur zelf het inkomen schat.
Voorbeelden van een aanslagbelasting zijn de inkomstenbelasting en
de vennootschapsbelasting.
b. Aangiftebelastingen Ook hier moet de belastingplichtige aangifte doen.
Hij moet dan echter zelf de verschuldigde belasting berekenen en dit
bedrag voldoen aan de Belastingdienst. De inspecteur heeft hier dus geen
bemoeienis mee. De belastingplichtige krijgt dus geen aanslag, maar
draagt de verschuldigde belasting zelf af. Aangiftebelastingen worden
onderverdeeld in:
1. Voldoeningsbelastingen Men is de belasting zelf
verschuldigd, denk aan de omzetbelasting.
2. Afdrachtsbelastingen Degene die de belasting afdraagt is
iemand anders dan degene die de belasting verschuldigd is. Denk
aan de dividendbelasting.
Voorbeelden van aangiftebelastingen zijn: loonbelasting,
dividendbelasting en de omzetbelasting.
4. Subjectieve en objectieve belastingen
a. Subjectieve belastingen Wanneer er rekening wordt gehouden met
persoonlijke omstandigheden. Er wordt dan rekening gehouden met de
persoon (het subject) die de belasting verschuldigd is.
Voorbeeld: bij de verschuldigde inkomstenbelasting wordt rekening
gehouden met de leeftijd van de belastingplichtige, zijn uitgaven voor een
studie en de door hem gedane giften aan een algemeen nut beogende
instelling.
b. Objectieve belastingen Hierbij wordt geen rekening gehouden met
persoonlijke omstandigheden. Bij bijvoorbeeld dividendbelasting is er
steeds sprake van een vast tarief van 15%, ongeacht de persoonlijke
omstandigheden van degene die het dividend krijgt.
Inkomsten overheid:
Belastingen
Retributies
Sociale premies:
o Premies volksverzekeringen: AOW
o Premies werknemersverzekeringen: WIA, ZW en Zvw
Overige inkomsten:
o Aardgasbaten
o Deelname in (overheids)bedrijven
Vindplaatsen (bronnen) in het belastingrecht:
Wetgeving De Tweede en Eerste Kamer houden zich bezig met het
vervaardigen van wetten op belastinggebied.
Uitvoeringsregelingen en –besluiten In de wettekstenbundel zijn
uitvoeringsbesluiten en uitvoeringsregelingen opgenomen. Dit zijn voorbeelden
van delegatiebepalingen. Wanneer in een wettekst staat dat een en ander nader
geregeld is in een algemene maatregel van bestuur, kan dit worden vastgelegd in
een Uitvoeringsbesluit. Staat in een wettekst dat een en ander nader wordt
uitgewerkt in een ministeriële regeling, dan is dat terug te vinden in de
Uitvoeringsregeling die bij de betreffende wet hoort.
Europese richtlijnen Nederland maakt deel uit van de Europese Unie. Binnen
Europa worden afspraken gemaakt. In bepaalde gevallen worden deze afspraken
vastgelegd in richtlijnen.
Besluiten Via besluiten kan de staatssecretaris van Financiën aangeven hoe
hij denkt dat de wetgeving moet worden uitgelegd of hij kan bepaalde
tegemoetkomingen geven.
5
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper bramwitjes. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,48. Je zit daarna nergens aan vast.