Algemene testen
Inspectie
(geef nauwkeurig aan waar je op let)
N. Ulnaris: Spierartrofie flexoren pols, flexoren vingers, adductoren
vingers, abductoren vingers, opponens digit minimi. Artrofie in vingers.
Houding: klauwhand.
Zweethanden, afbrokkelende nagels, kippenvel en kleurverschil.
N. Medianus: Spierartrofie pronator, flexoren pols, vingers etc. Artrofie
aan binnenzijde arm.
Houding: predikershand.
Zweethanden, afbrokkelende nagels, kippenvel en kleurverschil.
N. Radialis letsel: Spierartrofie extensoren elleboog, supinator,
extensoren vingers, pols etc. Artrofie buitenzijde arm.
Houding: dropping hand.
,Inspectie
(geef nauwkeurig aan waar je op let)
N. Ischiadicus: Spierartrofie hamstrings, adductor magnus. Artrofie aan
achterkant bovenbeen.
N. Tibialis: Spierartrofie triceps surae, plantaris,
popliteus, tibialis posterior en flexoren tenen. Artrofie
aan achterkant van onderbeen.
Houding: klauwvoet.
Veranderingen van zweetsecretie en kleurverschillen.
N. Peroneus: Spierartrofie peroneus longus/brevis,
tibialis anterior en extensoren tenen. Artrofie aan
voorkant onderbeen.
Houding: klapvoet. De voet kan met het lopen de voet
niet goed afwikkeling of valt naar beneden.
Veranderingen van zweetsecretie en kleurverschillen.
N. Femoralis letsel: Spierartroefie iliopsoas,
pectineus, sartorius, quadriceps femoris. Artrofie aan het been.
Veranderingen van zweetsecretie en kleurverschillen.
Onderzoek AROM / PROM
Per zenuw weten wat je kan verwachten te gaan zien. Welke spieren eruit
liggen, welke bewegingen niet goed doen. Schouder, elleboog, pols en
vingers testen.
Schouderbewegingen: anteflexie, retroflexie, adductie, abductie,
endorotatie, exorotatie.
Elleboog bewegingen: Extensie, flexie, pronatie, supinatie.
Pols bewegingen: Flexie, extensie, radiaalabductie en ulnairabductie
Vinger bewegingen: Flexie, extensie, abductie en adductie.
N. Ulnaris:
Mogelijk aangedane gewrichten: elleboog, pols en vingers.
Verwachting: verminderde abductie, adductie en flexie vingers (actief,
passief kan wel)
N. Radialis:
Mogelijk aangedane gewrichten: schouder, elleboog, pols en vingers.
Verwachting: verminderde abductie, adductie en flexie vingers.
N. Medianus letsel:
Mogelijk aangedane gewrichten: pols en vingers
Verwachting: verminderde palmairflexie pols.
, Onderzoek AROM / PROM
Heup, knie, enkel, tenen testen. Per zenuw weten wat je kan verwachten
te gaan zien. Welke spieren eruit liggen, welke bewegingen niet goed
doen.
Heupbewegingen: flexie, extensie, abductie, adductie, endorotatie en
exorotatie
Knie bewegingen: flexie, extensie, endorotatie en exorotatie.
Enkel bewegingen: plantairflexie, dorsaalflexie, inversie, eversie.
Tenen bewegingen: flexie, extensie, (abductie, adductie)
N. Ischiadicus:
Mogelijk aangedane gewrichten: heup en knie.
Verwachting: verminderde flexie in knie en heup
N. Tibialis:
Mogelijk aangedane gewrichten: knie, enkel,
tenen.
Verwachting: verminderde plantairflexie
enkel
N. Femoralis:
Mogelijk aangedane gewrichten: heup en
knie.
Verwachting: verminderde flexie heup en
extensie knie
N. Peroneusletsel:
Mogelijk aangedane gewrichten: enkel en tenen.
Verwachting: verminderde dorsaalflexie enkel.
Pinpriktest
Meest distale punt pakken, in het huidgebied van de zenuw prikken en een stomp
iets ertegenaan. Doel is het opsporen van stoornissen in het pijngevoel.
N. Ulnaris: lateraal bij de pink kant beginnen (Geel)
N. Radialis: tussen duim en wijsvinger op de bovenkant hand. (rood,
gaat nog verder door op de buitenkant van de arm in het midden)
N. Medianus letsel: basis van de duim op onderkant hand. (paars)