Doelstellingen
Na het lezen van dit hoofdstuk, ben je instaat om:
- Benoemen van de drie types van brandstof
- Beschrijven van de fysische eigenschappen van de brandstoffen
- Uitleggen van de brandbaarheidsgrenzen van een vapor/air mengsel welke worden beïnvloed als een
functie van een initiële tempratuur.
- De relaties verklaren tussen de termen, vlam punt, vlam punt/ brandpunt, ontstekingstempratuur en
ontstekingsenergie.
- Definieer de voorwaarden van kookpunt en dampdichtheid.
- Beschrijf hoe de verbrandingswarmte van een brandstof belangrijk is voor de brandonderzoeker.
- Leg het verschil uit tussen koolwaterstof en nonhydrocarbon brandstoffen.
- Beschrijf het gedrag en de effecten van stralingswarmte van een brandende plas van een
ontbrandbare vloeistof
- Bespreek de verschillende storingsmanieren van brandstof gasleidingen.
Inleiding
In dit hoofdstuk worden de verbrandingsmechanismen besproken van bepaalde brandstoffen. Het doel is om
de basis verbrandingseigenschappen van gas en vloeistoffen te bespreken, de voorwaarden en beperkingen
die van toepassing zijn voor de verbranding van dergelijke brandstoffen en de gebruikelijke methoden weer
gegeven hoe deze in het laboratorium worden getest.
Type brandstof
Verbrandingseigenschappen hebben verschillende betekenissen, of op den duur geen betekenissen., wanneer
het wordt toegepast op verschillende soorten brandstof. Het begrip brandpunt (flame point), is een essentiele
informatiebron voor het bestuderen van vloeistoffen, wordt nauwelijks gebruikt voor vaste stoffen, en heeft
geen waarde voor gassen. De relatie tussen de type brandstof en het type van eigendom/woning wordt later
besproken.
Gas
Gassen branden in mengsel met de juiste hoeveelheid lucht en correct ontstoken. Vlampunt (flame
point) heeft geen betekenis, heeft ook geen kookpunt. Echter de belangrijke eigenschappen van de
ontvlambaarheidsinterval is een mengsel van lucht, de dampdichtheid, de ontstekingsenergie en de
tempratuur.
Vloeistoffen en de dampdichtheid
Dampen van vloeistoffen ondersteunen direct de vlam van de vloeibare brandstof. Belangrijke
eigenschappen zijn de vloeistof/damp combinatie, dampdruk, brandpunt, en in mindere mate het
kookpunt. De ontstekingstempratuur, ontvlambaarheidsinterval van damp/lucht, dampdichtheid zijn
kritische eigenschappen van de dampen zelf. De vloeistof zelf ondergaat geen verbranding, behalve
bij exotische casussen.
Vaste stoffen
Vaste stoffen branden direct in combinatie met het oppervlak en de zuurstof (smoldering
combustion), als vluchtige materialen die zijn gesmolten en verdampt, of als complexe brandstoffen
die pyrolyseren om brandbare gassen en dampen te vormen en laat een niet brandbare vast residu
achter. Niet brandbare vaste stoffen hebben geen ontbrandingspunt, geen dampdruk, en geen
enkele ontbrandingstemperatuur. Ze hebben een ontvlambaarheidsinterval alleen als ze fijn
verdeeld en vermengd zijn in de lucht als brandbare stofdeeltjes. De fysische eigenschappen die de
ontvlambaarheid besturen zijn factoren als dichtheid, geleidbaarheid en thermische capaciteit. De
porositeit en smeltpunt zullen ook hun prestaties als brandstof onder sommige omstandigheden