Kennislijn Empowerment sociologie en recht
LEES DE LITERATUUR!!
Sociologie
COLLEGE 1 sociologie
Leerdoelen:
1. Je weet het belang van abstract denken,
2. Je weet wat intersectionaliteit is: verschillende delen beïnvloeden elkaar,
3. Je kent verschillende manieren van denken over diversiteit: klassiek en intersectioneel,
4. Je weet wat de bijdrage is van intersectionaliteit aan het verkleinen van sociale uitsluiting.
Abstract denken: abstract nadenken stel je in staat om over de horizon van je eigen situatie heen te
kijken. Als je minder bent ingebed in je eigen situatie kun je beter aan de gevolgen op lang termijn
denken. Het is van belang de abstracte slag te maken van de eigen situatie naar het collectief.
Empowerment streeft naar volwaardig burgerschap voor iedereen, maar er zijn
uitsluitingsmechanismen in de samenleving die het empowerment-proces belemmeren. De lessen
sociologie zijn opgebouwd rondom deze uitsluitingsmechanismen.
Kruispuntdenken / intersectionaliteit: de verschillende delen van je identiteit beïnvloeden elkaar. In
een analyse van ongelijkheden gaat het nooit enkel over één van die stukjes identiteit. De manier
waarop je in de maatschappij staat is afhankelijk van alle stukjes van jouw identiteit.
Bij intersectionaliteit ben je je ervan bewust dat mensen op meerdere assen kunnen afwijken van 'de
norm', dat die assen elkaar beïnvloeden en dat dat iemands positie in de maatschappij bepaalt.
Iemand kan vrouw zijn en zwart.
Hoe onderscheid intersectionaliteit zich van klassiek denken
Klassiek denken over verschil: Intersectioneel denken over verschil:
Verschilcategorieën zijn… Verschilcategorieën zijn…
- …dichotoom (het een óf het - …hybride.
ander) en sluiten elkaar uit. - …hebben meerdere lagen.
- …eendimensionaal bepaald. - …impliceert machtsdynamiek.
- …machtsneutraal. - …veranderen (per categorie en
- …onveranderlijk of statisch. tussen categorieën).
- …onafhankelijk van elkaar. - …beïnvloeden elkaar.
Intersectionaliteit vergroot inclusie
Intersectioneel denken biedt concrete handvatten om meer inclusief te werken in de hulpverlening.
Dit komt doordat de ‘andere vraag’ gesteld wordt en omdat problemen meer in context geplaatst
wordt. Je kijkt meer naar het grote plaatje. “wat heeft iemand nou allemaal nodig.” Wat zit er achter
de problematieken?
Elementen die uitsluiting bepalen -> hoe voorkom je uitsluiting?
Relativiteit: uitsluiting kan alleen worden beoordeeld door naar iemands omstandigheden te kijken in
relatie tot anderen in een gegeven situatie en gegeven tijd.
,Tijdsperspectief: sociale uitsluiting wordt niet alleen veroorzaakt door huidige omstandigheden,
maar ook door het ontbreken van toekomstperspectief.
“mensen die hopen hun plek in de groep weer terug te winnen, vertonen positief gedrag. Maar bij
mensen die de hoop hebben opgegeven, kan uitsluiting leiden tot passiviteit of juist agressie.”
COLLEGE 2 sociologie
Macht
Macht is het vermogen om te beïnvloeden. De mogelijkheid om anderen te laten doen, wat jij wil dat
zij doen.
Je hebt macht wanneer je een hogere status hebt. De samenleving bepaald wanneer je een hogere
status hebt.
Kenmerken/ regels van macht:
1. Macht is nooit statisch; is altijd veranderlijk,
2. Macht is als water; zoekt de makkelijkste weg,
3. Het gaat er om hoe we omgaan met de twee bovenstaande regels over macht. Dat zorgt er
voor dat niet maar een persoon alle macht heeft.
Verschillende machtsmiddelen:
1. Geweld,
2. Welvaart (rijkdom; geld),
3. Wetten/ regels die de regering maakt (state action),
4. Sociale normen & waarden,
5. Ideeën,
6. Aantallen (hoeveelheid mensen die samen iets willen bereiken).
Wat jij kan doen om met macht om te gaan: de uitdaging is om macht te kunnen lezen en schrijven.
Om macht te kunnen lezen moet je aandacht hebben voor zoveel mogelijk contexten waarin van
macht sprake is. Ben je ergens niet tevreden over? Kijk wie de macht heeft, wat deze macht inhoud
en in welke systemen deze persoon de macht heeft.
Door te lezen, kun je ook gaan schrijven. Als je wil gaan schrijven, heb je eerst het vertrouwen in
jezelf nodig dat je het recht hebt om te schrijven. Wees je bewust dat jij de auteur van verandering
kan en mag zijn. Laat je authentieke stem horen.
Weet waarom je macht wil. Wil je dat de macht voordelen heeft voor iedereen of alleen voor jou?
Zijn jouw doelen sociaal of asociaal?
Max Weber
Een van de grondleggers van sociologie. Hij leefde in de tijd van de industrialisering; de samenleving
veranderde doordat veel mensen naar steden trokken. De samenleving werd doelgericht, het had
allemaal een functie nodig. Gedacht vanuit de ratio rationalisering.
Er ontstond een waarde-rationaliteit versus een functionele rationaliteit. Weber zette deze
tegenover elkaar.
Waarderationaliteit: waarderationaliteit is gebaseerd op een bepaalde waarde of principe. Op
diegenen die de onderliggende waarde niet kennen, of het als onbelangrijk beschouwen, kan het
beoogde doel irrationeel overkomen.
, Functionele rationaliteit/ doelrationaliteit: van functionele rationaliteit is sprake wanneer een serie
van handelingen op een dusdanige wijze is georganiseerd dat zij met zo weinig mogelijk kosten leidt
tot een vooraf gedefinieerd doel. Het doel staat vast en men zoekt er de middelen bij om het zo
efficiënt mogelijk te realiseren.
In deze tijd viel het belang/ de macht van de kerk weg; onttovering. Men raakte de magie van de
religie kwijt en ging zoeken naar hetgeen wat zingeving bood. Hierdoor kon men meer de focus
leggen op de functionele rationaliteit. Mensen voelden zich meer vrij omdat ze meer keuze hadden.
Weber was het daar niet mee eens. Je zit vast aan het werken in de fabriek. Er ontstond een andere
soort vastheid; de vastheid verplaatste zich. Weber noemde dit “De IJzeren Kooi van de
Moderniteit”. Je kan door de spijlen jouw vrijheid zien maar eigenlijk zit je vast aan de structuren.
Vrijheid
Het tegenovergestelde van vrijheid is niet dwang, het tegenovergestelde van vrijheid is
doelmatigheid (Georg Simmel).
Nieuwe macht
Zet macht in vanuit gedeelde macht. De macht ligt niet bij een persoon maar bij een breed netwerk.
Bijvoorbeeld sociale media: een heel platform heeft de macht.
Oude macht ligt bij een klein groepje mensen, nieuwe macht ligt bij een grote groep mensen. Het
wordt gedragen door een groot aantal.
Kenmerken van de nieuwe macht:
7. Afstemmen met peers,
8. Participatie is belangrijk,
9. Het is open.
Macht als sociaal construct
Sociaal construct: macht is cultureel bepaald en cultuur maken we samen. Wij maken met zijn allen
(de samenleving) wie of wat macht heeft, wie of wat arm is én hoe bepaalde zaken verdeeld zijn. Wij
als samenleving bepalen dus hoe de macht verdeeld wordt.
Om inclusie mogelijk te maken: een tussenruimte. De ruimte voordat je je oordeel vormt. Deze
tussenruimte zorgt er voor dat je de persoon ziet als zichzelf en niet vanuit zijn label. Dit zorgt ervoor
dat deze persoon in zijn kracht gezet wordt.
Overlap les 1 & les 2
• Begrip voor verschillende uitsluitingsmechanismen (empowerment!)
• Vanuit intersectionaliteit zichtbaarheid vergroten, multidimensionaal begrip van complexe
situaties, aandacht voor geschiedenis, gender, etc.
• Vanuit rationaliteits denken de mens niet zien als slechts een functioneel wezen, maar
handelen vanuit waarderationaliteit.
Wat kun je bijdragen, hoe doe je mee,
als je niet mee kunt doen in de rat race?
COLLEGE 3 Sociologie
Sociaal bewustzijn: je bent je bewust van je sociale positie in de samenleving. Jouw positie wordt
bepaald door de (sub)cultuur en historie. Het beïnvloedt jouw definitie van de situatie en je gedrag.
Het helpt om inzicht te hebben in je eigen positie ten opzichte van anderen.