Een facilitaire organisatie heeft geen bestaansrecht wanneer zij geen toegevoegde waarde levert aan
de organisatie waarvan zij deel uitmaakt.
Strategievorming is een voortdurend proces waarbij de hele organisatie (direct of indirect) betrokken
is. Van de medewerker van de postkamer tot de facility manager zelf.
Tien scholen in strategisch management:
School Strategievorming Informatiebron Sleutelwoorden/concepten
Ontwerpschool Conceptueel proces Selznick en SWOT, fit, concurrerend
Andrews voordeel
Planningsschool Formeel proces Ansoff Programmering, scenario’s
Positioneringschool Analytisch proces Porter Generieke strategie,
concurrentieanalyse
Ondernemingsschool Visionair proces Schumpeter en Visie op ondernemerschap
McClelland
Kennisverwervingschool Cognitief proces March en Simon Cognitieve kaart, mentale
modellen, beperkte
rationaliteit
Leerschool Groeiend proces Lindblom, Opkomende strategie,
Prahalad en kerncompetentie
Hamel
Politieke school Onderhandelingsproces Allison, Pfeffer en Coalitie/verbond, netwerk
Salancik
Culturele school Collectief proces Rhenman en Waarden, normen,
Barney organisatiecultuur
Omgevingsschool Reactief proces Hannan en Adaptatie, evolutie
Freeman en Pugh
Configuratieschool Transformatieproces Chandler, Archetype, transformatie,
Mintzberg en levenscyclus
Miller
Afhankelijk van de gekozen school wordt strategie anders gedefinieerd en krijgt het
strategievormingsproces anders vorm. In deze reader wordt strategie gedefinieerd als: de manier
waarop, en het geheel van middelen waarmee, vooraf gestelde doelen worden nagestreefd.
Indien er sprake is van een geformuleerde strategie, is die vrijwel nooit gelijk aan de geëffectueerde
strategie; immers, niet alles wat in het plan staat wordt uitgevoerd en er worden, als gevolg van
veranderingen in de omgeving om door nieuwe inzichten, zaken opgepakt die niet in het plan
stonden. Het verschil tussen de geformuleerde en de geëffectueerde strategie:
1 = het strategisch plan Niet gerealiseerde Niet bedoelde
2 = dat wat conform het strategie strategie
plan werd uitgevoerd
3 = dat wat in werkelijkheid
werd uitgevoerd 1
Alvorens de doelen van de organisatie worden vastgesteld, doet de facilitaire organisatie er echter
goed aan haar missie te formuleren. Deze missie geeft antwoord op de vraag: waarom bestaan wij
als organisatie en waarom is het belangrijk dat wij bestaan? Hierin is ook beschreven welke
toegevoegde waarde zij willen leveren. Tevens wordt duidelijk gemaakt waarin de facilitaire
organisatie zich onderscheidt van andere soortgelijke organisaties.
Doelen geven antwoord op de vraag wat we precies willen bereiken. Dit zijn dus de – direct of
indirect – uit de missie afgeleide, duidelijk gespecificeerde, gewenste en meetbare resultaten die op
een vooraf aangegeven tijdstip bereikt moeten zijn.
In het algemeen geldt dat doelen Meetbaar, Acceptabel, Gecommuniceerd, Inspirerend en
Engagerend (MAGIE) moeten zijn. Meetbaar wil zeggen dat op de een of andere manier moet kunnen
worden vastgesteld in welke mate het doel is bereikt.
Studietaak 3 Management control en PDCA
In de aansturing van diensten (trend) is er een ontwikkeling gaande van ‘budget’ naar ‘markt’. In de
ontwikkeling naar meer interne marktwerking rond ondersteunende diensten kunnen zes stappen
worden onderscheiden.
1. Afzonderlijke centrale en decentrale diensten
2. Integratie van afzonderlijke diensten
3. Marktconformiteit in prijs en kwaliteit
4. Resultaatverantwoordelijkheid; interne zelfstandigheid
5. Loslaten van gedwongen winkelnering
6. Externe verzelfstandiging
Al deze ontwikkelingen leiden tot veranderingen in de beheers- en controlesystemen voor
ondersteunende activiteiten. Zowel op het niveau van de eenheid als ook op het concernniveau
ontstaat meer behoefte aan informatie. Bijvoorbeeld over transacties met andere eenheden. Het
hogere management zal behoefte hebben aan geaggregeerde informatie over het reilen en zeilen
van de meer ‘op afstand’ geplaatste eenheid.
Er wordt gesproken van centralisatie als de operationele beheersingstaak voor de ondersteunende
diensten is gedelegeerd aan daartoe aangewezen managers (bijv. facility managers). Indien er sprake
is van centralisatie moeten ‘management control’-processen voor ondersteunende diensten als
zelfstandige processen worden ingericht.
Centralisatie maakt het mogelijk de verwerving en inzet van capaciteit voor de levering van facilitaire
diensten te koppelen aan de vraag die in de organisatie als geheel naar facilitaire diensten wordt
2
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper FacilityManagementHAN. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,49. Je zit daarna nergens aan vast.