Samenvattingen, begrippenlijsten en de leerdoelen van het boekje Verdienen en Uitgeven uit de methode LWEO (lweo.nl) . Per hoofdstuk zijn de belangrijke onderwerpen uitgewerkt met de bijhorende begrippen en leerdoelen. Samenvattingen per hoofdstuk zijn netjes geordend achter elkaar gezet zodat het ...
Verdienen en Uitgeven
Hoofdstuk 1
Productiefactoren
Voor productie zijn productiefactoren of productiemiddelen nodig. In dit hoofdstuk
wordt onderscheid gemaakt tussen de volgende productiefactoren arbeid, kapitaal,
natuur en ondernemerschap. Onder kapitaal verstaan we zowel geldkapitaal als
kapitaalgoederen zoals gebouwen en machines.
Productiefactoren en de beloning
arbeid loon (salaris)
kapitaal rente, huur
natuur pacht
ondernemerschap winst
Toegevoegde waarde = som van de inkomens
Resultatenrekening
kosten naaiatelier opbrengsten
inkoop stoffen omzet
en garens € 165.000galajurken € 270.000
inkoop omzet
energie € 32.000 cocktailjurken € 210.000
lonen € 174.000
rente € 44.000 De toegevoegde waarde of
huur € 26.000 productiewaarde van het
winst € 39.000 naaiatelier is gelijk aan de
totaal € 480.000totaal € 480.000 waarde van de inkomens van de
mensen die deze productie gerealiseerd hebben. Daaruit komt de gelijkheid voort dat
productie = inkomen.
Primair inkomen en inkomensoverdrachten
Loon, pacht, huur, rente en winst vormen samen het primaire inkomen. Het primaire
inkomen is het inkomen dat ontstaat door het beschikbaar stellen van schaarse
productiefactoren.
Het primaire inkomen
– inkomstenbelasting en sociale premies
+ sociale uitkeringen en subsidies/toeslagen
= secundaire inkomen (= besteedbaar inkomen)
Overdrachtsinkomens zijn sociale uitkeringen die je ontvangt zonder een bijdrage te
leveren aan de productie.
Van toegevoegde waarde naar bruto binnenlands product (bbp)
De toegevoegde waarde of productiewaarde is gelijk aan de omzet min de
inkoopwaarde van grondstoffen, hulpstoffen en diensten. De toegevoegde waarde is
gelijk aan de som van loon, huur, pacht, rente en winst.
Een bedrijfskolom laat de weg zien (schakels) die een product doorloopt van
grondstoffenproducent tot en met de detailhandel. De schakels in een bedrijfskolom
bestaan uit bedrijven die dezelfde productie verrichten. Zij vormen een bedrijfstak
zoals de bedrijfstak naaiateliers en de bedrijfstak kledingzaken.
Door de toegevoegde waarde van alle bedrijven bij elkaar op te tellen krijg je de
productie van een heel land. Dit noemen we het bruto binnenlands product (bbp). De
toegevoegde waarde van niet-commerciële bedrijven zoals overheid en ziekenhuizen
is gelijk aan het salaris dat uitgekeerd wordt.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper ndenb4. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.