Persoonlijke voornaamwoorden
Enkelvoud
Yo Ik
Tu Jij
Él, ella, usted (u) Hij, zij, u
Meervoud
Nosotros, nosotras Wij
Vosotros, vosotras Jullie
Ellos, ellas, ustedes Zij
Werkwoorden Spaans
Onregelmatige werkwoorden = verbos irregulares = irregular verbs
Estar Zich bevinden / zijn
Yo estoy Ik ben
Tu estás Jij bent
El, ella, usted está Hij, zij, u is
Nosotros estamos Wij zijn
Vosotros estaís Jullie zijn
Ellos, ellas están Zij zijn
Ir Gaan
Yo voy Ik ga
Tu vas Jij gaat
El, ella, usted va Hij, zij, u gaat
Nosotros vamos Wij gaan
Vosotros vaís Jullie gaan
Ellos, ellas van Zij gaan
Ver Kijken
Yo veo Ik kijk
Tu ves Jij kijkt
El, ella, usted ve Hij, zij, u kijkt
Nosotros vemos Wij kijken
Vosotros veis Jullie kijken
Ellos, ellas ven Zij kijkt
Onregelmatige werkwoorden (e>ie)
Tener Hebben
Yo tengo Ik heb
Tu tienes Jij hebt
El, ella, usted tiene Hij, zij, u heeft
Nosotros tenemos Wij hebben
Vosotros tenéis Jullie hebben
, Ellos, ellas tienen Zij hebben