Samenvatting
Periode 2.3: Diversiteit
Sociologie
Hoorcollege 1 & Werkcollege 1
Cultuur is het geheel van voorstellingen, opvattingen, kennis, waarden en normen, dat
mensen als lid van een samenleving overdragen en verwerven. (d.m.v. leerprocessen).
Hofstede:
Volgens Hofstede is cultuur:
- Cognitieve mentale programmeringen.
- De ongeschreven regels van het sociale spel.
Cultuurrelativisme gaat ervanuit dat culturen niet eenvoudigweg met elkaar vergeleken
kunnen worden en dat normen en waarden niet universeel zijn, maar enkel begrepen kunnen
worden door de cultuur, waarin ze zijn ontstaan.
Niveau’s van mentale programmering:
1. Door de (menselijke)natuur. – de genen – aangeboren.
2. Door de cultuur. – de groep – aangeleerd.
3. Door de persoonlijkheid – individu – zowel aangeboren, als aangeleerd.
Door beiden wordt de persoonlijkheid gevormd.
Het UI-diagram:
Cultuuruitingen van oppervlakkig naar diep.
,Vier cultuuruitingen; van oppervlakkig naar diep, ui- afpellend:
1. Symbolen: betekenisvolle afbeeldingen, woorden, voorwerpen of gebaren
Bijvoorbeeld; een vlag, kleding, taalgebruik.
2. Helden: levende of dode personen, fictief of echt, sociale rolmodellen /
voorbeeldfiguren
Bijvoorbeeld; het koningshuis, bekende nederlanders, sport, muziek, soaps, vader,
voetbalcoach.
3. Rituelen: colectieve groepsactiviteiten om bijzondere gebeurtenissen te markeren of
te ‘vieren’ (ceremonie)
Bijvoorbeeld: diplomering, ontgroening, begroeting (social kissing, hugs, high fives
etc.)
(Geen tradities!!!: gebruiken en gewoonten die worden doorgegeven tussen
generaties, door een volk, stam, lang, religie, regio.
Bijvoorbeeld: verjaardagsvisite, sinterklaas, ramadan. )
4. Waarden: vroeg aangeleerde overtuigingen, om te bepalen wat goed en wat niet
goed is..
Bijvoorbeeld (eindigt vaak op ….heid): vrijheid, gelijkheid, eerlijkheid.
Normen, ofwel gedragsregels: wat mag en wat niet mag.
Bijvoorbeeld: je mag alles zeggen wat je denkt, mannen en vrouwen zijn
gelijkwaardig, niet liegen.
De symbolen, helden en rituelen zijn waarneembaar. Dit is 1/9e deel van de cultuur.
Waarden en normen vormen het andere 8/9e deel. Dit is niet-waarneembaar.
Denk aan cultuur als drijvende ijsberg.
Het aanleren van waarden en praktijken
Je blijft jezelf je hele leven ontwikkelen. Wel is
er een duidelijk verschuiving, waarin je je
ontwikkelt. Wanneer je jong bent (10<) dan
zijn waarden nog het belangrijkste punt om te
ontwikkelen. Wanneer je ouder wordt (10>),
gaat het leren van praktijken een steeds
grotere rol spelen.
Verbale en non-verbale communicatie
Crossculturele communicatie: Onderzoek waarin men nagaat of en in welk opzicht
culturen van elkaar verschillen in communicatie gewoonten
Interculturele communicatie: Onderzoek naar wat er gebeurt als mensen uit verschillende
culturen met elkaar communiceren (en hoe je dit kunt aanpakken)
Interculturele competenties: welke vaardigheden moet je als pedagoog hebben in het
werken met interculturele communicatie.
, Culturele misverstanden:
Sentimenten:
- Soort zoekt soort instinct.
- Groepsdruk en conformisme.
- Xeno-fobie: angst voor de vreemde ander.
- Nimby-effect: Het is allemaal prima en goed, maar niet te dicht bij mij. Niet in mijn
buurt. (tegen asielzoekers, tegen pedofielen etc.) “Not in my backyard”.
Denkpatronen:
- Stereotypen: een generaliserende mening over een groep mensen, waarin alle
individuen dezelfde (karakter) eigenschappen lijken te hebben. Een versimpeld beeld,
wat vaak niet helemaal met de werkelijkheid overeenkomt. (vb. asielzoekers =
gelukszoekers, blondjes = dom)
- Vooroordelen: een vijandige of negatieve houding aannemen, ten opzichte van
een te onderscheiden groep van mensen. De houding is slechts gebasseerd op het
feit, dat deze mensen lid zijn van deze specifieke groep. Een simpel beeld van een
groep met een negatieve lading, die berust op gebrek aan kennis. (vb. asielzoekers =
onbetrouwbaar)
- Discriminatie: een niet te rechtvaardige pijnlijke of negatieve actie tegen een
persoon, die tot een bepaalde groep behoort, gebaseerd op het feit dat deze persoon
lid is van deze specifieke groep. Ernaar handelen, door groepen buiten te sluiten. (bv.
Alle asielzoekers moeten opgesloten worden, want zij zijn crimineel.)
- Racisme: de overtuiging dat het eigen ras superieur is, beter dan anderen.
Denkpatronen op een rij:
• Stereotypen: Simpel beeld bij een groep
• Vooroordeel: + negatieve lading
• Discriminatie: + buitensluiten
• Racisme: + vreemdelingenhaat
Cultuurverschillen zijn te vinden op een hele hoop verschillende niveau’s, van landen, tot
regio’s, tot sekse, tot gezinnen, tot generaties.
Hoorcollege 2 & Werkcollege 2
Culturele competenties
- Kennis van eigen culturele bagage
- Kennis van andere culturen en effecten van migratie
- Onbevooroordeeld – open houding
- Erkennen dat wat je weet subjectief en individueel van aard is
- Bewust zijn van verborgen dimensies en blinde vlekken
Verschillende mensen die een belangrijke bijdrage hebben geleverd voor
waardenonderzoek!
• Antropologie
– - Kluckhohn en StroKluckhohn & Strodtbeck
– Kluckhohn en Strodtbeck