ECONOMIE
HOOFDSTUK 2 EN 7
2.1 SPAREN EN BELEGGEN
WAAROM SPAAR JIJ?
Met sparen stel je consumeren uit tot een later tijdstip. Je kunt verschillende redenen hebben om te sparen, dit
zijn je spaarmotieven. Er zijn drie spaarmotieven.
Doelmotief: sparen om iets te kunnen kopen.
Zekerheidsmotief: sparen voor een onverwachte gebeurtenissen waar je geld voor nodig hebt.
Vermogen motief: sparen om je vermogen te laten groeien.
WAAROM WORDT JE SPAARGELD MEER WAARD?
Als je geld op een spaarrekening bij de bank zet, ontvang je rente over dat geld. Rente is de vergoeding die de
bank aan jou betaalt, zodat zij geld heeft om aan gezinnen en bedrijven uit te lenen. De rente die je in euro’s
ontvangt, noem je nominale rente. Door inflatie wordt je geld en dus ook je rente minder waard. De reële rente
is de nominale rente gecorrigeerd door inflatie.
HOE BEREKEN JE RENTE?
Berekenen enkelvoudige rente:
Iev: p x K x n
Iev: enkelvoudige rente
P: rentepercentage : 100
K: beginkapitaal (beginsaldo)
N: aantal periode
Berekenen samengestelde rente:
EWn: (1+p)n x K
EW: eindwaarde na een jaar (spaarsaldo)
N: aantal periodes
P: rentepercentage : 100
K: beginkapitaal (beginsaldo)
, WELKE SPAARVORMEN ZIJN ER?
Er zijn verschillende soorten spaarrekeningen of spaarvormen. Elke spaarvorm heeft andere voorwaarden en
rentepercentages. Dit zijn de meeste voorkomende spaarvormen:
Direct opvraagbare spaarrekening: je spaargeld is vrij opneembaar en de rente is variabel. Dit houdt in
dat de rente gedurende de spaartijd kan veranderen.
Spaardeposito: je spaargeld staat voor een afgesproken periode vast tegen een vast rente. Dit houdt in
dat de rente de hele periode hetzelfde blijft. Wil je toch tussentijds geld opnemen, dan betaal je
opnamenkosten.
WAT IS BELEGGEN?
Een andere manier om geld opzij te zetten is beleggen. Hierbij investeer je geld in een bedrijf of in de overheid.
Bij beleggen loop je meer risico dan bij sparen. Niet alleen de opbrengst, maar ook de waarde van het
ingelegde geld kan veranderen. Als je in obligaties belegt, leen je geld uit aan de overheid of aan een bedrijf,
waarvoor je een rentevergoeding ontvangt over de nominale waarde van de obligatie. Je kunt ook beleggen in
aandelen. Hiermee word je mede-eigenaar van een bedrijf en deel je mee in de winst. Het deel van de winst
dat aan aandeelhouders wordt uitgekeerd, heet dividend. Naast rente en dividenduitkeringen kan ook de
waarde van de obligatie of het aandeel stijgen en dalen. Dit wordt koerswinst of koersverlies genoemd. De
totale opbrengst aan rente of dividend en koerswinst wordt het rendement op beleggen genoemd.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper ddejong9508. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,49. Je zit daarna nergens aan vast.