100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting Hoofdstuk 4 €2,99
In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting Hoofdstuk 4

 46 keer bekeken  0 keer verkocht

Samenvatting hoofdstuk 4 Goederenrecht!

Voorbeeld 1 van de 3  pagina's

  • Nee
  • H4
  • 16 april 2017
  • 3
  • 2016/2017
  • Samenvatting
book image

Titel boek:

Auteur(s):

  • Uitgave:
  • ISBN:
  • Druk:
Alle documenten voor dit vak (16)
avatar-seller
Doju
Hoofdstuk 4
Art. 3:107 lid 1 BW omschrijft bezit als ‘het houden van een goed voor zichzelf’. Dit artikel bestaat uit
twee bestanddelen:
- Een goed
- Houden voor zichzelf
Bezit kan betrekking hebben op zowel zaken als vermogensrechten (beiden zijn een goed). Het voor
zichzelf houden van een goed geeft aan bij het goed zich bevindt. Degene die het goed in zijn
feitelijke macht heeft, wordt de bezitter genoemd; een bezitter gedraagt zich over het algemeen als
eigenaar van het goed.
Wanneer iemand een goed niet voor zichzelf houdt maar voor een ander, wordt dit houderschap
genoemd. Net als bij bezit is er sprake van een goed dat zich in de macht van een persoon bevindt, in
dit geval de houder. De houder heeft echt niet het recht om een zaak naar eigen goeddunken te
gebruiken, zoals de eigenaar volgens art. 5:1 lid 2 BW dat heeft. De houder gedraagt zich dus niet als
eigenaar van het goed; hij houdt het voor een ander.
Volgens art. 3:108 BW moet de vraag of iemand een goed houdt en of hij dit voor zichzelf of voor een
ander doet, worden beoordeeld naar verkeersopvatting; dat wil zeggen: opvattingen die in de
maatschappelijke omgang als norm gelden. Verder verwijst art. 3:108 BW naar ‘de navolgende
regels’. Hiermee worden onder andere art. 3:109 tot en met 3:117 BW bedoeld. Ten slotte moet
worden gekeken naar uiterlijke feiten. Denk daarbij aan de gedragingen van de personen die het
goed in hun macht hebben.
Voorts is in art. 3:119 BW bepaald dat de bezitter van een goed vermoed wordt rechthebbende te
zijn. Dit wort ook wel de processuele functie of bewijsfunctie van bezit genoemd. Wanneer er dus
twijfel bestaat over wie de rechthebbende is van een goed, dan wordt er in beginsel van uitgegaan
dat de bezitter de rechthebbende is. In samenhang met 3:109 BW kunnen we nu het volgende
concluderen: in beginsel wordt ervan uitgegaan dat iemand die de feitelijke macht heeft over een
bepaald goed, dit goed voor zichzelf houdt. Deze persoon wordt dus aangemerkt als bezitter, hij
houdt immers voor zichzelf. Daarbij komt nu dat iemand die bepaald goed bezit, vermoed wordt de
rechthebbende te zijn. Met andere worden woorden: in beginsel gaan we ervan uit dat iemand die
de feitelijke macht uitoefent over een goed ook de rechthebbende is op dat goed.
Art. 3:111 BW bepaalt dat wanneer iemand is begonnen met een goed krachtens een bepaalde
rechtsverhouding te houden, hij daarmee doorgaat, tenzij is gebleken dat de rechtsverhouding is
gewijzigd. In dat geval is er sprake van interversie van houderschap: een houder wordt bezitter. Een
wijziging kan blijken uit een handeling van degene voor wie men houdt of wanneer het recht van
degene voor wie men houdt openlijk wordt weersproken.
Of iemand houder of bezitter is, wordt ook wel zijn goederenrechtelijke positie genoemd.
Art. 3:107 tweede lid wordt bepaald dat bezit onmiddelijk is wanneer een persoon een goed bezit
zonder dat een ander goed voor hem houdt.
Art. 3:107 derde lid stelt dat bezit middelijk is wanneer door iemand anders de feitelijke macht wordt
uitgeoefend namens de bezitter.
Uit het voorgaande kunnen we concluderen dat slechts één persoon bezitter kan zijn van een goed.
Slechts één persoon kan immer het goed onder zich hebben. Onder bepaalde omstandigheden is het
mogelijk dat twee of meer personen samen een goed bezitten; in dat geval is er sprake van
medebezit.
Op grond van art. 3:107 lid 4 BW is houderschap op overeenkomstige wijze middelijk of onmiddelijk.
De houder van een goed houdt dit goed niet voor zichzelf maar voor ander. De houder kan het goed
houden voor de eigenaar zelf, maar ook voor een bezitter die geen eigenaar is of voor een andere
houder.
Onmiddelijk houderschap: houder houdt een goed voor de eigenaar.
Middelijke houderschap: houder leent aan ander houder.

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Doju. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 53340 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€2,99
  • (0)
In winkelwagen
Toegevoegd