Samenvatting Vraagstukken Psychisch Functioneren
Thema 1 Diagnostiek en Classificatie, het Biopsychosociaal gedrag
HC1.1 Inleiding blok
- Status mentalis – trias psychica
o Algemene kenmerken: eerste indruk, uiterlijk
o Cognitieve functies:
Hogere cognitieve functies: bewustzijn, oriëntaties, aandacht
Waarneming: hallucinaties, hallucinatoir gedrag
Denken:
Vorm: formele denkstoornis
Inhoud: wanen, preoccupatie, dwang
o Affectief: stemming, affect
o Conatief: psychomotoriek, motivatie, suïcidaliteit
- Schema klinisch redeneren
1
,HC1.3 Inleiding kinder- & jeugdpsychiatrie
- Diagnose in de psychiatrie
o Leg de nadruk op beschrijvende diagnose!
o Er is enorm veel overlap in psychiatrische stoornissen veel dingen hangen samen
met elkaar
o Daarnaast zien we in de psychiatrie: als iemand 1 stoornis heeft, is de kans dat die
nog een 2e stoornis heeft heel groot (66%). Als iemand 2 psychiatrische stoornissen
heeft, is er een kans van 54% dat die nog een 3 e heeft.
- Jeugdpsychiatrie
o Jongeren zijn extreem gevoelig voor hun omgeving (en daarmee uitlokkende
factoren) jongeren staan voor individuatie, zoeken zekerheid in buitenwereld,
zoeken naar identiteit & hebben korte termijn denken!
o Ontstaan van psychiatrische problematiek bij jongeren:
Biologie
Omgeving
Ontwikkeling
Puberteit
Intergenerationele
De dingen die mensen overnemen van hun ouders / grootouders
bijv. uit onderzoek blijkt dat de generatie na een oorlog nog steeds
gevolgen ondervindt van die trauma’s die daar zijn opgelopen
kinderen van oorlogsslachtoffers hebben niet hetzelfde trauma,
maar worden opgevoed met de gevolgen van dat trauma, waar zij
dus ook weer een trauma uit kunnen ontwikkelen
Ontstaan = B x Om x On x I
- Functionele diagnostiek
o Functioneren bepalend!!
Hoe gaat het op school, sociaal, in het gezin, hobby’s?
o Is er sprake van stagnatie alarm!!
o Is er sprake van een (forse cq langdurige) knik nog groter alarm!!
o Vermijdt classificatie, daar is meer voor nodig
o Altijd neutraal bejegenen, geen oordeel!
- Classificatie en beschrijvende diagnose
o Classificatie (volgens de DSM-5) is algemeen, categorisch, dichotoom en
reductionistisch maar blijft wel nodig: voor de richting waar de arts in denkt
het geeft richting aan de diagnose en behandelplan maar de beschrijvende,
persoonlijke diagnose blijft altijd nodig
o Beschrijvende diagnose is meer maatwerk, uniek, verklarend en leidend tot een
behandelplan!
- Diagnostiek kinderpsychiatrie
o Groene blokken: optioneel
2
, o Informatie vooraf
Voor 1e gesprek:
Verwijsbrief (meestal van huisarts)
Eventuele eerdere verslagen
Ontwikkelingsanamnese schriftelijk (vragenlijst)
E-diagnostiek psychiatrisch instrument, DAWBA (Development and
Well Being Assessment)
- Samenvattend
o Functionele diagnostiek bepaalt verwijzing (knik / stabilisatie)
o Onderzoek multi-informant en meerdere ‘instrumenten’
o Beschrijvende diagnose leidend en bepaalt behandelplan
o Specifiek voor KJP: systeem-ontwikkeling
HC1.11 Diagnostiek en classificatie
- Symptomen
o Cognitieve symptomen
Functies waarmee je kennis neemt vd wereld
Bewustzijn
Waarnemen
Denken
Geheugen
Intelligentie
Dit rijtje is dus opbouwend cognitieve functies zijn functies waarmee je
kennis neemt van de wereld het minste wat daarvoor nodig is, is
bewustzijn. Vervolgens moet je kunnen waarnemen, denken etc. Hoogste
‘rangorde’ van de wereld waarnemen is intelligentie.
o Affectieve symptomen
Voelen
Stemming (eigenlijk de emotie/affect over een langere periode)
Affect (emoties zoals ze getoond worden kan in 1 gesprek
wisselen)
Lichamelijke klachten en verschijnselen
o Conatieve symptomen
Willen / gemotiveerd handelen in de wereld
Psychomotoriek
3
, Spraak
Motivatie en gedrag
- De 9 kernsymptomen van depressie (die vermeldt staan in DSM)
o Sombere stemming Affectief
o Verlies van interesse of plezier (= anhedonie) Affectief
o Gewichtsverlies / toename Affectief
o Slapeloosheid / overmatig slapen Affectief
o Agitatie of remming Conatief
o Moeheid / verlies van energie Affectief
o (Gedachten van) Waardeloosheid / schuld Cognitief
o Concentratie / besluiteloos Cognitief
o Gedachten aan de dood (doodswens / suïcidepoging Conatief
- Syndroom diagnose
- Classificatie
o Classificatie op basis van:
Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders – DSM-5
International Classification of Disease (IDC-10)
o Depressieve stoornis volgens DSM-5
Dysfunctie criterium: de symptomen veroorzaken klinisch significant lijden of
beperkingen in het sociale of beroepsmatige functioneren of het
4