Leerdoelen PA.
- De student kan de incidentie en prevalentie van coxartrose benoemen
o Incidentie:
Mannen: 16/1000
Vrouwen: 27/1000
o Prevalentie:
Mannen: 132.000 (absoluut)
Vrouwen: 227.000 (absoluut)
o Vrouwen > mannen
- De student kan de pathofysiologie van artrose beschrijven
o Er is een disbalans tussen de aanmaak en afbraak van kraakbeen
o De biochemische prikkel heeft voornamelijk te maken met ouderdom de structuur
veranderd en wordt kwetsbaarder, ook heeft het invloed op de functie en aanmaak
van proteoglycanen (PG). Door het ouder worden vallen de PG’s een beetje uit
elkaar, waardoor ze hun functie om water te binden verliezen.
o De mechanische prikkel kan komen door overbelasting of onderbelasting. Bij
overbelasting gaat het over een bepaald punt in het gewricht veel druk komt.
Hierdoor kunnen de contactoppervlakten veranderen en is het mogelijk dat het
synovia niet goed meer tussen de botstukken kunnen komen, hierdoor is er een
verminderde voeding van het kraakbeen, waardoor de PG’s dalen. Ook kan de
overbelasting tot een hoge compressie leiden, waardoor de chondrocyten af gaan
sterven, waardoor de kwaliteit van het kraakbeen ook weer minder wordt.
o Onderbelasting kan komen door bijvoorbeeld immobilisatie, waardoor de matrix af
kan nemen. Hierdoor kan de kraakbeenlaag ook weer minder worden. Hierdoor heb
je meer bot op bot compressie, waardoor het bot wordt gestimuleerd om bot aan te
maken (botwoekering) door de vorming van osteofyten (botuitgroeisels).
Er is dus boterosie
Afname dikte en veerkracht kraakbeen
Blootliggen collageenweefsel lekkage grondsubstantie
- De student kan de symptomen van artrose benoemen
o Pijn in de lies, bovenbeen, knie, bil (progressief); opstartstijfheid; afname GME’s;
crepitaties
o Functioneel klachtenbeeld: verminderde kracht (heupabductoren, trendelenburg
sign), verminderde stabiliteit, bewegingsbeperking (capsulair patroon: 1.
Endorotatie, 2. Flexie/abductie/extensie)
- De student kan de risicofactoren voor coxartrose benoemen
o Systemische factoren: leeftijd, ras, genetische aanleg, geslacht, overgewicht,
gegeneraliseerde artrose
o Biomechanische factoren:
Intrinsieke factoren (zorgen dat de belastbaarheid van je gewricht omlaag
gaat): trauma in het verleden, gewrichtsaandoening, congenitaal, operatie,
spierzwakte, laxiteit
Extrinsieke factoren (zorgen voor te veel belasting van je gewricht):
overgewicht, zwaar beroep, sport, zitten in hurkhouding
- De student kan het beloop van artrose beschrijven
o Wisselend, afhankelijk van risicofactoren
o Langzaam progressief flares
- De student kan het ziektebeeld van het trochanter major pijnsyndroom beschrijven
o Epidemiologie:
Prevalentie 10-25% van de bevolking