Hartinfarct = afsterven van een deel van de hartspier → door onderbreking van
bloedtoevoer in kransslagaderen
Ventrikelfibrilleren = chaotische, elektrische activiteit in het hart
Atherosclerose ( slagaderverkalking) = proces waarbij in de wand van de bloedvaten
vernauwingen ontstaan
Reanimeren = op kunstmatige manier de circulatie van zuurstofrijk bloed op gang houden
door hartmassage en beademing → Zal het hart niet opnieuw laten kloppen!
Weefsel = groep cellen met vergelijkbare functies
Organen = functionele, structurele eenheden gevormd uit weefsels
Homeostase = de eigenschap van het lichaam om inwendige stabiliteit te handhaven →
negatieve feedback
Pompcyclus:
Boezems trekken samen → boezemsystole
Kamers trekken samen → kamersystole
Periode van rust, waarin boezems en kamers zich vullen met bloed → diastole
Stromen van bloed komt door drukverschillen binnen en buiten het hart
Eenrichtingsverkeer door kleppen
Hartcyclus: 2/3 diastole, 1/3 systole
, 3. Elektrische activiteit van het hart
Hartritmestoornis = (meestal VF) zeer chaotische activatie van het hart
Als een hartcel elektrisch wordt geactiveerd trekt hij samen
VF = elektrische activiteit is chaotisch en totaal ongecoördineerd
→ Hart pompt niet meer
Impuls ontstaat in sinusknoop
Elektrische impuls reist over boezems naar AV-knoop → die zorgt voor samentrekking
boezems
In AV-knoop wordt impulsgeleiding vertraagd → bloed kan van boezems naar kamers
stromen
→ Impuls gaat via His-bundel naar rechter en linker bundeltak naar de kamers
→ Samentrekking kamers
Actiepotentiaal = impuls door het hart loopt een snelle verandering van de elektrische
lading van de afzonderlijke hartcellen
Verschil in lading tussen binnen- en buitenzijde van een cel veroorzaakt een
membraanpotentiaal → meestal nega ef (binnenkant nega ef t.o.v. buitenkant)
Waarde wordt bepaald door de concentratieverschillen van ionen tussen binnen en buiten
cel en doorlaatbaarheid van celmembraan
Nernstpotentiaal = concentratieverschil tussen ionen voor één bepaalde ionsoort
Na+ en K+ spelen rol bij liggen membraanpotentiaal
Als membraan permeabel is, gaan K+-ionen naar buiten → in de cel zijn meer nega eve
ionen aanwezig dan positieve K+-ionen
Na+-concentratie in de cel is laag en buiten de cel hoog
Chemische gradiënt van Na+ en K+ zijn onafhankelijk
Elektrische gradiënt is wel afhankelijk
Actiepotentiaal = snelle verandering van de menbraanpotentiaal
Als membraanpotentiaal negatief is, zijn meeste Na+-kanalen gesloten.
Als membraanpotentiaal door prikkel tijdelijk positiever wordt (depolarisatie) tot boven
prikkeldrempel, gaat het kanaal naar open toestand (activatie)
Refractaire periode = de Na+-kanalen blijven inactief totdat membraanpotentiaal weer
richting rustpotentiaal gaat. Tot die tijd komt er geen nieuw actiepotentiaal
Actiepotentiaal myocyt → 300 ms
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper yanniekjongkind. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,99. Je zit daarna nergens aan vast.